6.8.3 Leegmelding en Voorleegmelding
signalen
Om het vulniveau in de tank te bewaken kan een
niveaubewaking met twee niveaus op de pomp wor-
den aangesloten. De pomp reageert als volgt op de
signalen:
Vulniveausensor
Pompstatus
• Display is geel
Voorleegmelding
•
• Pomp blijft draaien
• Display is rood
Leegmelding
•
• Pomp schakelt uit
Als de tank weer gevuld is, dan schakelt
Voorzichtig
de pomp weer automatisch in!
Beide signaalingangen worden in de fabriek toege-
kend aan het gesloten contact (NO). Ze kunnen
opnieuw worden toegekend in het "Instellingen >
Ingangen/Uitgangen" menu aan open contact (NC).
6.9 Basisinstel.
Alle instellingen kunnen worden gereset naar de
standaardinstellingen (zoals bij aflevering) in het
"Instellingen > Basisinstel." menu.
Het kiezen van "Eigen instellingen bewaren" slaat de
huidige configuratie op in het geheugen. Deze instel-
lingen kunnen worden geactiveerd via "Eigen instel-
lingen laden".
Het geheugen bevat altijd de eerder opgeslagen
configuratie. Oudere geheugendata worden over-
schreven.
knippert
knippert
7. Service
Om een lange gebruiksduur en doseer-
nauwkeurigheid te garanderen moeten slijt-
onderdelen zoals membranen en ventielen regelma-
tig worden gecontroleerd op tekenen van slijtage.
Vervang zo nodig versleten onderdelen door origi-
nele reserveonderdelen die van geschikte materialen
gemaakt zijn.
Heeft u vragen, neem dan contact op met uw ser-
vicepartner.
Waarschuwing
Onderhoudswerkzaamheden mogen uit-
sluitend worden uitgevoerd door gekwalifi-
ceerd personeel.
7.1 Regelmatig onderhoud
Interval
Taak
Controleer of er vloeistof lekt uit de
afvoeropening (afb. 23, pos 11) en of
de afvoeropening is geblokkeerd of
vervuild.
Als dat het geval is, volgt u de
instructies in paragraaf
7.6
Membraanbreuk.
Controleer of er vloeistof lekt uit de
doseerkop of ventielen.
Draai zo nodig de bouten van de
Dagelijks
doseerkop kruiselings aan met een
momentsleutel op 4 Nm.
Draai zo nodig de ventielen en afdop-
moeren aan, of voer service uit (zie
7.4 Voer service
Controleer of service is vereist vol-
gens het display van de pomp.
Als dat het geval is, volgt u de
instructies in paragraaf
7.3
Servicesysteem.
Reinig alle pompoppervlakken met
Wekelijks
een droge en schone doek.
Controleer de bouten van de doseer-
kop.
Draai zo nodig de bouten van de
Elke
doseerkop kruiselings aan met een
3 maanden
momentsleutel op 4 Nm.
Vervang beschadigde bouten onmid-
dellijk.
7.2 Reinigen
Reinig zo nodig alle pompoppervlakken met een
droge en schone doek.
uit).
25