Fotograferen met basisfuncties
De fotografeerstanden gebruiken
De fotografeerstand selecteren
Draai de functieknop om de fotografeerstand
in te stellen op de indicatie.
• Na selectie van O , \ , [ , p, of R ,
selecteert u de submodus.
Lijst van fotografeerstanden
• De standaardinstellingen van de functie zijn aangegeven in
Opnamemodus
P (Stand Programma)
A (Stand iAUTO)
a (Stand Supermacro)
O (Scènemodus)
\ (Creatieve filter)
[ (Modus
Sportcam)
B Portret/e e-Portret/F Landschap/
1 Intervalopname/# Live Composiet/
Starlight/G Nachtscène/
U Nacht+Portret/C Sport/2 Binnenshuis/
` Zonsondergang/X Vuurwerk/
_ Etenswaren/^ Documenten/
g Strand & Sneeuw/] Snapshot/
\ Grth1/[ Grth2/A Macro/
E HDR-verlichting
Pop-art/Soft-focus/Bleke en lichte kleur/
Lichte tint/Korrelige film/Gaatjescamera/
Diorama/Cross-process/Zacht sepia/
Dramatische toon/Key Line/Aquarel/Vintage
} 60p film/; High-Speed film/
/ 'Time Lapse'-film/, Sportburst
Submodus
–
–
–
.
Blz. 10
Blz. 22
Blz. 22
Blz. 23
Blz. 24
Blz. 28
21
NL