OMRON
3.3.2
CPM1(A) installatie
Opmerking
Schroef montage
Schroef montage
CPM1 installatie handleiding
De volgende figuur geeft de afmetingen en afstanden aan van een geïnstalleerde
CPM1(A) CPU. Om de CPM1(A) moet voor de ventilatie een ruimte worden
vrijgehouden van minimaal 20mm.
30mm min.
20mm min.
30mm min.
De hierboven gegeven afstanden zijn een indicatie. Wanneer de CPM1(A) onder of
boven apparatuur wordt gemonteerd met een grote warmte afgifte dan moeten
deze afstanden groter zijn.
Gebruik indien mogelijk kabelgoten om de I/O bekabeling te geleiden. Het is aan te
raden om standaard kabelgoten te gebruiken die groot genoeg zijn om de I/O
bekabeling te bevatten en deze gescheiden te houden van andere bekabeling.
Gebruik het volgende patroon wanneer de PLC op een achterplaat in een kast
wordt vastgeschroefd.
CPM1
Vier M4 gaten
B
A
De breedte A tussen de gaten is afhankelijk van het type CPM1(A) unit.
Typenummer
CPM1-10CDR- CPU
CPM1A-10CDT - CPU
CPM1-20CDR- CPU
CPM1A-20CDT - CPU
CPM1-30CDR- CPU
CPM1A-30CDT - CPU
CPM1A-40CDT - CPU
CPM1-20EDR Uitbreidings I/O unit
CPM1A-20EDT Uitbreidings I/O unit
CPM1-CIF01 RS232C adapter
CPM1-CIF11 RS422 adapter
Gebruik het volgende patroon wanneer de PLC met uitbreidingsunits op een
achterplaat in een kast wordt vastgeschroefd. Zie de vorige tabel voor de
maatvoering van de diverse CPU's.
CIF
interface
Kabelgoot
CPM1 PLC
20mm min.
CPM1A-10/20
Twee M4 gaten
B
A
Breedte (A)
121mm
56mm
171mm
76mm
221mm
120mm
140mm
171mm
76mm
21mm
21mm
CPU unit
Uitbreiding
10 tot 15mm
10 tot 15mm
Installeren en aansluiten
CPM1A-30/40
Vier M4 gaten
B
A
Breedte (B)
81mm
100mm
81mm
100mm
81mm
100mm
100mm
81mm
100mm
81mm
81mm
pagina 29