Vloeistofpeil van de ruitenreinigingsinstallatie - Controleren
Controleren of het vloeistofreservoir (2) vol genoeg is.
Als de vulhoeveelheid te klein is, ruitensproeierreservoir vullen
(blz. 124).
Is het ruitensproeireservoir leeg, dan de ruitensproei-
installatie niet bedienen, anders kan de pomp droog-
lopen en beschadigd worden.
Elektrische uitrusting - Controleren
Werking van binnenverlichting controleren (blz. 118).
Werking van werklampen controleren (blz. 119).
Werking van zwaailampen (toebehoren) controleren (blz. 119).
Werking van luchtverversing of airco (optioneel) controleren (blz. 115).
Werking van ruitenreinigingsinstallatie controleren (blz. 117).
Alle bereikbare elektrische kabels, stekkerverbindingen en aansluitingen op toestand en goede bevestiging
controleren.
Beschadigde onderdelen moeten worden hersteld resp. vervangen.
Zekeringenkast resp. zekeringenhouder op oxidatie en verontreiniging controleren, zo nodig schoonmaken.
Brandstofpeil, koelvloeistoftemperatuur en tijd - Controleren
De navolgende functie staat ter beschikking, wanneer
de contactsleutel niet in de startschakelaar zit.
De menutoets (toets 1) of de displaykeuzeschakelaar (toets 5)
indrukken.
In het display worden ongeveer 10 seconden lang het brandstofni-
veau (1), de tijd (3) en de koelvloeistoftemperatuur (2) weergege-
ven.
70
Bedrijf
2
W9282-8144-4
07/2018