I
NSTALLATIE
26
•
De totale lengte van de besturingskabels mag niet meer
zijn dan 100 m.
•
Alleen toestellen met hetzelfde tweede getal in de toestel-
code (zie "code" op het typeplaatje, paragraaf 1.4.4) kun-
nen gecombineerd worden toegepast met één
bedieningspaneel.
2.8.2 Bijzonderheden over externe regelingen
Ingang op het bedieningspaneel (X426)
Het bedieningspaneel heeft één aansluiting voor een ingangs-
signaal. Deze kan worden gebruikt voor een extern aan/uit-sig-
naal of voor een extra temperatuursensor.
Ingang op het toestel I1-I1
Het toestel heeft één aansluiting voor een ingangssignaal.
Hierop kan bijvoorbeeld een tijdschakelklok, een deurschake-
laar, ruimtethermostaat of een signaal van een gebouwbeheer-
systeem worden aangesloten.
c
Let op:
Beide ingangen zijn geschikt voor regelingen met potenti-
aalvrije contacten, en mogen niet worden belast.
c
Let op:
De ingangen van meerdere toestellen mogen niet met
elkaar verbonden worden.
w
Waarschuwing:
Bij toestellen aangesloten op een Daikin-systeem
(CA
V en CA
2
stellen frequent in- en uit te schakelen via de ingan-
gen. Dit kan schade aan het toestel of aan het
Daikin-systeem veroorzaken. Bij functie
van ingang
zijn derhalve de instellingen
locally
Switch all units on/off
,
Quick speed up
instelling
gesloten deur
niet op nul ingesteld zijn.
n
Opmerking:
Bij de instelling
(Normally closed) van functie
moet bij alle volgende aangesloten toestellen een brug op
de ingang gemaakt worden.
C
OMFORT
Q) is het niet toegestaan om de toe-
2
niet toegestaan. Bij de
54. Sterkte bij
mag functie
Alle toestellen uit
én bij de NC-instellingen
61a/b. Functie van uitgang 1/2
-
LUCHTGORDIJN
60. Functie
Unit on/off