6.
De apparatuur verzorgen
Wij raden aan het toestel en de accessoires regelmatig te controleren en te
testen.
Wanneer een onderdeel van het systeem beschadigd lijkt, dient u het systeem
terug te bezorgen aan uw onderhoudscentrum voor reparatie.
6.1
Opbergen
Haal de batterijen uit het apparaat wanneer u het voor langere tijd opbergt.
6.2
Reinigen en desinfecteren
Waarschuwing
6.2.1
Reinig de sonde na elk gebruik.
Reinig het oppervlak van de sensor en de kabel met een zacht gaasdoekje dat
is gedrenkt in een oplossing van 70% isopropylalcohol. Indien een lage mate
van desinfectie is vereist, gebruikt u een oplossing van 1:10 delen bleekmiddel.
6.2.2
Als het apparaat moet worden schoongemaakt, veegt u het oppervlak van de
pulsoximeter schoon met een zachte doek die u vochtig maakt met een niet-
schurend reinigingsmiddel.
Zorg dat er geen vloeistof in het systeem komt.
18
Schakel de pulsoximeter voor het reinigen UIT.
Onderhoud van de sensor
Onderhoud van het apparaat