H
3 S
-
OOFDSTUK
EMI
Voordat u begint
Controleer of de defibrillatiekabel op het apparaat is aangesloten.
Procedure
Als de patiënt in de semi-automatische modus wordt gedefibrilleerd, handelt u als volgt:
Stap
1
2
3
4
5
3–10
AUTOMATISCHE MODUS
Actie
Schakel het apparaat in door kort op de
AAN/UIT-knop te drukken.
Als deze aanwijzing wordt gegeven, dient u
de defibrillatie-elektrodepads op de patiënt te
bevestigen.
(Zie 'Defibrillatie-elektrodepads aanbrengen'
op pagina 3-2.)
Wacht tot het apparaat het ECG van
de patiënt heeft geanalyseerd.
Afhankelijk van het bericht dat na de
ECG-analyse wordt weergegeven, handelt
u als volgt:
– Als u SCHOK GEADVISEERD hoort,
gaat u door met stap 5.
– Als u GEEN SCHOK GEADVISEERD
hoort, gaat u door met stap 8.
Wacht tot de defibrillator opgeladen is.
www.zoll.com
Resultaat
Als de zelftest die wordt uitgevoerd bij het
inschakelen van het apparaat geslaagd is,
wordt door het apparaat aangegeven welk
type elektroden is bevestigd. Als de
defibrillatiepads niet op de patiënt zijn
aangebracht, klinkt de volgende gesproken
melding:
BEVESTIG DE ELEKTRODEN OP
DE ONTBLOTE BORSTKAS VAN
DE PATIËNT
Als de pads correct op de patiënt zijn
aangebracht, klinkt het volgende
gesproken bericht:
RAAK DE PATIËNT NIET AAN - DE
ANALYSE WORDT UITGEVOERD
waarna de ECG-analyse wordt gestart.
Het apparaat stelt vast of de patiënt een
schokbaar ritme vertoont, waarna een
aanbeveling te horen is:
SCHOK GEADVISEERD
of
GEEN SCHOK GEADVISEERD
Als er een schok nodig is, begint de
defibrillator automatisch te laden.
Als er geen schok nodig is, wordt u
gevraagd reanimatie toe te passen.
Als het apparaat volledig opgeladen is,
klinkt er een toon ten teken dat het laden
voltooid is, knippert de knop Schok knop
en klinken de volgende gesproken
meldingen:
RAAK DE PATIËNT NIET AAN
DRUK OP DE KNIPPERENDE
SCHOKKNOP
9650-0350-16 Rev. G