Functies van instrumenten en bedieningselementen
1
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
2
WAARSCHUWING
3
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
4
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
5
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
6
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
7
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
8
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan enke-
9
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
10
oververhitting.
11
LET OP
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
12
onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
DAU13434
DWA10863
DCA10702
Zadel
Verwijderen van het zadel
1. Zadelslot
2. Afdekking zadelslot
3. Ontgrendelen.
Aanbrengen van het zadel
4-21
1. Open de zadelslotafdekking, steek de
sleutel in het zadelslot en draai deze
vervolgens linksom.
3
1
2
2. Houd de sleutel in deze stand vast,
trek het zadel aan de achterzijde om-
hoog en trek dan het zadel los.
1. Steek de uitsteeksels in de zadelbe-
vestiging zoals afgebeeld.
DAU57991