Fototips
Als u niet zeker weet hoe u de gewenste foto kunt maken, raadpleegt u de
volgende informatie.
Scherpstellen
Scherpstellen op het onderwerp.
• Een foto maken van een onderwerp dat niet in het midden van de
monitor staat. g Blz. 10
Nadat u hebt scherpgesteld op een object dat zich op dezelfde afstand als
het onderwerp bevindt, kadreert u de opname en maakt u de foto.
• Zet [AF-modus] op [Gezicht/iESP]. g Blz. 46
• Een foto maken in de stand [AF-tracking]. g Blz. 46
De camera volgt automatisch de bewegingen van het onderwerp zodat
er voortdurend op wordt scherpgesteld.
• Een foto nemen van een onderwerp in de schaduw. g Blz. 49
Met de AF-hulpverlichting verloopt het scherpstellen gemakkelijker.
• Een foto maken van onderwerpen waarop moeilijk automatisch kan
worden scherpgesteld.
In de volgende gevallen stelt u scherp op een object (door de sluiter half
in te drukken) met hoog contrast op dezelfde afstand van het onderwerp,
waarna u de foto kadreert en de opname maakt.
Object met weinig
contrast
Objecten op
verschillende afstanden
*1 U kunt de opname ook kadreren door de camera verticaal te houden om
scherp te stellen, waarna u terugkeert naar de horizontale positie om de foto
te nemen.
96 NL
Extreem fel licht in het
midden van het beeld
Snel bewegend
onderwerp
Onderwerp zonder
verticale lijnen
*1
Het onderwerp valt niet
binnen het AF-gebied