Alarm-, fout- en systeemmeldingen
16.1 Alarmen weergeven
Alarmen wissen
- OF -
408
4.
Als de oorzaak van het alarm niet bekend is, drukt u op de softkey "Diag.-
data opslaan".
De functie verzamelt alle beschikbate logbestanden van de bedienings‐
software en slaat deze in de volgende directory op:
\user\sinumerik\didac\out_<Date-Time>.7z
5.
Stuur bij een systeemprobleem het ZIP-bestand naar de SINUMERIK-hot‐
line om de analyse van het probleem te vereenvoudigen.
In de kolom "Wissen" wordt gesymboliseerd hoe u actieve alarmen uit de
alarmlijst wist.
6.
Plaats de cursor op een alarm.
7.
Indien een NCK-POWER-ON-alarm verschijnt, schakelt u het apparaat uit
en weer in (hoofdschakelaar) of drukt u op NCK-POWER ON.
- OF -
Indien een NC-Start-alarm verschijnt, drukt u op de toets NC-Start>.
- OF -
Indien een RESET-alarm wordt weergegeven, drukt u op de toets <RESET>.
- OF -
Indien een Cancel-alarm verschijnt, drukt u op de toets <ALARM CANCEL>
of drukt u op de softkey "Cancel-alarm wissen".
- OF -
Indien een HMI-alarm verschijnt, drukt u op de softkey "HMI-alarm wis‐
sen".
- OF -
Indien een dialoog-alarm van de HMI verschijnt, drukt u op de toets <RE‐
CALL>.
- OF -
Indien een PLC-alarm verschijnt, drukt u op de door de machinefabrikant
voorziene toets.
- OF -
Indien een PLC-alarm van het type SQ verschijnt, drukt u op de softkey
"Alarm bevestigen".
De softkeys kunnen worden gebruikt wanneer de cursor op een overeen‐
komstig alarm staat.
Bedieningshandboek, 07/2021, A5E48384812S AC
Universal