Download Print deze pagina

Advertenties

Cat. No. Z906-NL2-01
Safety Network-controller uit de
NE1A-serie: NE1A-SCPU01
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Advanced Industrial Automation
Beknopt overzicht
27 Technische gegevens en benamingen
33 Installatie en bedrading
47 DeviceNet-communicatiefuncties
65 I/O-controle
75 Programmeren

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Omron NE1A Series

  • Pagina 1 Cat. No. Z906-NL2-01 Safety Network-controller uit de NE1A-serie: NE1A-SCPU01 GEBRUIKERSHANDLEIDING Beknopt overzicht 27 Technische gegevens en benamingen 33 Installatie en bedrading 47 DeviceNet-communicatiefuncties 65 I/O-controle 75 Programmeren Advanced Industrial Automation...
  • Pagina 2 Safety Network-controller uit de NE1A-serie: NE1A-SCPU01 Gebruikershandleiding April 2005...
  • Pagina 4: Opmerking

    Verwijzingen naar OMRON-producten In deze handleidingen beginnen alle OMRON-producten met een hoofdletter. Het woord 'Unit' begint ook met een hoofdletter als het naar een OMRON-product verwijst, ongeacht of Unit in de naam van het product voorkomt of niet. De afkorting 'PLC' betekent Programmable Controller (programmeerbare besturing). In enkele Programming Device-schermen wordt echter 'PC' gebruikt om Programmable Controller aan te duiden.
  • Pagina 6: Inhoudsopgave

    Opmerking ..........1 Verwijzingen naar OMRON-producten ......1 Visuele hulpmiddelen .
  • Pagina 7 Netwerkstatusaanduiding ........50 Decentrale I/O-toewijzingen ....... . . 51 4-3-1 Toewijzingoverzicht decentrale I/O-gebied .
  • Pagina 8 Opdrachtverwijzing: logicafuncties ......83 6-4-1 Logicafunctie: NOT ....... . 83 6-4-2 Logicafunctie: AND .
  • Pagina 9 Sectie 10: Problemen oplossen 10-1 Foutcategorieën........126 10-2 Controle van de foutstatus .
  • Pagina 10: Informatie Over Deze Handleiding

    Neem bij vragen of opmerkingen contact op met uw OMRON-contactpersoon. Garantie en aansprakelijkheidsbeperking GARANTIE De exclusieve garantie van OMRON houdt in, dat de producten gedurende één jaar (dan wel gedurende een andere aangegeven periode) vanaf de verkoopdatum van OMRON vrij van defecten in materiaal en vakmanschap zijn.
  • Pagina 11: Toepassingsoverwegingen

    Bij twijfel kunnen op uw verzoek speciale modelnummers worden toegewezen om belangrijke technische gegevens voor uw toepassing vast te leggen of vast te stellen. U kunt op elk gewenst moment contact opnemen met uw OMRON-contactpersoon voor de actuele technische gegevens van producten die u hebt aangeschaft.
  • Pagina 12: Voorzorgsmaatregelen

    De gebruiker moet het product bedienen in overeenstemming met de technische prestatiegegevens die in de gebruikershandleidingen worden beschreven. Raadpleeg uw OMRON-contactpersoon voordat u het product gebruikt onder omstandigheden die niet in de handleiding zijn beschreven of indien u het product toepast op nucleaire besturingssystemen,...
  • Pagina 13 ! WAARSCHUWING Dit is de gebruikershandleiding voor de NE1A-SCPU01 Safety Network-controller. Besteed tijdens de constructie van het systeem aandacht aan de volgende items om ervoor te zorgen dat onderdelen met betrekking tot veiligheid worden geconfigureerd op een manier die het mogelijk maakt dat de systeemfuncties adequaat werken.
  • Pagina 14: Veiligheidsmaatregelen

    Veiligheidsmaatregelen ! WAARSCHUWING Er kan ernstig letsel optreden wanneer noodzakelijke veiligheidsfuncties verloren gaan. Gebruik de testuitgangen van de NE1A-SCPU01 niet als veiligheidsuitgangen. Er kan ernstig letsel optreden wanneer noodzakelijke veiligheidsfuncties verloren gaan. Gebruik geen DeviceNet-I/O-gegevens of expliciete berichtgegevens als veiligheidssignaal. Er kan ernstig letsel optreden wanneer noodzakelijke veiligheidsfuncties verloren gaan.
  • Pagina 15: Veiligheidsmaatregelen Voor Veilig Gebruik

    Veiligheidsmaatregelen voor veilig gebruik Wijze van behandelen Laat de NE1A-SCPU01 niet vallen en stel het apparaat niet bloot aan buitensporige trillingen of schokken. Als u dat wel doet, kan dat tot fouten of storingen leiden. Installatie en opslag U mag de NE1A-SCPU01 niet installeren of opslaan in de volgende locaties: •...
  • Pagina 16: Periodieke Controle En Onderhoud

    Periodieke controle en onderhoud • Schakel de voeding uit voordat u de NE1A-SCPU01 vervangt. Als u dat niet doet, kan dat tot onverwachte werking leiden van externe apparaten die op de NE1A-SCPU01 zijn aangesloten. • De NE1A-SCPU01 niet demonteren, repareren of ombouwen. Als u dat wel doet, kan dat de veiligheidsfuncties nadelig beïnvloeden.
  • Pagina 18: Sectie 1: Overzicht Van De Ne1A-Scpu01 Safety Network-Controller

    Sectie 1: Overzicht van de NE1A-SCPU01 Safety Network-controller Informatie over de NE1A-SCPU01 Safety Network-controller ....16 1-1-1 NE1A-SCPU01-eigenschappen ......16 1-1-2 Functioneel overzicht .
  • Pagina 19: Informatie Over De Ne1A-Scpu01 Safety Network-Controller

    Informatie over de NE1A-SCPU01 Safety Network-controller De NE1A-SCPU01 Safety Network-controller biedt diverse functies, zoals veiligheidslogicabewerkingen, I/O-veiligheidscontrole en een DeviceNet-veiligheidsprotocol. Met de NE1A-SCPU01 kunt u een veiligheidscontrolesysteem en een netwerksysteem creëren dat voldoet aan de vereisten van veiligheidsintegriteitsniveau 3 conform IEC 61508 (Functionele veiligheid van elektrische/elektronische/ programmeerbare elektronische systemen verbandhoudend met veiligheid) en aan die van veiligheidsklasse 4 conform EN 954-1.
  • Pagina 20: Functioneel Overzicht

    Een logica-editor kan vanuit de Network Configurator worden geactiveerd. • Configuratiegegevens kunnen worden gedownload of geüpload en apparaten kunnen online worden bewaakt via DeviceNet, USB of de randapparatuurinterface van een OMRON PLC. Ondersteuning voor systeem opstarten en foutherstel • De informatie over fouten kan worden gecontroleerd met de Network Configurator of aan de hand van de indicatoren aan de voorkant van de NE1A-SCPU01.
  • Pagina 21 Functies Overzicht Details Veiligheidsuitgangen De NE1A-SCPU01 ondersteunt acht veiligheidsuitgangen. Diagnose uitgangscircuit Met testpulsen kan de NE1A-SCPU01 een diagnose stellen van interne circuits, externe apparaten en externe bedrading. Detectie van/beveiliging Wanneer een overstroom wordt gedetecteerd, wordt een tegen overstroom uitgang geblokkeerd om het circuit te beschermen. Modus met twee kanalen Voor twee gekoppelde uitgangen kan een veiligheidsstatus worden ingesteld wanneer een fout optreedt in een van de twee...
  • Pagina 22: Systeemconfiguratie

    Systeemconfiguratie 1-2-1 Overzicht DeviceNet-veiligheidssysteem DeviceNet is een open multi-bit netwerk van meerdere leveranciers waarin de besturingselementen in de machine en lijnbesturingsniveaus worden gecombineerd met informatie. Het DeviceNet-veiligheidsnetwerk voegt veiligheidsfuncties toe aan het conventionele protocol voor DeviceNet-standaardcommunicatie. Het DeviceNet-veiligheidsconcept is goedgekeurd door een onafhankelijke organisatie (TUV Rijnland). Nat als bij DeviceNet, kunnen apparaten van derden die compatibel zijn met DeviceNet-veiligheid worden aangesloten op een DeviceNet-veiligheidsnetwerk.
  • Pagina 23: Systeem Waarin Een Veiligheidscontrolesysteem En Een Plc-Bewakingscontrolesysteem Zijn Gecombineerd

    De NE1A-SCPU01 kan I/O-veiligheidscommunicatie uitvoeren als een veiligheidsmaster voor maximaal 16 aansluitingen (16 slaves) met maximaal 16 bytes per aansluiting. Het apparaat ondersteunt twee protocollen, single-cast en multi-cast (broadcast), voor I/O-veiligheidsaansluitingen. SNE1A · Veiligheidsmaster Veiligheidsaansluitingen (logische communicatiepaden) · single-cast of multi-cast ·...
  • Pagina 24: Belangrijk

    BELANGRIJK: In totaal kunnen maximaal 64 standaardnodes en veiligheidsnodes op hetzelfde netwerk worden aangesloten. De gegevensattributen die door I/O-standaardcommunicatie en expliciete berichtcommuni- catie worden afgehandeld, zijn niet-veiligheidsgegevens. De noodzakelijke maatregelen voor veiligheidsgegevens worden voor deze gegevens niet getroffen tijdens het genereren van gegevens.
  • Pagina 25 De NE1A-SCPU01 functioneert tegelijkertijd als een veiligheidsmaster, veiligheidsslave en standaardslave. Als veiligheidsslave maakt de NE1A-SCPU01 I/O-veiligheidscommunicatie mogelijk voor maximaal vier aansluitingen met maximaal 16 bytes per aansluiting. Bewakingssysteem Veiligheidscontrolesysteem A NE1A 1 - Veiligheidsmaster - Standaardslave Standaard-PLC Standaardmaster NE1A 1 functioneert als de veiligheidsmaster voor NE1A 2 Veiligheidsslaves van DST1-veiligheidsslave...
  • Pagina 26: Aansluiting Met Network Configurator

    Configurator kunt u ook configuratiegegevens uploaden, de uitvoeringsstatus van programma's on line bewaken, foutregistraties controleren, enzovoort. De Network Configurator kan op de volgende drie manieren worden gebruikt: • Rechtstreekse aansluiting op DeviceNet • USB-aansluiting op de NE1A-SCPU01 • Seriële aansluiting op een OMRON PLC 1-2 Systeemconfiguratie...
  • Pagina 27 Rechtstreekse aansluiting op DeviceNet Met een DeviceNet-kaart kan de Network Configurator rechtstreeks op het netwerk worden aangesloten. Decentrale configuratie en bewaking worden ondersteund voor standaardnodes en veiligheidsnodes in het netwerk. Als de Network Configurator rechtstreeks op DeviceNet wordt aangesloten, vormt deze één knooppunt in het netwerk.
  • Pagina 28 De Network Configurator kan worden gebruikt door deze aan te sluiten op een seriële poort van een OMRON PLC. Decentrale configuratie en bewaking worden ondersteund voor standaardnodes en veiligheidsnodes in het netwerk. Voor een PLC-aansluiting gebruikt de Network Configurator geen knooppuntadres in het netwerk.
  • Pagina 29: Procedure Voor Systeeminstallatie

    Procedure voor systeeminstallatie Hieronder worden de algemene werkfasen weergegeven totdat het veiligheidssysteem operationeel is. 1. Systeemontwerp 3. Installatie en bedrading 2. Programmeren 4. Configuratie 5. Gebruikerstests 6. Werking van het systeem De NE1A-SCPU01-informatie die in elke fase nodig is, wordt in de volgende secties beschreven. Werkfase Benodigde informatie Details...
  • Pagina 30: Sectie 2: Technische Gegevens En Benamingen

    Sectie 2: Technische gegevens en benamingen Benamingen en functies ........28 2-1-1 Benamingen .
  • Pagina 31: Benamingen En Functies

    Benamingen en functies In deze sectie worden de onderdeelnamen en functies van de NE1A-SCPU01 beschreven. 2-1-1 Benamingen • Node-adresschakelaars: Indicator- stelt het DeviceNet-slave-adres in als een /displaygebied decimaal getal van 2 cijfers Plaats van aansluit- klemmen USB-poort (B-connector) Indicator- gebied Plaats van aansluit- klemmen...
  • Pagina 32: Display Met Zeven Segmenten

    Indicatornaam Kleur Status Betekenis Groen Online verbinding is tot stand gebracht. (netwerkstatus) Online verbinding is niet tot stand gebracht. Rood Kan niet communiceren. I/O-communicatiefout Groen/rood Wacht op TUNID-instelling. Niet online of DeviceNet-communicatie uitgeschakeld (modus standalone). LOCK Geel Vergrendeling is voltooid met een geldige configuratie. (configuratiever- Vergrendeling is niet voltooid met een geldige grendeling)
  • Pagina 33: Schakelaarinstellingen

    2-1-3 Schakelaarinstellingen Node-adresschakelaars Stel het DeviceNet-node-adres in met de draaischakelaars aan de voorkant van de NE1A-SCPU01. • Methode Decimaal getal van twee cijfers Bereik 0 tot 63 Opmerking: Het node-adres is in de fabriek ingesteld op 63. U kunt elk node-adres in het instelbereik gebruiken op voorwaarde dat dit adres niet door een andere node wordt gebruikt.
  • Pagina 34: Ingangs-/Uitgangsklemmen En Interne Aansluitingen

    2-1-6 Ingangs-/uitgangsklemmen en interne aansluitingen • 24 VDC 24 VDC Isolatie Isolatie 24 VDC Isolatie Aansluitklem Beschrijving Voedingsklem voor interne circuits De twee V0-klemmen zijn intern aangesloten. Voedingsklem voor interne circuits De twee G0-klemmen zijn intern aangesloten. Voedingsklem voor externe invoerapparaten en testuitgangen Voedingsklem voor externe invoerapparaten en testuitgangen Voedingsklem voor externe uitvoerapparaten Voedingsklem voor externe uitvoerapparaten...
  • Pagina 35: Specificaties

    Specificaties In deze sectie vindt u de specificaties van de NE1A-SCPU01. 2-2-1 Algemene specificaties • Item Technische gegevens DeviceNet-voedingsspanning 11 tot 25 VDC (Wordt geleverd via communicatieconnector.) Apparaatvoedingsspanning V0 20,4 tot 26,4 VDC (24 VDC, 15% tot 10%) I/O-voedingsspanningen V1 en V2 20,4 tot 26,4 VDC (24 VDC, 15% tot 10%) Stroomverbruik DeviceNet...
  • Pagina 36: Sectie 3: Installatie En Bedrading

    Sectie 3: Installatie en bedrading Installatie ..........34 3-1-1 Vereisten voor installatie en bedrading .
  • Pagina 37: Installatie

    Installatie 3-1-1 Vereisten voor installatie en bedrading Neem het navolgende in overweging voor installatie en bedrading om de betrouwbaarheid van het NE1A-SCPU01 Safety Network-controllersysteem te verbeteren en de mogelijkheden van het systeem optimaal te benutten. Installatie- en opslagomgeving U mag de NE1A-SCPU01 niet gebruiken of opslaan in een van de volgende locaties. •...
  • Pagina 38: Montage In De Schakelkast

    3-1-2 Montage in de schakelkast • Gebruik de NE1A-SCPU01 in een behuizing van beveiligingsklasse IP54 of hoger conform IEC/EN 60529. • Gebruik DIN-rail (TH35-7,5/TH35-15 conform IEC 61075) om de NE1A-SCPU01 in de schakelkast te monteren. Monteer de NE1A-SCPU01 op de DIN-rail met PFP-M-eindplaten (niet meegeleverd met de NE1A-SCPU01) om te voorkomen dat het apparaat door trillingen van de DIN-rail valt.
  • Pagina 39: Montage

    Montage Monteer de NE1A-SCPU01 zoals in het volgende diagram wordt weergegeven om voor een goede ventilatie te zorgen. boven onder Monteer de NE1A-SCPU01 niet zoals in de volgende diagrammen wordt weergegeven. boven boven onder onder boven boven onder onder Sectie 3: Installatie en bedrading...
  • Pagina 40: Afmetingen En Gewicht

    3-1-3 Afmetingen en gewicht Afmetingen (mm) 90,4 (99) 111,1 Gewicht Model Gewicht NE1A-SCPU01 max. 460 g 3-1 Installatie...
  • Pagina 41: Bedrading

    Bedrading 3-2-1 Algemene instructies voor bedrading Voorzorgsmaatregel: • Verwijder het etiket op de NE1A-SCPU01 pas nadat de bedrading is voltooid om te voorkomen dat er stukjes draad in de NE1A-SCPU01 terechtkomen. • Nadat de bedrading is voltooid, moet u niet vergeten het etiket van de NE1A-SCPU01 te verwijderen zodat de hitte kan verdwijnen voor een goede koeling.
  • Pagina 42 Referentiespecificaties (productspecificaties voor Phoenix Contact) Model stift Draadafmetingen Stiftspecificaties Dwars- Verwijder- Totale Lengte Binnen- Binnen- doorsne- de isola- lengte L1 diameter diameter de van tielengte (mm) metalen van gelei- van geïso- geleider (mm) deel L2 der D1 leerde be- (mm²) (mm) (mm) dekking...
  • Pagina 43: Bedrading Van I/O-Apparaten

    3-2-3 Bedrading van I/O-apparaten Bedrading van invoerapparaten Raadpleeg de volgende informatie over selectie van invoerapparaten en over bedrading. Apparaten met mechanische contactuitgangen Voorbeelden: noodstopknoppen en veiligheidslimietschakelaars Deze apparaten gebruiken zowel een veiligheidsingangsklem als een testuitgangsklem. Een veiligheidsingangsklem verzendt het testuitgangssignaal (pulsuitgang) van de NE1A-SCPU01 via een contactuitvoerapparaat.
  • Pagina 44: Bedrading Van Uitvoerapparaten

    Besturingsapparaten Vereisten Relais met geleide contacten Gebruik goedgekeurde apparaten met geleide contacten die voldoen aan EN 50205. Gebruik voor terugkoppeling apparaten met contacten die geschikt zijn voor schakeling van microbelastingen van 4 mA bij 24 VDC. Schakelaar Gebruik schakelaars met een geleid mechanisme en bewaak het hulp- NC-contact om storingen in schakelaars te detecteren.
  • Pagina 45 Voorbeelden van aansluitingen van I/O-apparaten Voorbeeld van de aansluiting van een noodstopknop KM1-NC KM2-NC 11 21 12 22 E1 en E2: 24 VDC-voedingen Noodstopschakelaar Reset-schakelaar KM1 en KM2: Magneetschakelaars Opmerking: Sluit een 24 VDC-voeding aan op de klemmen V0 en G0 (voedingsklemmen voor interne circuits). Voorbeeld van de aansluiting van limietschakelaars (voor een veiligheidspoort) Openen KM1-NC...
  • Pagina 46 Voorbeeld van het aansluiten van tweehandenschakelaars KM1-NC KM2-NC E1 en E2: 24 VDC-voedingen S11 en S12: Tweehandenschakelaars KM1 en KM2: Magneetschakelaars Opmerking: Sluit een 24 VDC-voeding aan op de klemmen V0 en G0 (voedingsklemmen voor interne circuits). 3-2 Bedrading...
  • Pagina 47 KM1-NC KM2-NC Zender: +24 V (bruin) Ontvanger: +24 V (bruin) Zender: 0 V (blauw), afscherming Ontvanger: 0 V (blauw), Veiligheidslichtscherm afscherming OMRON F3SN-A Reset-ingang (geel) RS485 (grijs) Externe relaiscontrole (rood) Rood: Openen RS485 (roze) Vergrendeling (wit) Hulpuitgang (geel) Testingang (groen)
  • Pagina 48: Voorbeeld Van Het Aansluiten Van Een Door De Gebruiker Te Selecteren Schakelaar

    Voorbeeld van het aansluiten van een door de gebruiker te selecteren schakelaar E1 en E2: 24 VDC-voedingen Door de gebruiker te selecteren schakelaar Opmerking: Sluit een 24 VDC-voeding aan op de klemmen V0 en G0 (voedingsklemmen voor interne circuits). 3-2 Bedrading...
  • Pagina 49: Devicenet-Bedrading

    3-2-4 DeviceNet-bedrading Bedraad de DeviceNet-communicatiekabel zoals wordt weergegeven in het volgende diagram. Op de communicatieconnectoren zijn stickers geplakt op basis van de kleur van elke communicatiekabel. Door de kleuren van de communicatiekabels te vergelijken met de kleuren van de connectorstickers kunt u controleren of kabels zich op de juiste locaties bevinden.
  • Pagina 50: Sectie 4: Devicenet-Communicatiefuncties

    Sectie 4: DeviceNet-communicatiefuncties Begininstelling ......... 48 4-1-1 Hardware-installatie .
  • Pagina 51: Begininstelling

    Begininstelling 4-1-1 Hardware-installatie Node-adresinstelling Stel het DeviceNet-node-adres in met de draaischakelaars aan de voorkant van de NE1A-SCPU01. • Methode Decimaal getal van twee cijfers Bereik 0 tot 63 Opmerking: Het node-adres is in de fabriek ingesteld op 63. U kunt elk node-adres in het instelbereik gebruiken op voorwaarde dat dit adres niet door een andere node wordt gebruikt.
  • Pagina 52: Software-Instellingen

    4-1-2 Software-instellingen DeviceNet-communicatie uitschakelen (standalone-instelling) Wanneer DeviceNet-communicatie is uitgeschakeld, beëindigt de NE1A-SCPU01 alle DeviceNet-communi- catie en werkt het systeem als een standalone controller. Standaard is DeviceNet-communicatie ingescha- keld (normale modus). Voer de instelling uit vanuit de Network Configurator. Nadat de instelling is uitgevoerd, wordt een reset- opdracht vanuit de Network Configurator verzonden naar de NE1A-SCPU01 om de instelling in te schakelen.
  • Pagina 53: Netwerkstatusaanduiding

    Netwerkstatusaanduiding De netwerkstatus wordt aangeduid met de NS-indicator (netwerkstatus) op de NE1A-SCPU01. Het display met 7 segmenten geeft onder normale omstandigheden het NE1A-SCPU01-node-adres weer, en de foutcode en het node-adres van de fout tijdens een foutstatus. Onder normale omstandigheden wordt ook 'nd' weergegeven indien DeviceNet-communicatie is uitgeschakeld (d.w.z.
  • Pagina 54: Decentrale I/O-Toewijzingen

    Opmerking: De fouten worden aangegeven door de combinatie van de MS-indicator, NS-indicator en het display met 7 segmenten. Zie Sectie 10: Problemen oplossen (pagina 125) voor meer details over specifieke betekenissen. Decentrale I/O-toewijzingen 4-3-1 Toewijzingoverzicht decentrale I/O-gebied De decentrale I/O-gebieden in veiligheidsmasters/-slaves en standaardmasters/-slaves worden automatisch toegewezen in het I/O-geheugen van de NE1A-SCPU01 volgens de instellingen die vanuit de Network Configurator zijn uitgevoerd.
  • Pagina 55: Instelling Voor Behoud Slave-I/O-Gebied

    Instelling voor behoud slave-I/O-gebied Met deze instelling geeft u op of u de gegevens in een slave-I/O-gebied wilt wissen of behouden wanneer de bedrijfsmodus wordt gewijzigd of wanneer er een communicatiefout optreedt. Instelling Beschrijving Standaard Geldigheid Clear Het slave-uitgangsgebied (verzendt naar een Clear Wanneer voeding (Wissen)
  • Pagina 56 Inhoud Beschrijving Markering voor status I/O-standaardcommu- Geeft aan of I/O-standaardcommunicatie actief is. nicatie AAN als normale communicatie actief is voor alle UIT: I/O-communicatie is gestopt of er is aansluitingen. een fout opgetreden AAN: I/O-communicatie is actief Markering voor fout in I/O-veiligheidscommu- Geeft aan of er een fout in de I/O-veiligheidscommu- nicatie nicatie is opgetreden.
  • Pagina 57: Functie Veiligheidsmaster

    Functie veiligheidsmaster 4-4-1 I/O-veiligheidscommunicatie als veiligheidsmaster I/O-veiligheidscommunicatie wordt gebruikt om automatisch gegevens uit te wisselen met veiligheidsslaves zonder programmering door de gebruiker. Voor de uitvoering van I/O-veiligheidscommunicatie met andere slaves zijn de volgende items vereist: Registratie van slave-apparaten in de NE1A-SCPU01. Instellingen I/O-veiligheidsaansluiting.
  • Pagina 58: Instellingen I/O-Veiligheidsaansluiting

    4-4-2 Instellingen I/O-veiligheidsaansluiting De NE1A-SCPU01 en veiligheidsslaves kunnen alleen I/O-veiligheidscommunicatie uitvoeren als veiligheidsaansluitingen zijn ingesteld. Een 'aansluiting' is een logisch communicatiepad voor een master en een slave om met elkaar te communiceren. De volgende instellingen zijn instellingen voor I/O-veiligheidsaansluitingen: Instellingen voor I/O-aansluitingen (I/O-gegevens selecteren die in de slave worden gebruikt) Instelling open type Instelling aansluitingstype Instelling EPI (verwachte pakketinterval gegevens)
  • Pagina 59 Instelling open type Selecteer het open type dat de NE1A-SCPU01 gebruikt als een aansluiting tot stand wordt gebracht. Open type Beschrijving Configureer de veiligheidsslave Configureert de veiligheidsslave als de aansluiting tot stand wordt gebracht. Controleer de Controleert of de configuratie van de veiligheidshandtekening klopt veiligheidshandtekening door de veiligheidshandtekening te controleren als de aansluiting tot stand wordt gebracht.
  • Pagina 60: Functie Veiligheidsslaves

    Functie veiligheidsslaves 4-5-1 I/O-veiligheidscommunicatie als veiligheidsslave De NE1A-SCPU01 kan als een veiligheidsslave functioneren. Eén NE1A-SCPU01 kan tegelijkertijd als een veiligheidsmaster, veiligheidsslave en standaardslave functioneren. Als u de NE1A-SCPU01 I/O-veiligheidscommunicatie wilt laten uitvoeren als een veiligheidsslave, zijn de volgende stappen nodig. Maken van I/O-gegevens (veiligheidsslave-I/O) voor gebruik als een veiligheidsslave Registratie in de veiligheidsmaster Instellingen voor I/O-veiligheidsaansluitingen in de veiligheidsmaster...
  • Pagina 61: I/O-Gegevens Maken (Veiligheidsslave-I/O) Voor Gebruik Als Veiligheidsslave

    4-5-2 I/O-gegevens maken (veiligheidsslave-I/O) voor gebruik als veiligheidsslave Als u de NE1A-SCPU01 I/O-veiligheidscommunicatie wilt laten uitvoeren als een veiligheidsslave, moet u I/O-gegevens voor de veiligheidsslave maken. Het geheugenblok voor deze I/O-gegevens wordt veiligheidsslave-I/O genoemd. • Er kunnen maximaal vier types veiligheidsslave-I/O worden gemaakt. •...
  • Pagina 62: Instelling Veiligheidsslave-I/O

    Instelling veiligheidsslave-I/O Stel de veiligheidsslave-I/O als volgt in: Selecteer het I/O-type. Stel de I/O-codes in. Stel aanvullende status in. Veiligheidsslave-I/O NE1A (veiligheidsslave) Veiligheidsslave IN Status A Aansluiting Status B Gebruikers- programma Input data Veiligheidsslave UIT Aansluiting Statusgegevens Uitgangs- gegevens Het I/O-type selecteren I/O-type Beschrijving Veiligheidsslave IN...
  • Pagina 63: Functie Standaardslaves

    Functie standaardslaves 4-6-1 I/O-standaardcommunicatie als standaardslave De NE1A-SCPU01 kan als een standaardslave functioneren. Eén NE1A-SCPU01 kan tegelijkertijd als een veiligheidsmaster, veiligheidsslave en standaardslave functioneren. Interne NE1A-SCPU01-statusinformatie wordt ook opgenomen in de gegevens die worden toegewezen aan de standaardmaster en dus kan een bewakingssysteem met een PLC tot stand worden gebracht. Als u de NE1A-SCPU01 I/O-standaardcommunicatie wilt laten uitvoeren als een standaardslave, zijn de volgende stappen nodig: Maken van I/O-gegevens (slave-I/O) voor gebruik als een standaardslave...
  • Pagina 64 Slave-I/O instellen Stel de slave-I/O als volgt in: Selecteer het type aansluiting. Stel de I/O-codes in. Stel aanvullende status in. Slave-I/O NE1A (standaardslave) Status A Status B Gebruikers- Ingangs- programma Aansluiting gegevens Statusgegevens Uitgangs- gegevens Type aansluiting selecteren U kunt een van de volgende 4 aansluitingstypes selecteren. U kunt geen uitgangsgegevens instellen voor Bitstrobe-gegevens omdat Bitstrobe-gegevens niet kunnen worden uitgevoerd vanuit de standaardmaster.
  • Pagina 65: Expliciete Berichtcommunicatie

    Expliciete berichtcommunicatie 4-7-1 Expliciete berichten ontvangen Door vanuit de standaardmaster expliciete berichten naar de NE1A-SCPU01 te verzenden kunt u alle opgegeven gegevens of parameters van de NE1A-SCPU01 lezen of schrijven. De NE1A-SCPU01 handelt in overeenstemming met een opdracht die vanuit de master is verzonden en retourneert een reactie. De NE1A-SCPU01 biedt de volgende service.
  • Pagina 66 Gegevens (opdracht) Verschuivingsgrootte Geeft het adres op vanwaar met lezen moet worden begonnen. Dit is een verschuiving in bytes vanaf de eerste regel van het gebied. Gegevensgrootte Geeft in een aantal bytes het te lezen gebied op (1 tot 256 bytes). Bereik Lokale ingangsgebied: 0 of 1 Lokale uitgangs-/testuitgangsgebied: 0 of 1...
  • Pagina 67: Verzending Expliciete Berichten

    • Lokale uitgangen en testuitgangen (2 bytes) Verschui- Bit 7 Bit 6 Bit 5 Bit 4 Bit 3 Bit 2 Bit 1 Bit 0 ving (bytes) Veilig- Veilig- Veilig- Veilig- Veilig- Veilig- Veilig- Veilig- heidsin- heidsin- heidsin- heidsin- heidsin- heidsin- heidsin- heidsin- gangs-...
  • Pagina 68: Sectie 5: I/O-Controle

    Sectie 5: I/O-controle Algemene functies ........66 5-1-1 Functie I/O-opmerking .
  • Pagina 69: Algemene Functies

    Algemene functies 5-1-1 Functie I/O-opmerking Een optionele naam van maximaal 32 ASCII-tekens kan in de NE1A-SCUPU01 voor elke I/O-klem worden geregistreerd met de Network Configurator. Deze I/O-opmerkingen kunnen in de functielijst van de logica- editor worden gebruikt als I/O-codes, zodat gemakkelijk een idee kan worden gevormd van wat er nu eigen- lijk wordt gecontroleerd en programmeren wordt vereenvoudigd.
  • Pagina 70: Veiligheidsingangen

    Veiligheidsingangen 5-2-1 Overzicht De NE1A-SCPU01 is voorzien van 16 veiligheidsingangsklemmen. Door de installatie en bedrading te selecteren op basis van de types invoerapparaten die zullen worden aangesloten of van het te bereiken veiligheidsniveau, kan de NE1A-SCPU01 op flexibele wijze verschillende toepassingen afhandelen.
  • Pagina 71: Instelling Testbron

    5-2-3 Instelling testbron Selecteer de testuitgangsklem die u als de testbron voor de veiligheidsingang wilt gebruiken wanneer de ingangssignaalmodus is ingesteld op testpuls vanuit testuitgang. Indien kortsluitingsdetectie tussen ingangsbedradingslijnen noodzakelijk is, geeft u een andere testuitgangsklem op. Voorbeelden: IIN1 IIN0 IIN1 Circuit waarin kortsluitingsdetectie Circuit waarin kortsluitingsdetectie...
  • Pagina 72 Ingangsstatus weergeven in I/O-ingangscodes De statusingang voor de veiligheidsingangsklemmen wordt weergegeven in de I/O-codes in overeenstemming met de kanaalmodus, zoals in de volgende tabellen wordt weergegeven. Kanaalmodus Ingang voor veiligheids- Ingangscode Betekenis van status ingangsklem IN (x) IN (x) Eén kanaal Niet-actief (UIT) Actief (AAN) x = 0 tot 15...
  • Pagina 73: Foutafhandeling

    Foutafhandeling voor equivalente ingangen met twee kanalen (afwijkingsfout) Afwijkingstijd Afwijkingstijd IN0 geëvalueerde waarde IN0 geëvalueerde waarde IN1 geëvalueerde waarde IN1 geëvalueerde waarde Normaal Normaal IN0, IN1 Status Fout IN0, IN1 Status Fout Opmerking: De NE1A-SCPU01 ondersteunt functieblokken met een functionaliteit die equivalent is aan de modus met twee kanalen.
  • Pagina 74: Testuitgangen

    Van fouten herstellen Aan alle onderstaande voorwaarden moet zijn voldaan om te herstellen van een fout die in een veiligheidsingang is opgetreden. • Het probleem moet zijn verholpen. • De vergrendelingstijd voor fouten moet zijn verstreken. • Het ingangssignaal moet terugkeren naar een inactieve status en er mag geen foutstatus zijn ontdekt. (bijvoorbeeld door op de noodstopschakelaar te drukken of door een deur te openen).
  • Pagina 75: Instelling Modus Met Twee Kanalen

    5-4-3 Instelling modus met twee kanalen Lokale veiligheidsuitgangsklemmen kunnen worden ingesteld op de modus met twee kanalen. Door de modus met twee kanalen in te stellen wordt het volgende mogelijk. • Er wordt een fout gedetecteerd indien de twee uitgangen van een gebruikersprogramma niet equivalent zijn.
  • Pagina 76: Van Fouten Herstellen

    Instelling vergrendelingstijd voor fouten U kunt instellen hoe lang de foutstatus wordt vergrendeld wanneer er een fout optreedt in een veiligheidsuitgangscircuit. De foutstatus blijft gehandhaafd totdat de vergrendelingstijd voor fouten is verstreken, zelfs wanneer het probleem is verholpen. De vergrendelingstijd voor fouten kan in stappen van 10 ms worden ingesteld tussen 0 en 65.530 ms.
  • Pagina 77 Sectie 5: I/O-controle...
  • Pagina 78: Sectie 6: Programmeren

    Sectie 6: Programmeren Overzicht van programmeren ....... . . 76 6-1-1 Overzicht .
  • Pagina 79: Overzicht Van Programmeren

    Overzicht van programmeren 6-1-1 Overzicht De NE1A-SCPU01 Safety Network-controller wordt geprogrammeerd door een logica-editor te starten vanuit de Network Configurator. Zoals u hieronder kunt zien bestaat de logica-editor uit een functielijst waar functieblokken, I/O-codes en andere programmeringselementen zijn geregistreerd en een werkruimte waar het programmeren plaatsvindt.
  • Pagina 80: Programmacapaciteit

    • Geregistreerde I/O- Knooppuntadres Bitadres opmerking Output tags Output tags geven de status van ingangen in de volgende I/O-gebieden weer. • Uitgangsgebied van lokale NE1A-SCPU01-klemmen • Uitgangsgebied van veiligheidsslaves die zijn geregistreerd als communicatiepartners • I/O-gebied weergegeven vanuit veiligheidsmastergegevens • I/O-gebied weergegeven vanuit standaardmastergegevens Output tags die in de logica-editor worden gebruikt, bevatten de volgende informatie.
  • Pagina 81: Overzicht Functieblokken

    Overzicht functieblokken De programmering van logica voor de NE1A-SCPU01 gebeurt met functieblokken. Diverse veiligheidstoepassingen kunnen worden verkregen met de functieblokken die in dit hoofdstuk worden beschreven om werking te programmeren om te voldoen aan veiligheidsstandaarden. 6-2-1 Ondersteunde functieblokken De NE1A-SCPU01 ondersteunt de logicafuncties en functieblokken die in de volgende tabellen worden vermeld.
  • Pagina 82: Instellingen Ingangstype

    Instellingen ingangstype • Eén kanaal (Single channel) • Equivalent, twee kanalen (Dual Channel Equivalent) • Complementair, twee kanalen (Dual Channel Complementary) • Equivalent, twee kanalen (2 paren) (Dual Channel Equivalent (2 Pairs)) • Complementair, twee kanalen (2 paren) (Dual Channel Complementary (2 Pairs)) De volgende waarheidstabellen bieden een overzicht van de interne evaluaties die door de NE1A-SCPU01 worden uitgevoerd voor elk type ingangssignaal.
  • Pagina 83 Instelling: Complementair, twee kanalen (2 paren) Ingang 1 (NC) Ingang 2 (NO) Ingang 3 (NC) Ingang 4 (NO) Uitgang inschakelen Afwijkingstijd Als het ingangstype van een functieblok op Equivalent, twee kanalen of Complementair, twee kanalen is ingesteld, kan de afwijkingstijd (d.w.z. de tijd tussen wijzigingen in de ingangen) worden geëvalueerd. De tijd die verstrijkt tussen de wijziging van een van de ingangen met twee kanalen en de wijziging van de andere ingang wordt bijgehouden.
  • Pagina 84: Instelling Synchronisatietijd

    Normale werking Voorbeeld voor instelling van Equivalent, twee kanalen Ingang 1 Ingang 2 Afwijkingstijd Afwijkingstijd Uitgang inschakelen Afwijkings- Normaal fout Foutafhandeling bij afwijking, voorbeeld voor instelling van Equivalent, twee kanalen Ingang 1 Ingang 1 Ingang 2 Ingang 2 Afwijkingstijd Afwijkingstijd Uitgang Uitgang inschakelen...
  • Pagina 85: I/O-Instellingen

    6-3-2 I/O-instellingen Instelling aantal ingangen Het aantal ingangen voor logicafuncties kan worden verhoogd of de optionele ingangen naar functieblokken kunnen worden ingeschakeld. Instelling aantal uitgangen Het aantal uitgangen voor logicafuncties kan worden verhoogd of de optionele uitgangen (bijv. foutuitgangen) van functieblokken kunnen worden ingeschakeld. Instelling Fout aanwezig Fout aanwezig is een diagnostische statusbit die wordt ondersteund in sommige functieblokken door inschakeling van het selectievakje dat zich bevindt op de tabpagina In/Out Setting (Instelling In/Uit) van de...
  • Pagina 86: Opdrachtverwijzing: Logicafuncties

    Opdrachtverwijzing: logicafuncties 6-4-1 Logicafunctie: NOT Diagram Algemene beschrijving De uitgang zal het tegenovergestelde zijn van de ingang. Waarheidstabel Ingang 1 Uitgang 1 0: UIT, 1: AAN 6-4-2 Logicafunctie: AND Diagram Standaardaansluitingen Algemene beschrijving Er wordt een AND van de ingangsvoorwaarden verzonden. Er kunnen maximaal acht ingangsvoorwaarden worden geëvalueerd.
  • Pagina 87 Waarheidstabellen Waarheidstabel voor evaluatie van AND met één ingang Ingang 1 Uitgang 1 0: UIT, 1: AAN Waarheidstabel voor evaluatie van AND met twee ingangen Ingang 1 Ingang 2 Uitgang 1 0: UIT, 1: AAN, x: AAN of UIT Waarheidstabel voor evaluatie van AND met drie ingangen Ingang 1 Ingang 2 Ingang 3...
  • Pagina 88: Logicafunctie: Or

    Waarheidstabel voor evaluatie van AND met zeven ingangen Ingang 1 Ingang 2 Ingang 3 Ingang 4 Ingang 5 Ingang 6 Ingang 7 Uitgang 1 0: UIT, 1: AAN, x: AAN of UIT Waarheidstabel voor evaluatie van AND met acht ingangen Ingang 1 Ingang 2 Ingang 3...
  • Pagina 89 Waarheidstabel Waarheidstabel voor evaluatie van OR met één ingang Ingang 1 Uitgang 1 0: UIT, 1: AAN Waarheidstabel voor evaluatie van OR met twee ingangen Ingang 1 Ingang 2 Uitgang 1 0: UIT, 1: AAN, x: AAN of UIT Waarheidstabel voor evaluatie van OR met drie ingangen Ingang 1 Ingang 2 Ingang 3...
  • Pagina 90: Logicafunctie: Exclusieve Or

    Waarheidstabel voor evaluatie van OR met zeven ingangen Ingang 1 Ingang 2 Ingang 3 Ingang 4 Ingang 5 Ingang 6 Ingang 7 Uitgang 1 0: UIT, 1: AAN, x: AAN of UIT Waarheidstabel voor evaluatie van OR met acht ingangen Ingang 1 Ingang 2 Ingang 3...
  • Pagina 91: Logicafunctie: Exclusieve Nor

    6-4-5 Logicafunctie: Exclusieve NOR Diagram Algemene beschrijving Er wordt een exclusieve NOR van de ingangsvoorwaarden verzonden. Waarheidstabel Waarheidstabel voor evaluatie exclusieve NOR Ingang 1 Ingang 2 Uitgang 1 0: UIT, 1: AAN 6-4-6 Logicafunctie: Routering Diagram Standaardaansluitingen Algemene beschrijving Het functieblok Routering routeert één ingangssignaal naar maximaal acht uitgangssignalen. Het blok wordt gebruikt om een signaal naar meerdere fysieke adressen (d.w.z.
  • Pagina 92 Waarheidstabel Waarheidstabel voor evaluatie Routering Ingang 1 Uitgang 1 Uitgang 2 Uitgang 3 Uitgang 4 Uitgang 5 Uitgang 6 Uitgang 7 Uitgang 8 0: UIT, 1: AAN 6-4 Opdrachtverwijzing: logicafuncties...
  • Pagina 93: Opdrachtverwijzing: Functieblokken

    Opdrachtverwijzing: Functieblokken 6-5-1 Functieblok: Resetten (Reset) Diagram Standaardaansluitingen Algemene beschrijving Het signaal Output Enable wordt ingeschakeld als het Reset Signal juist is verzonden terwijl de ingangsvoorwaarde voor het functieblok Reset AAN is. Dit functieblok kan worden gebruikt om te voorkomen dat de machine automatisch reset, bijvoorbeeld als de voeding van de NE1A-SCPU01 wordt ingeschakeld, als de bedrijfsmodus wordt gewijzigd (van de modus IDLE (Niet/actief) in de modus RUN (In bedrijf)) of als een signaal van een veiligheidsingangsapparaat AAN wordt.
  • Pagina 94: Functieblok: Herstarten (Restart)

    Wissignaal (Reset Signal) Het Reset Signal moet aan de volgende voorwaarden voldoen. 350 ms min. Werkingsdiagram Monitored Input Optionele ingang N Reset Output Enable Static Release Reset Req.Indication Idle (Niet-actief) naar RUN (In bedrijf) 6-5-2 Functieblok: Herstarten (Restart) Diagram Standaardaansluitingen Algemene beschrijving Het signaal Output Enable wordt ingeschakeld als het Reset Signal juist is verzonden terwijl de ingangsvoorwaarde voor het functieblok Restart AAN is.
  • Pagina 95 • En Output Enable moet UIT zijn. Als aan de volgende voorwaarde wordt voldaan, verandert de Reset Required Indication in AAN. • Het Restart Signal moet AAN zijn. Optionele ingangsinstellingen Het aantal ingangen kan worden verhoogd op de tabpagina I/O Setting (Instelling I/O) in het dialoogvenster met eigenschappen van functieblokken.
  • Pagina 96: (Emergency Stop Pushbutton Monitoring)

    6-5-3 Functieblok: Bewaking noodstopknop (Emergency Stop Pushbutton Monitoring) Diagram Standaardaansluitingen Algemene beschrijving Met het functieblok Emergency Stop Pushbutton Monitoring kan de gebruiker een noodstopschakelaar bewaken. Het signaal Output Enable gaat AAN als de ingang van de noodknop die wordt bewaakt actief is. Het signaal Output Enable zal UIT gaan als de ingang niet-actief is of als een fout is gedetecteerd voor het functieblok.
  • Pagina 97: Foutafhandeling En Van Fouten Herstellen

    Waarheidstabellen Instelling: Eén kanaal Ingang 1 (NC) Uitgang inschakelen 0: UIT, 1: AAN Instelling: Equivalent, twee kanalen Ingang 1 (NC) Ingang 2 (NC) Uitgang inschakelen 0: UIT, 1: AAN Instelling: Complementair, twee kanalen Ingang 1 (NC) Ingang 2 (NO) Uitgang inschakelen 0: UIT, 1: AAN Foutafhandeling en van fouten herstellen...
  • Pagina 98: Functieblok: Bewaking Lichtscherm (Light Curtain Monitoring)

    6-5-4 Functieblok: Bewaking lichtscherm (Light Curtain Monitoring) Diagram Standaardaansluitingen Algemene beschrijving Met het functieblok Light Curtain Monitoring bewaakt u een veiligheidslichtscherm van het type 4. Het signaal Output Enable gaat AAN als de ingang van het veiligheidslichtscherm dat wordt bewaakt actief is.
  • Pagina 99: Functieblok: Bewaking Veiligheidspoort (Safety Gate Monitoring)

    Instelling: Complementair, twee kanalen Ingang 1 (NC) Ingang 2 (NO) Uitgang inschakelen 0: UIT, 1: AAN Foutafhandeling en van fouten herstellen Foutstatus Handelwijze voor foutdetectie Herstellen van de foutstatus Uitgang Fout Foutuitgang inschakelen aanwezig Afwijkingsfout UIT (veilig- Afwijkings- Verhelp het probleem en doe het volgende: heidsstatus) foutuitgang: Maak de ingangen inactief en vervolgens...
  • Pagina 100 Testfuncties Voor sommige veiligheidspoorttoepassingen moeten beveiligingsapparaten fysiek worden gecontroleerd om na te gaan of deze goed werken (bijv. vereist voor veiligheidspoorttoepassingen van klasse 2). Indien de testfunctie is ingeschakeld voor het functieblok Safety Gate Monitoring, kan een veiligheidspoorttest, waarbij de veiligheidspoort moet worden geopend en vervolgens weer moet worden gesloten, worden toegevoegd als een voorwaarde voor inschakeling van het signaal Output Enable.
  • Pagina 101 Instelling uitgang Fout aanwezig Een uitgang Fout aanwezig kan ook worden gebruikt om te programmeren. U schakelt deze uitgang in door het selectievakje Use Fault Present (Fout aanwezig gebruiken) op de tabpagina In/Out Setting (Instelling In/Uit) van het dialoogvenster met eigenschappen van blokfuncties te selecteren.
  • Pagina 102: Foutafhandeling En Van Fouten Herstellen Foutstatus

    Ingang 1 (NC) Ingang 2 (NC) Ingang 3 (NC) Ingang 4 (NC) Uitgang inschakelen 0: UIT, 1: AAN Instelling: Complementair, twee dubbele kanalen (2 paren) Ingang 1 (NC) Ingang 2 (NO) Ingang 3 (NC) Ingang 4 (NO) Uitgang inschakelen 0: UIT, 1: AAN Foutafhandeling en van fouten herstellen Foutstatus Handelwijze voor foutdetectie...
  • Pagina 103 Werkingsdiagrammen Eén kanaal, testfunctie ingesteld op ingeschakeld Ingang 1 Testfunctie- signaal Testfunctie vereist Uitgang inschakelen Testfunctie- fout Fout aanwezig Idle (Niet-actief) naar RUN (In bedrijf) Equivalent, twee kanalen, testfunctie ingesteld op uitgeschakeld Ingang 1 (NC) Ingang 2 (NC) Uitgang inschakelen Afwijkingsfout Fout aanwezig...
  • Pagina 104: Functieblok: Tweehandencontrole (Two-Hand Controller)

    6-5-6 Functieblok: Tweehandencontrole (Two-Hand Controller) Diagram Standaardaansluitingen Algemene beschrijving Met het functieblok Two-hand Control kunt u de status van een tweehandenschakelaar bewaken. Het functieblok Two-hand Control kan worden gebruikt met een geschikte tweehandenschakelaar om te voldoen aan de vereisten van type III C in EN 574, Tweehandenregelapparaten, functioneel aspect – principe voor ontwerp.
  • Pagina 105 Waarheidstabel Ingang 1 Ingang 2 Ingang 3 Ingang 4 Uitgang (paar 1-NO) (paar 1-NC) (paar 2-NO) (paar 2-NC) inschakelen 0: UIT, 1: AAN Foutafhandeling en van fouten herstellen Foutstatus Handelwijze voor foutdetectie Herstellen van de foutstatus Uitgang Fout Foutuitgang inscha- aanwe- kelen Afwijkings-...
  • Pagina 106: Functieblok: Timer Uitschakelvertraging (Off-Delay Timer)

    Werkingsdiagram Ingang 1 (paar1-NO) Ingang 2 (paar1-NC) Ingang 3 (paar2-NO) Ingang 4 (paar2-NC) Uitgang inschakelen Afwijkingsfout paar 1 Afwijkingsfout paar 2 Fout aanwezig Idle (Niet-actief) 500 ms 500 ms Afwijkingstijd 500 ms naar RUN (In bedrijf) 6-5-7 Functieblok: Timer uitschakelvertraging (OFF-Delay Timer) Diagram Algemene beschrijving Het functieblok OFF-delay Timer voert een timer-bewerking uit voor een uitschakelvertraging die is ingesteld...
  • Pagina 107: Functieblok: Timer Inschakelvertraging (On-Delay Timer)

    6-5-8 Functieblok: Timer inschakelvertraging (ON-Delay Timer) Diagram Algemene beschrijving Het functieblok ON-delay Timer voert een timer-bewerking uit voor een inschakelvertraging die is ingesteld in stappen van 10 ms. Het bereik voor deze vertraging loopt van 0 ms tot 300 s. Instelparameters Parameter Instelbereik...
  • Pagina 108 Optionele uitgangen Het aantal I/O's kan worden verhoogd op de tabpagina In/Out Setting (Instelling In/Uit) in het dialoogvenster met eigenschappen van functieblokken. Parameter Instelbereik Standaardinstelling Aantal ingangen 2 tot 8 Aantal uitgangen 2 tot 8 Instelling uitgang Fout aanwezig Een uitgang Fout aanwezig kan ook worden gebruikt om te programmeren. U schakelt deze uitgang in door het selectievakje Use Fault Present (Fout aanwezig gebruiken) op de tabpagina In/Out Setting (Instelling In/Uit) van het dialoogvenster met eigenschappen van blokfuncties te selecteren.
  • Pagina 109: Functieblok: Externe Relaisbewaking (External Device Monitoring)

    Werkingsdiagram Ingang 1 Ingang 2 Ingang 3 Uitgang 1 Uitgang 2 Uitgang 3 Fout aanwezig Idle (Niet-actief) naar RUN (In bedrijf) 6-5-10 Functieblok: Externe relaisbewaking (External Device Monitoring) Diagram Standaardaansluitingen Algemene beschrijving Het functieblok External Device Monitoring evalueert het ingangssignaal en de status van een relais en verzendt veiligheidsuitgangen naar een relais.
  • Pagina 110 Instelling uitgang Fout aanwezig Een uitgang Fout aanwezig kan ook worden gebruikt om te programmeren. U schakelt deze uitgang in door het selectievakje Use Fault Present (Fout aanwezig gebruiken) op de tabpagina In/Out Setting (Instelling In/Uit) van het dialoogvenster met eigenschappen van blokfuncties te selecteren.
  • Pagina 111 Sectie 6: Programmeren...
  • Pagina 112: Sectie 7: Overige Functies

    Sectie 7: Overige functies Configuratievergrendeling........110 Wissen (Reset) ........111 7-2-1 Reset-types .
  • Pagina 113: Configuratievergrendeling

    Configuratievergrendeling De configuratiegegevens die in de NE1A-SCPU01 zijn opgeslagen kunnen met de Network Configurator worden vergrendeld om de gegevens te beveiligen nadat u de configuratiegegevens hebt gedownload en gecontroleerd. Nadat de configuratie is vergrendeld, kunnen de configuratiegegevens niet worden gewijzigd totdat ze worden ontgrendeld.
  • Pagina 114: Wissen (Reset)

    Wissen (Reset) 7-2-1 Reset-types Met de Network Configurator kunt u de NE1A-SCPU01 op de volgende drie manieren resetten: Voor het resetten is een wachtwoord vereist. Reset-type Configuratiegegevens Foutregistratie Emulatie voeding uit- en weer inschakelen Instellingen van voor het re- De registratie van voor het setten blijven behouden.
  • Pagina 115: Toegangsbeheer Met Wachtwoord

    • De configuratie vergrendelen of ontgrendelen • De reset-service van de NE1A-SCPU01 uitvoeren • De bedrijfsmodus wijzigen • Het wachtwoord wijzigen 7-3-2 Wachtwoord vergeten Als u uw wachtwoord bent vergeten, neemt u contact op met OMRON. Sectie 7: Overige functies...
  • Pagina 116: Sectie 8: Werking Van De Ne1A-Scpu01 En Reactie Op Onderbrekingen Van De Voeding

    Sectie 8: Werking van de NE1A-SCPU01 en reactie op onderbrekingen van de voeding Werking van de NE1A-SCPU01 ....... 114 8-1-1 Functionaliteit overzicht .
  • Pagina 117: Werking Van De Ne1A-Scpu01

    Werking van de NE1A-SCPU01 8-1-1 Functionaliteit overzicht De volgende modi worden ondersteund door de NE1A-SCPU01. • Modus SELF-DIAGNOSTIC (Zelfdiagnose) Zelfdiagnose wordt intern uitgevoerd door de NE1A-SCPU01. Dit is vereist voor de waarborging van de veiligheidsfuncties. • Modus CONFIGURING (Configureren) De modus CONFIGURING (Configureren) is actief tijdens het wachten op de voltooiing van de configu- ratie vanuit de Network Configurator.
  • Pagina 118: Ondersteunde Functies In Elke Bedrijfsmodus

    Controleren met de Markering bedrijfsmodus De gebruiker kan bepalen of de bedrijfsmodus van de NE1A-SCPU01 de modus RUN (In bedrijf) is of niet door bit 6 (Markering bedrijfsmodus) van de unit Algemene status te controleren. 8-1-3 Ondersteunde functies in elke bedrijfsmodus De volgende tabel geeft de omstandigheden in elke NE1A-SCPU01-modus weer en welke bewerkingen in elke modus vanuit de Network Configurator worden ondersteund.
  • Pagina 119: Wijzigingen Van De Bedrijfsmodus

    8-1-5 Wijzigingen van de bedrijfsmodus Bedrijfsmodi van de NE1A-SCPU01 kunnen worden gewijzigd met de Network Configurator. Mogelijk is een wachtwoord vereist voor het wijzigen van de bedrijfsmodus. Modus IDLE (Niet-actief) → Modus RUN (In bedrijf) • Modus RUN (In bedrijf) → Modus IDLE (Niet-actief) •...
  • Pagina 120: Sectie 9: Prestaties Decentrale I/O-Communicatie En Reactietijd Lokale I/O

    Sectie 9: Prestaties decentrale I/O-communicatie en reactietijd lokale I/O Overzicht ......... . . 118 Operationele stroom en cyclustijd van de NE1A-SCPU01 .
  • Pagina 121: Overzicht

    Overzicht In dit hoofdstuk worden de prestaties van de decentrale I/O-communicatie en de reactietijd van lokale I/O van de NE1A-SCPU01 beschreven. Bij de berekeningen die hier worden weergegeven, wordt verondersteld dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: • De configuratie is juist. •...
  • Pagina 122 De cyclustijd van de NE1A-SCPU01 kan worden gecontroleerd op de tabpagina Mode/Cycle Time (Modus/Cyclustijd) van het venster voor het bewerken van apparaatparameters. 9-2 Operationele stroom en cyclustijd van de NE1A-SCPU01...
  • Pagina 123: Cyclustijd I/O-Vernieuwing En Reactietijd Netwerk

    Cyclustijd I/O-vernieuwing en reactietijd netwerk De parameters cyclustijd I/O-vernieuwing en reactietijd netwerk zijn vereist om de lokale I/O-reactie en I/O-communicatieprestaties voor de NE1A-SCPU01 te evalueren. Cyclustijd I/O-vernieuwing De I/O-reactietijd van de NE1A-SCPU01 wordt gebruikt voor het berekenen van de reactietijd van de lokale I/O.
  • Pagina 124: Reactietijd Ne1A-Scpu01

    Reactietijd NE1A-SCPU01 9-4-1 Het begrip reactietijd De reactietijd is de tijd die nodig is om de werking van de machine te stoppen in het allerslechtste geval waarbij rekening wordt gehouden met fouten en storingen in de veiligheidsketen. De reactietijd wordt gebruikt om de veiligheidsafstand te berekenen.
  • Pagina 125 (4) Decentrale ingang - Decentrale uitgang Veiligheidssensor I/O-veiligheidsklem NE1A-SCPU01 I/O-veiligheidsklem Bediening /-schakelaar Reactie- Reactie- Reactie- Reactie- Reactie- Reactietijd tijden decentrale Reactietijd tijd tijd tijd tijd sensor/ bediening ingang/ ingang (E) netwerk (G) netwerk (G) uitgang (F) schakelaar decentrale uitgang (D) Berekening reactietijd Item Formule...
  • Pagina 126 Voorbeeld 2: Decentrale ingang - Lokale uitgang Cyclustijd = 6 ms I/O-vernieuwingscyclus = 6 ms NE1A-SCPU01 Bediening DeviceNet DST1-ID12SL-1 Veiligheidsaansluiting Reactietijd netwerk = 24 ms Schakelaar Reactietijd (ms) = Reactietijd schakelaar + Reactietijd I/O-veiligheidsklemingang + Reactietijd netwerk + Reactietijd decentrale ingang/lokale uitgang NE1A-SCPU01 + Reactietijd bediening = Reactietijd schakelaar + Vertragingstijd inschakeling/uitschakeling (DST1-ID12SL-1) + 16,2...
  • Pagina 127: Controle Van De Reactietijd

    Voorbeeld 4: Decentrale ingang - Decentrale uitgang Cyclustijd = 6 ms I/O-vernieuwingscyclus = 6 ms NE1A-SCPU01 Veiligheidsaansluiting Veiligheidsaansluiting Reactietijd netwerk nr. 1 = 24 ms Reactietijd netwerk nr. 2 = 24 ms DeviceNet DST1-ID12SL-1 DST1-MD16SL-1 Schakelaar Bediening Reactietijd (ms) = Reactietijd schakelaar + Reactietijd I/O-veiligheidsklemingang + Reactietijd netwerk nr.
  • Pagina 128: Sectie 10: Problemen Oplossen

    Sectie 10: Problemen oplossen 10-1 Foutcategorieën ........126 10-2 Controle van de foutstatus .
  • Pagina 129: Foutcategorieën

    Schakel de voeding uit en weer in. ondersteund • Storingsniveau hoger • Mogelijk is er een storing in de dan verwacht. NE1A-SCPU01. Neem dus con- tact op met OMRON. • Verlaag het storingsniveau. Links: H System Zo veel mo- • Kritieke hardwarefout Schakel de voeding uit en weer in.
  • Pagina 130: Niet-Fatale Fouten

    Niet-fatale fouten LED-indicatoren Foutregistratie Oorzaak Corrigerende handelingen Display Naam Opgesla- met ze- gen in niet- ven seg- vluchtig ge- menten heugen F0 ⇔ Duplicate Dubbel knooppuntadres Controleer het knooppuntadres knoop- MAC ID (zelfde knooppuntadres van andere knooppunten. Scha- punt- is voor meerdere knoop- kel de voeding weer in nadat Brandt adres van...
  • Pagina 131 LED-indicatoren Foutregistratie Oorzaak Corrigerende handelingen Display Naam Opgesla- met ze- gen in niet- ven seg- vluchtig ge- menten heugen P4 ⇔ Input PS Vol- I/O-voeding (ingang) is Controleer de volgende punten: Knoop- tage Low niet aangesloten, hoe- • Controleer of de voedingsspan- punt- wel een veiligheidsin- ning binnen het opgegeven...
  • Pagina 132 LED-indicatoren Foutregistratie Oorzaak Corrigerende handelingen Display Naam Opgesla- met ze- gen in niet- ven seg- vluchtig ge- menten heugen P3 ⇔ Doelklem Over Cur- Overstroom gedetec- Controleer de volgende punten: Knoop- brandt rent Detec- teerd bij veiligheidsuit- • Controleer of er geen over- punt- ted at Safety gang.
  • Pagina 133: Foutregistratie

    10-4 Foutregistratie In de foutregistratie worden fouten geregistreerd die de NE1A-SCPU01 detecteert in de totale bedrijfstijd van de NE1A-SCPU01. Gebruik de Network Configurator om de foutregistratie te lezen. 10-4-1 Foutregistratietabel Foutregistratietabel Wanneer een fout wordt gedetecteerd, wordt de foutregistratie, waarin één record per fout wordt bijgehouden (maximaal 20 records), vastgelegd in de foutregistratietabel in het RAM-geheugen van de NE1A-SCPU01.
  • Pagina 134 Bericht Corrigerende handelingen Safety I/O Connection Fout bij tot stand brengen Controleer de volgende punten op het slaveapparaat: Establishment Failure I/O-veiligheidsaansluiting „Controleer of het is geconfigureerd”. „Controleer of het normaal werkt”. Invalid Slave Device Ongeldig slave- Controleer het slaveapparaat (selecteer Device - apparaat (controlefout) Parameters –...
  • Pagina 135 Bericht Corrigerende handelingen Fouten met betrekking tot veiligheidsingangsklemmen External Test Signal Fout in de externe draad Controleer de volgende punten: Failure at Safety Input bij veiligheidsingang • Controleer of de ingangssignaaldraad geen contact maakt met de voeding (positieve pool). Afwijkingsfout bij de vei- Afwijkingsfout •...
  • Pagina 136: Fouten Die Optreden Tijdens Het Downloaden

    10-5 Fouten die optreden tijdens het downloaden De NE1A-SCPU01 kan een foutreactie retourneren tijdens het downloaden van configuratiegegevens naar de NE1A-SCPU01. De berichten die op de Network Configurator worden weergegeven kunnen worden gebruikt om de fout te identificeren en te corrigeren. 10-5-1 Displayberichten en correcties Network Configurator-bericht...
  • Pagina 137 Network Configurator-bericht Correctie Logica- en configuratiegegevens De netwerkconfiguratie is veranderd, zodat de gegevens die door de stemmen niet met elkaar overeen. programmalogica worden gebruikt niet meer overeenstemmen met Controleer de logica- en andere gegevens. Gebruik de logica-editor om de veranderde I/O te configuratiegegevens.
  • Pagina 138: Fouten Die Optreden Tijdens Het Opnieuw Instellen

    10-6 Fouten die optreden tijdens het opnieuw instellen De NE1A-SCPU01 retourneert mogelijk een foutreactie als deze opnieuw wordt ingesteld. De berichten die op de Network Configurator worden weergegeven kunnen worden gebruikt om de fout te identificeren en te corrigeren. 10-6-1 Displayberichten en correcties Network Configurator-bericht Correctie...
  • Pagina 139: Fouten Die Optreden Als De Modus Wordt Gewijzigd

    10-7 Fouten die optreden als de modus wordt gewijzigd De NE1A-SCPU01 retourneert mogelijk een foutreactie als de bedrijfsmodus wordt gewijzigd. De berichten die op de Network Configurator worden weergegeven kunnen worden gebruikt om de fout te identificeren en te corrigeren. 10-7-1 Displayberichten en correcties Network Configurator-bericht...
  • Pagina 140: Sectie 11: Onderhoud En Controle

    Sectie 11: Onderhoud en controle 11-1 Inspectie ......... . . 138 11-2 Vervanging van de NE1A-SCPU01 .
  • Pagina 141: Inspectie

    Wanneer u de defecte unit retourneert voor reparatie, voegt u een vel papier aan de unit toe, waarop u het defect zo gedetailleerd mogelijk beschrijft. Stuur de unit naar het filiaal of het verkoopkantoor van OMRON dat achterin deze gebruikershandleiding wordt vermeld. ! WAARSCHUWING Er kan ernstig letsel optreden wanneer noodzakelijke veiligheidsfuncties verloren gaan.
  • Pagina 142: Bijlagen

    Bijlagen Toepassings- en configuratievoorbeelden ......141 Noodstoptoepassing: modus met twee kanalen en handmatige reset..141 Toepassing veiligheidspoort: modus met twee kanalen, eindschakelaars met automatische reset .
  • Pagina 144: Toepassings- En Configuratievoorbeelden

    Toepassings- en configuratievoorbeelden Noodstoptoepassing: modus met twee kanalen en handmatige reset Bedradingsschema KM1-NC KM2-NC 11 21 12 22 E1 en E2: 24 VDC-voedingen Noodstopschakelaar Reset-schakelaar KM1 en KM2: Magneetschakelaars Opmerking: Sluit een 24 VDC-voeding aan op de klemmen V0 en G0 (voedingsklemmen voor interne circuits). Tijdschema Noodstopknop (E-STOP) Noodstopknop is...
  • Pagina 145 Programmeervoorbeeld Voorbeeld van de instelling van een lokale ingang en een testuitgang A Toepassings- en configuratievoorbeelden...
  • Pagina 146 Voorbeeld van de instelling van een lokale uitgang A-1 Noodstoptoepassing: modus met twee kanalen en handmatige reset...
  • Pagina 147: Toepassing Veiligheidspoort: Modus Met Twee Kanalen, Eindschakelaars Met Automatische Reset

    Toepassing veiligheidspoort: modus met twee kanalen, eindschakelaars met automatische reset Bedradingsvoorbeeld Openen KM1-NC KM2-NC E1 en E2: 24 VDC-voedingen Veiligheidslimietschakelaar Limietschakelaar (GEEN contact) KM1 en KM2: Magneetschakelaars Opmerking: Sluit een 24 VDC-voeding aan op de klemmen V0 en G0 (voedingsklemmen voor interne circuits). Tijdschema Veiligheidspoort geopend.
  • Pagina 148 Voorbeeld van de instelling van een lokale ingang en een testuitgang Voorbeeld van de instelling van een lokale uitgang A-2 Toepassing veiligheidspoort: modus met twee kanalen, eindschakelaars met automatische reset...
  • Pagina 149 A Toepassings- en configuratievoorbeelden...
  • Pagina 150: Berekende Pfd- En Pfh-Waarden

    Berekende PFD- en PFH-waarden De berekende PFD- en PFH-waarden voor de NE1A-SCPU01 staan in de volgende tabellen. Deze waarden moeten voor alle apparaten in het complete systeem worden berekend om te voldoen aan het SIL-niveau dat voor de toepassing is vereist. Berekende PFD-waarden Model Controletestinterval (jaar)
  • Pagina 151 B Berekende PFD- en PFH-waarden...
  • Pagina 152: Woordenlijst

    Woordenlijst Term Definitie aansluiting Een logisch communicatiepad dat wordt gebruikt voor communicatie tussen apparaten. aansluitingsmodel Interne gegevens in een apparaat die als één groep worden verzameld voor externe toegang. afwijkingstijd De periode tussen een wijziging in een van twee ingangen en de wijziging in de andere ingang.
  • Pagina 154 Index ..Fouten tijdens het downloaden ....Foutregistratie ... . Aanvullende status instellen .
  • Pagina 155 ..Modus SELF-DIAGNOSTIC (Zelfdiagnose) Status testuitgang/mutinglamp ....... Modus standalone controller Statusgebied .
  • Pagina 156 Revisieoverzicht Een revisiecode voor de handleiding verschijnt als een achtervoegsel van het catalogusnummer in de linkerbenedenhoek van de voor- en achterkant van de handleiding. Z906-NL2-01 Cat. No. Revisiecode De volgende tabel bevat een overzicht van de wijzigingen die tijdens elke revisie in de handleiding zijn aangebracht. Paginanummers verwijzen naar de vorige versie.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ne1a-scpu01