Werkstuk bewerken
7.4 Huidig programmablok weergeven
7.4
Huidig programmablok weergeven
7.4.1
Basisblok weergeven
Als u bij het inlopen of tijdens de het uitvoeren van een programma meer informatie wilt over
de asposities en belangrijke G-functies, dan kunt u de basisblokweergave activeren. Zo
controleert u bijv. bij het gebruik van cycli hoe de machine werkelijk beweegt.
Posities die via variabelen of R-parameters zijn geprogrammeerd, worden in de
basisblokweergave ontbonden en vervangen door de variabele waarde.
De basisblokweergave kunt u in testmodus en ook tijdens de reële bewerking van het werkstuk
aan de machine gebruiken. Voor het programmablok dat op dat ogenblik actief is worden in het
venster "basisblokken" alle G-code commando's weergegeven die een functie aan de machine
activeren:
• Absolute asposities
• G-functies van de eerste G-groep
• Verdere modale G-functies
• Verdere geprogrammeerde adressen
• M-functies
Procedure
132
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
1.
Een programma is voor uitvoering geselecteerd en in het bedieningsbe‐
reik "Machine" geopend.
2.
Druk op de softkey "Basisblokken".
Het venster "Basisblokken" verschijnt.
3.
Druk op de toets <SINGLE BLOCK> indien u het programma blokgewijs wilt
uitvoeren.
4.
Druk op de toets <CYCLE START> om het uitvoeren van het programma te
starten.
In het venster "Basisblokken" worden de reële asposities waarnaar moet
worden verplaatst, de modale G-functies, enz. getoond voor het program‐
mablok dat op dat moment actief is.
5.
Druk opnieuw op de softkey "Basisblokken" om het venster opnieuw te
sluiten.
Bedieningshandboek, 07/2021, A5E48384812S AC
Universal