Basisprincipes
3.4 Interface
De vermeldingen op de tweede regel kunnen worden geconfigureerd.
Derde regel
Weergave
Welke programmabeïnvloedingen worden weergegeven, is afhankelijk van de instellingen van
de machinefabrikant.
3.4.3
Venster reële waarden
Hier worden de reële waarden en de posities van de assen weergegeven.
46
Machinefabrikant
Neem hiervoor de instructies van de machinefabrikant in acht.
Machinefabrikant
Neem hiervoor de instructies van de machinefabrikant in acht.
Betekenis
Weergave van de kanaaltoestand.
Wanneer op de machine meerdere kanalen aanwezig zijn, dan
wordt ook de kanaalnaam weergegeven.
Wanneer slechts één kanaal aanwezig is, wordt enkel "Reset" als
kanaaltoestand weergegeven.
Bij touchbediening kunt u hier het kanaal omschakelen
Weergave van de kanaaltoestand:
Het programma werd met "Reset" afgebroken.
Het programma wordt afgewerkt.
Het programma werd met "Stop" onderbroken.
Weergave van actieve programmabeïnvloedingen:
PRT: geen asbeweging
DRY: Testrunvoeding
RG0: gereduceerde ijlgang
M01: geprogrammeerde stop 1
M101: geprogrammeerde stop 2 (aanduiding variabel)
SB1: blok-per-blok ruw (het programma stopt enkel na blokken die
een machinefunctie uitvoeren)
SB2: rekenblok (het programma stopt na elk blok)
SB3: blok-per-blok fijn (het programma stopt ook in cycli enkel na
blokken die een machinefunctie uitvoeren)
CST: geconfigureerde stop (het programma stopt op de stop-rele‐
vante posities die u voor het starten van het programma hebt
gedefinieerd)
Kanaalbedrijfsmeldingen
Stop: Er is in de regel een bedieningshandeling vereist.
Wachten: er is geen bedieningshandeling vereist.
Bedieningshandboek, 07/2021, A5E48384812S AC
Universal