6.4 Bedrijfsmodi
Drie verschillende bedrijfsmodi kunnen worden inge-
steld in het "Instellingen > Bedrijfsmodus" menu.
Handmatig, zie paragraaf 6.4.1
•
Pulssturing, zie paragraaf 6.4.2
•
Analoog 0-20mA, zie paragraaf 6.4.3
•
Analoog 4-20mA, zie paragraaf 6.4.3
6.4.1 Handmatig
In deze bedrijfsmodus doseert de pomp voort-
durend de doseercapaciteit die met het
klikwiel is ingesteld. De doseercapaciteit wordt inge-
steld in l/uur of ml/uur in het "Bediening" menu.
De pomp schakelt automatisch tussen de eenheden.
Als alternatief kan het display worden gereset naar
Amerikaanse eenheden (gph). Zie paragraaf
6.7 Instelling van het
display.
Bediening
3.40
Handmatig
Afb. 14 Handmatig modus
Het instelbereik hangt af van het pomptype:
Type
[l/uur]
DDC 6-10
0,0060 - 6,0
DDC 9-7
0,0090 - 9,0
DDC 15-4
0,0150 - 15,0
*
Wanneer de "SlowMode" functie actief is wordt
de maximale doseercapaciteit verminderd,
zie paragraaf
3.1 Technische
6.4.2 Pulssturing
In deze bedrijfsmodus doseert de pomp het
ingestelde doseervolume voor elke inkomende
(potentiaalvrije) puls, bijv. van een watermeter.
De pomp berekent automatisch de optimale slagfre-
quentie voor het doseren van het ingestelde volume
per puls.
De berekening is gebaseerd op:
•
de frequentie van de externe pulsen
•
het ingestelde doseervolume/puls.
Bediening
0.0400
Pulssturing
Afb. 15 Pulssturing modus
22
l/h
Instelbereik*
[gph]
0,0015 - 1,5
0,0024 - 2,4
0,0040 - 4,0
specificaties.
ml/
3.40 l/h
Het doseervolume per puls wordt met het klikwiel
ingesteld in ml/puls in het "Bediening" menu.
Het instelbereik voor het doseervolume hangt af van
het pomptype:
Type
Instelbereik [ml/puls]
DDC 6-10
DDC 9-7
DDC 15-4
De frequentie van de inkomende pulsen wordt ver-
menigvuldigd met het ingestelde doseervolume.
Als de pomp meer pulsen ontvangt dan verwerkt kan
worden bij de maximale doseercapaciteit, dan draait
de pomp met maximale slagfrequentie in continu
bedrijf. De extra pulsen worden genegeerd als de
geheugenfunctie niet is ingeschakeld.
Geheugenfunctie
Wanneer de "Instellingen > Pulsgeheugen" functie is
ingeschakeld, dan kunnen maximaal 65.000 onver-
werkte pulsen worden opgeslagen voor latere ver-
werking.
Waarschuwing
Latere verwerking van opgeslagen pulsen
kan een plaatselijke toename in concentra-
tie veroorzaken!
De inhoud van het geheugen wordt verwijderd bij:
•
Uitschakeling van de voedingspanning
•
Wijziging van de bedrijfsmodus
Onderbreking (bijv. alarm, Externe vrijgave).
•
6.4.3 Analoog 0/4-20 mA
Geldt voor DDC-AR besturingsuitvoering
In deze bedrijfsmodus doseert de pomp over-
eenkomstig het externe analoge signaal. Het doseer-
volume is evenredig met de signaalingangswaarde in
mA.
Ingangswaarde
Bedrijfsmodus
[mA]
≤ 4,1
4-20 mA
≥ 19,8
≤ 0,1
0-20 mA
≥ 19,8
0,0016 - 16,2
0,0017 - 16,8
0,0032 - 31,6
Doseercapaciteit
[%]
0
100
0
100