INFORMATIE OVER BEDIENING EN ONDERHOUD
Lees alles goed door om vertrouwd te raken met dit voertuig. Let vooral op de tekst onder NB, Pas op en Waarschuwing.
Gloeilamp
Fig. 18 Vervangen van de gloeilamp in de koplampen en richtin-
gaanwijzer
VERVANGEN VAN ZEKERINGEN
Voor het vervangen van zekeringen moet u bij het zekeringblok onder
de stoel van de bestuurder zijn. Trek de oude zekering eruit en vervang
hem voor een zekering van hetzelfde type en dezelfde sterkte. Gloeil-
ampen voor koplampen en achterlichten alsmede zekeringen zijn
verkrijgbaar bij de plaatselijke distributeur, een erkende vertegenwoor-
diging of de afdeling onderdelen.
VOERTUIG MET EEN LEGE ACCU
Om de kans op ernstig of dodelijk
letsel door onopzettelijke beweging
te reduceren, niet proberen om de
motor m.b.v. startkabels te starten.
3-24
in de beplating
Behuizing
Fig. 19 Vervangen van de gloeilamp van de achterlichten en rem-
Het voertuig is uitgerust met een startmotor/dynamo en heeft geen sta-
tionairloop. Bij het starten van de motor fungeert de startmotor/dynamo
als startmotor en wanneer de motor loopt, fungeert hij als dynamo.
Bij korte ritten, die typerend zijn voor dit soort voertuig, is de dynamo
meer dan voldoende om de accu op een correct laadniveau te houden.
De dynamo is niet ontwikkeld om een leeggelopen accu op te laden.
Zodra de motor start, grijpt de koppeling aan, waardoor het voertuig
zich in beweging zet, hetgeen starten met startkabels zowel gevaarlijk
als onpraktisch maakt.
Indien de voertuigaccu leeg gelopen is, moet hij worden opgeladen
met een 12 Volt-acculader die niet verder dan 10 Amp gaat. Lees en
licht