OMRON
Manual
Handleiding.
Master
Een unit die de communicatie kan initiëren in een netwerk.
Megabyte
Een maat voor data opslag die gelijk is aan 2
Monitoring
Monitoren. Het op het scherm van de PC de statussen van de PLC volgen heet monitoring.
Multi drop
Bij netwerken wordt van een multi drop netwerk gesproken wanneer er meer dan 2 deelnemers in het netwerk zijn.
Most significant
Het bit/digit/byte/woord met de meeste waarde. Dit is meestal het meest linkse bit.
Nesten
Het programmeren van een programma loop binnen een programma loop. Dit kan bijvoorbeeld door vanuit een
subroutine een andere subroutine aan te roepen.
Netwerk
1) Een aantal PLC's die op de één of andere manier onderling data en/of statussen uitwisselen.
2) Een groep van contacten, timers, counters, uitgangen en functies die onderling verbonden zijn vormen een
netwerk. De plaatsing van de contacten, timers en counters bepaalt functie die het netwerk uitvoert in het
programma.
Offset
Een positieve of negatieve waarde die bij een basiswaarde wordt opgeteld. Adressen kunnen op deze manier ten
opzichte van een basisadres bereikt worden. Tabellen kunnen eenvoudig ingelezen worden door de offset, na het
bewerken van het adres, met 1 te verhogen.
Online
Een term die bij het programmeren van een OMRON PLC gebruikt wordt. Wordt het softwarepakket online gebruikt
dan worden alle programma veranderingen direct in de PLC doorgevoerd. Tevens worden op het scherm van de PC
de statussen van het PLC programma getoond.
Operand
De data die in de datavelden van instructies geplaatst kan worden.
Output
Een uitgang van de PLC wordt ook wel output genoemd.
Overflow
De toestand wanneer de capaciteit van een geheugenlocatie overschreden wordt.
Parity
Het bijvoegen van een bit in een woord of byte zodat het totaal aantal ON bits altijd even of oneven is. Pariteit wordt
normaal gebruikt om te controleren of de data nog correct is na transmissie door vast te stellen of het aantal ON bits
nog steeds even of oneven is.
PC setup
De softwarematige instellingen van een OMRON PLC.
Periferie
Periferie is randapparatuur van de PLC. De periferiepoort is de connector op de PLC waar deze apparatuur op
aangesloten kan worden. Bijvoorbeeld de connector voor het handprogrammeerapparaat.
PLC
Een verkorting voor Programmable Logic Controller. In veel documentatie wordt ook de term PC gebruikt.
Port
Een connector op een PLC of computer dat een verbinding met een extern apparaat tot stand kan brengen.
Powersupply
Voeding.
Program mode
De mode van een OMRON PLC waarin het programma niet uitgevoerd wordt. In de program mode kan een nieuw
programma in de PLC geplaatst worden.
Programmeerapparaat
Een apparaat, in welke vorm dan ook, waarmee een PLC geprogrammeerd kan worden.
RAM
"Random access memory". Een data opslag medium. Een RAM geheugen houdt de data niet vast bij het wegvallen
van de voedingsspanning.
Refresh
Het opnieuw inlezen of uitsturen van I/O data uit de PLC.
Relay
Relais.
Request
Aanvraag. Een aanvraag van data wordt een request genoemd. Het antwoord op de aanvraag wordt een response
genoemd.
Reset
Het laag maken van een bit in de PLC.
Responses
Antwoord. Een aanvraag van data wordt een request genoemd. Het antwoord op de aanvraag wordt een response
genoemd.
Retry
Herhalingspogingen. Bij diverse netwerken van OMRON kan een aantal retries (herhalingspogingen) worden
opgegeven mocht een transmissie mislukken.
RS232
Een standaard voor seriële communicatie.
RS422
Een standaard voor seriële communicatie.
RS485
Een standaard voor seriële communicatie.
RTS
Request To Send.
Run mode
Een mode van een OMRON PLC. In de RUN mode waarin het programma wordt uitgevoerd, is het mogelijk om
data in de PLC te bekijken maar mag niets veranderd worden.
Scantijd
Zie Executietijd.
Setpoint
De ingestelde waarde.
Setten
Het hoog maken van een bit in de PLC.
Source
Bron.
Space unit
Een unit om lege slots op een baseplate mee op te vullen.
Special relays
(SR) Een geheugengebied in de PLC waarin hulprelais met een speciale functie staan.
SR
Zie special relays.
Statementlist
Een programmeertaal voor PLC's.
Subroutine
Een groep instructies, die separaat van het hoofdprogramma staan en alleen uitgevoerd worden indien ze vanuit het
hoofdprogramma aangeroepen worden of geactiveerd worden door een interrupt.
SYSMAC BUS
Een netwerk waarin I/O van de PLC opgenomen kan worden.
SYSMAC LINK
Een token bus netwerk waarin naast PLC's ook PC's opgenomen kunnen worden.
SYSMAC NET
Een redundant token ring netwerk waarin naast PLC's ook PC's opgenomen kunnen worden.
SYSMAC WAY
Een netwerk waarin één PC met tot 32 PLC's kan communiceren.
SYSWIN
De programmeeromgeving van OMRON PLC's.
Temporairy relays
(TR) 8 hulprelais die worden gebruikt om speciale verknopingen in een ladderdiagram te kunnen verwezenlijken.
Terminator
De afsluiter van een multi drop netwerk.
Time out
De tijd waarbinnen er een antwoord op een data aanvraag moet zijn. Is er geen antwoord binnen deze tijd, dan
wordt een foutmelding gegenereerd.
TR
Zie Temporairy relays.
Twisted pair
Een medium om data over te transporteren. Twee in elkaar gedraaide draden.
Unit
Met de term unit wordt elke willekeurige I/O kaart of module van een OMRON PLC aangeduid.
Upload
Het ophalen van een PLC programma van de PLC naar een PC.
CPM1 installatie handleiding
20
bytes.
Appendix
pagina 61