Units en specificaties
Uitbreidings I/O unit onderdelen omschrijving
1, 2, 3...
2.2.3
Communicatie adapter onderdelen
RS-232C adapter
1, 2, 3...
pagina 24
worden aangesloten. Bij de CPM1-10/20 mag slechts 1 uitbreidingsunit worden
aangesloten. Bij de CPM1-30***-V1 en de CPM1A-30/40 kunnen maximaal 3
uitbreidingsunits worden aangesloten.
5. Uitbreidings I/O unit verbindingskabel
COM
0CH
IN
CH
00
01
02 03
04
05
08 09
10
11
OUT
CH
00
01
02 03
04
05
10CH
NC
NC
COM
00
1. Ingangsaansluitingen
Sluit hier de ingangen op aan.
2. Uitgangsaansluitingen
Sluit hier de uitgangen op aan.
3. Ingangsindicatoren
Deze indicatoren geven de status van de ingang aan. Aan is ingang actief (1),
uit is ingang niet actief (0).
4. Uitgangsindicatoren
Deze indicatoren branden als de corresponderende uitgang aan is.
5. Uitbreidings I/O unit verbindingskabel
Gebruik deze om de uitbreidings I/O unit op de PLC's CPU aan te sluiten.
6. Uitbreidingsconnector
Wordt gebuikt om een volgende uitbreidings I/O unit aan te sluiten. (Dit is alleen
mogelijk bij de CPM1(A) CPU's met 30 of 40 I/O.
CIF01-C
HOST
NT
LINK
RS232C
1. Mode schakelaar
Zet deze schakelaar op "HOST" wanneer de RS-232C adapter wordt gebruikt in
een Hostlink systeem om een verbinding te creëren met een computer. Zet
deze schakelaar op "NT" wanneer een NT terminal wordt aangesloten die op
NT link communicatie staat ingesteld.
2. RS-232C poort
Hierop wordt de RS-232C kabel aangesloten.
3. Connector
Deze connector wordt bevestigd op de periferiepoort van de PLC.
00
01
02
03
04
05
06
07
08
06
07
20EDR
06 07
COM
01
COM
02
03
COM
04
05
06
07
1. Mode schakelaar
2. RS-232C poort
3. Connector
RS-232C poort pinbezetting
FG 1
SD 2
RD 3
CPM1 / CPM1A installatie handleiding
1. Ingangsaansluitingen
09
10
11
3. Ingangsindicatoren
6. Uitbreidings connector
4. Uitgangsindicatoren
EXPANSION
2. Uitgangsaansluitingen
6
9 SG
5
OMRON