INFORMATIE OVER BEDIENING EN ONDERHOUD
Lees alles goed door om vertrouwd te raken met dit voertuig. Let vooral op de tekst onder NB, Pas op en Waarschuwing.
Sleutel-/lichtschakelaar
Fig. 9 Sleutel/lichtschakelaar, lage oliedruk controlelampje en
brandstofmeter
Met de hendel op de console tussen de stoelen kan gekozen worden
tussen vooruit of achteruit rijden (Zie Fig. 10 op pagina 3-11). Wanneer
het voertuig onbeheerd achtergelaten wordt, moet de hendel in de
stand vooruit staan.
CHOKE
De choke wordt gebruikt bij een koude start (Zie Fig. 10 op pag-
ina 3-11). Zie 'Koude start' (Zie pagina 3-16) voor instructies voor
een correct gebruik van de choke.
BRANDSTOFMETER
Een elektrische brandstofmeter zit aan de rechter kant van het con-
tactslot. Hij meet de hoeveelheid brandstof in de tank (Zie Fig. 9 op
pagina 3-10).
LAGE OLIEDRUK CONTROLELAMPJE
Het controlelampje lage oliedruk zit op het dashboard (Zie Fig. 9 op
pagina 3-10). Indien de oliedruk onder de 1 - 4 psi (.1 - .2 kg/cm
3-10
Brandstof-
meter
Controlelampje
lage oliedruk
2
) komt
Rijrichting-
hendel
Differentieel
niet vergrendeld
Fig. 10 Bedieningsconsole
activeert de oliedrukschakelaar het lampje. Controleer het oliepeil (Zie
pagina 3-33). Indien het oliepeil tussen de markeringen ADD en FULL
op de peilstok staat, is er sprake van een mechanisch probleem in de
motor en mag het voertuig niet verreden worden. Neem contact op
met een plaatselijke distributeur of erkende vertegenwoordiging.
O m s c h a d e a a n d e m o t o r t e
voorkomen, de motor niet gebruiken
tot de oliedruk gecorrigeerd is. Vul de motor niet met
te veel olie. Te veel olie kan rook veroorzaken of er
Parkeerrem
Choke
Differentieel
vergrendeld
Differentieel
sperhendel
(Stop voertuig
voordat u de hendel
bedient)
75694G01