7.4.2 Demonteren van membraan en ventielen
Waarschuwing
Explosiegevaar als doseervloeistof het
pomphuis is binnengedrongen!
Als het membraan mogelijk beschadigd is,
mag de pomp niet met de voeding worden
verbonden! Ga te werk zoals beschreven
in paragraaf
7.6
Deze paragraaf heeft betrekking op afb. 23.
1. Maak het systeem drukloos.
2. Maak de doseerkop leeg voorafgaand aan het
onderhoud, en spoel deze zo nodig door.
3. Stel de pomp in op bedrijfstoestand "Stop"
de toets [Start/stop].
4. Druk gelijktijdig op de toetsen [Start/stop] en
[100 %] om het membraan in de "uit" positie te
zetten.
– Het symbool
moet zijn weergegeven (zie
afb. 13).
5. Onderneem de juiste stappen om te zorgen dat
de vloeistof op veilige wijze wordt opgevangen.
6. Koppel de zuig-, pers- en ontluchtingsslang los.
7. Demonteer de ventielen aan zuig- en perszijde
(5, 6).
8. Verwijder het deksel (9).
9. Maak de bouten (8) van de doseerkop (7) los en
verwijder de bouten en ringetjes.
10. Verwijder de doseerkop (7).
11. Schroef membraan (4) tegen de klok in los en
verwijder deze samen met de flens (2).
12. Controleer of de afvoeropening (11) niet geblok-
keerd of vervuild is. Reinig deze zo nodig.
13. Controleer het veiligheidsmembraan (1) op slij-
tage en schade. Vervang indien nodig.
Als er niets op duidt dat er doseervloeistof in het
pomphuis is binnengedrongen, gaat u te werk zoals
beschreven in paragraaf
membraan en
ventielen. Ga anders te werk zoals
beschreven in paragraaf
pomphuis.
Membraanbreuk!
met
7.4.3 Terugplaatsen van
7.6.2 Doseervloeistof in het
7.4.3 Terugplaatsen van membraan en ventielen
De pomp mag alleen opnieuw worden gemonteerd
als niet erop duidt dat doseervloeistof in het pomp-
huis is binnengedrongen. Ga anders te werk zoals
beschreven in paragraaf
pomphuis.
Deze paragraaf heeft betrekking op afb. 23.
1. Plaats de flens (2) op de juiste wijze en schroef
een nieuw membraan (4) met de klok mee op zijn
plaats.
– Zorg dat de O-ring (3) goed zit!
2. Druk gelijktijdig op de toetsen [Start/stop] en
[100 %] om het membraan in de "in" positie te
zetten.
– Het symbool
moet worden weergegeven
(zie afb. 13).
3. Plaats de doseerkop (7) terug.
4. Plaats bouten met ringen (8) en draai ze kruise-
lings vast met een momentsleutel.
– Draaimoment: 4 Nm.
5. Plaats het deksel (9).
6. Installeer nieuwe ventielen (5, 6).
– Verwissel de ventielen onderling niet, en let op
de richting van de pijl.
7. Sluit de zuig-, pers- en ontluchtingsslang aan (zie
paragraaf
4.2 Hydraulische
8. Druk op de toets [Start/stop] om de servicemodus
te verlaten.
Draai de bouten van de doseerkop een-
maal aan met een momentsleutel vooraf-
Voorzichtig
gaand aan de inbedrijfstelling en nogmaals
na 2-5 bedrijfsuren op 4 Nm.
9. Ontlucht de doseerpomp (zie paragraaf
5.2 Ontluchten van de
10. Neem de opmerkingen over inbedrijfstelling van
paragraaf
5. In bedrijf nemen
7.5 Resetten van het servicesysteem
Na het servicen moet het servicesysteem worden
gereset via de "Info > Reset servicesysteem" functie.
7.6.2 Doseervloeistof in het
aansluiting)
pomp).
in acht!
27