Inhoudsopgave
Advertenties
Lees alles goed door om vertrouwd te raken met dit voertuig. Let vooral op de tekst onder NB, Pas op en Waarschuwing.
De brandstoftank zit onder de stoel aan de kant van de passagier (Zie
Fig. 14 op pagina 3-18). Vul de tank met verse, schone benzine voor
personenauto's (Zie Fig. 38 op pagina 3-46). Bij werken op grote
hoogten of zwaar gebruik/zware lading kan benzine met een hoger
octaangehalte gunstig zijn.
Gebruik geen benzine die methanol bevat.
Er is ook brandstof, de zogenaamde
geoxygeneerde of gereformuleerde
benzine, die gemengd is met alcohol of ether. Overmatige
hoeveel heden van deze m engsel s kan het
brandstofsysteem beschadigen of prestatieproblemen
veroorzaken. Bij ongewenste symptomen onder het werk
dient u benzine met een lager percentage alcohol of ether
te gebruiken.
Tank de brandstoftank niet te vol. Zorg er altijd voor
dat de benzine voldoende ruimte heeft om uit te
zetten. Laat minstens 1" (2,5 cm) ruimte onder de rand
van de vulopening.
ACCU
Door teveel gebruik te maken van
extra elektrische apparatuur loopt
de accu leeg en is er te weinig reserve voor het starten
van het voertuig.
Het voertuig gebruikt een combinatie startmotor/dynamo om zowel de
motor te starten als de accu bij te laden. De motor loopt niet stationair;
daarom kan de accu niet opgeladen worden wanneer het voertuig
wordt gestopt. Gebruik niet te veel extra elektrische apparatuur (zoals
extra verlichting, radio's, lier, etc.) wanneer het voertuig stil staat.
INFORMATIE OVER BEDIENING EN ONDERHOUD
De dynamo kan slechts 35 Amp. leveren; daarom kan het gebruik van
alle elektrische accessoires resulteren in leeglopen van de accu, zelfs
wanneer de motor loopt en de dynamo werkt. Alleen een accu die diep
geladen wordt, kan voor veel elektrische apparatuur gebruikt worden.
De accu kan niet diep geladen worden maar is een startaccu. Veelvul-
dig leeg trekken van de accu resulteert in een voortijdige uitval van de
accu.
Indien de voertuigaccu leeggelopen is, moet hij opgeladen worden met
een 12 Volt-acculader die tot 10 Amp gaat of minder en overeenko-
mstig alle gegeven instructies van de fabrikant van de acculader.
STICKERS EN PICTOGRAMMEN
Voertuigen kunnen stickers met pictogrammen hebben om informatie
of waarschuwingen over te brengen. In aanhangsel A vindt u een
weergave en verklaring van de pictogrammen die op uw voertuig kun-
brandstof
1" min.
(2,5 cm)
Fig. 14 Tanken
3-17
Advertenties
Inhoudsopgave
