Werkstuk bewerken
7.18 Matrijsweergave
Matrijsweergave wijzigen en aanpassen
Net als bij Simulatie en Meetekenen kunt u de matrijsweergave voor een optimale weergave
wijzigen en aanpassen.
• Grafiek vergroten en verkleinen
• Grafiek verschuiven
• Grafiek draaien
• Detail wijzigen
7.18.1
Matrijsweergave starten
Procedure
7.18.2
Matrijsweergave aanpassen
Om het werkstuk in de matrijsweergave beter te beoordelen, heeft u verschillende
mogelijkheden om de grafische weergave aan te passen.
Voorwaarden
• Het gewenste programma is in de matrijsweergave geopend.
• De softkey "Grafiek" is geactiveerd.
200
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Programma-manager".
2.
Selecteer het programma dat u in de matrijsweergave wilt laten weerge‐
ven.
3.
Druk op de softkey "Openen".
Het programma wordt in de editor geopend.
4.
Druk de softkeys ">>" en "Matrijsweergave" in.
De editor wordt in twee delen gesplitst.
In de linker helft van de editor worden de G-codeblokken weergegeven.
In de rechter helft van de editor wordt het werkstuk weergegeven in
matrijsaanzicht. Alle in het deelprogramma geprogrammeerde punten en
banen zijn afgebeeld.
Bedieningshandboek, 07/2021, A5E48384812S AC
Universal