S
ERVICE
6.9
De toestelcode instellen
66
6.9.1 Inleiding
De toestelcode moet worden ingesteld na vervanging van de
besturingsprint in het toestel. De toestelcode is afhankelijk van
het type toestel en is aangeven op het typeplaatje (zie para-
gaaf 1.4.4.)
Voor het instellen van de toestelcode zijn twee methodes:
•
direct via het bedieningspaneel als er één toestel is aange-
sloten;
•
via de besturingsprint en het bedieningspaneel als er meer-
dere toestellen aangesloten zijn.
w
Waarschuwing:
Het invoeren van een onjuiste code leidt tot een
slechte werking van het toestel.
6.9.2 De toestelcode instellen via het bedieningspaneel
c
Let op:
Het instellen van de toestelcode volgens deze methode
werkt alleen als er één toestel is aangesloten op het bedie-
ningspaneel. Sluit zo nodig het bedieningspaneel apart aan
op het betreffende toestel.
1. Selecteer
2. Voer de toestelcode in op het bedieningspaneel en druk op
ok.
Het bedieningspaneel zal opnieuw naar het toestel zoeken.
6.9.3 De toestelcode instellen via de besturingsprint
en het bedieningspaneel
1. Schakel de netvoeding in (steek de stekker in de wandcon-
ê
tactdoos of zet de werkschakelaar om).
w
Waarschuwing:
Raak geen spanningvoerende delen aan.
2. Druk de microswitch op de besturingsprint in (bij 3).
De LED naast de microswitch gaat knipperen.
Het bedieningspaneel geeft vier cijfers weer: deze vormen
de toestelcode.
C
menu
onderhoud
toestelcode
>
>
-
OMFORT
LUCHTGORDIJN
.