Periodiek onderhoud en afstelling
1
Controleren van de bougies
Bougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
2
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door verhit-
3
ting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd in
4
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. De conditie van de bougies kan daar-
5
naast veel duidelijk maken over de conditie
van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
6
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin ver-
kleurd zijn (de ideale kleur als normaal met
7
het voertuig wordt gereden), en alle bougies
in de motor horen dezelfde verkleuring te
hebben. Wanneer een bougie een heel an-
8
dere kleur vertoont, werkt de motor mogelijk
niet naar behoren. Probeer dergelijke pro-
blemen niet zelf vast te stellen. Laat in
9
plaats daarvan uw machine nakijken door
een Yamaha dealer.
10
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
11
wordt.
Voorgeschreven bougie:
12
NGK/LMAR9E-J
DAU67110
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
1 1
1. Elektrodenafstand
Elektrodenafstand:
0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
Aanhaalmoment:
Bougie (nieuw):
18 N·m (1.8 kgf·m, 13 lb·ft)
Bougie (na controle):
13 N·m (1.3 kgf·m, 9.4 lb·ft)
LET OP
Gebruik geen gereedschap om de bou-
giedop te verwijderen of aan te brengen,
om de bobinekabel niet te beschadigen.
De bougiedop is mogelijk lastig te ver-
wijderen omdat de rubber afdichting aan
het uiteinde stevig vastzit. Haal de bou-
giedop los door hem heen en weer te
draaien en tegelijkertijd los te trekken;
breng de bougiedop aan door heen en
weer te draaien en tegelijkertijd aan te
drukken.
7-9
DCA10841