Lees alles goed door om vertrouwd te raken met dit voertuig. Let vooral op de tekst onder NB, Pas op en Waarschuwing.
Laat de krik zakken en test de stabiliteit van het voertuig op de twee
bokken.
Plaats de krik in het midden onder de vooras. Hef het voertuig en
plaats bokken onder de dwarsbalken van het chassis zoals aange-
geven.
Laat de krik zakken en test de stabiliteit van het voertuig op de vier
bokken.
Indien alleen de voorkant of achterkant van het voertuig moet worden
geheven, dient u keggen te plaatsen voor en achter ieder wiel dat niet
geheven is om het voertuig te stabiliseren.
Laat het voertuig zakken in omgekeerde volgorde van het heffen.
WIELEN EN BANDEN
Standaard banden voor dit voertuig zijn eenrichting-
banden en mogen nooit van de ene kant naar de
andere kant van het voertuig verplaats worden.
Dit voertuig komt standaard met eenrichtingbanden. Linker banden
moeten altijd aan de linker kant van het voertuig blijven. Rechter
banden moeten altijd aan de rechter kant van het voertuig blijven. Eén-
richtingbanden hebben een peil aan de zijkant die de draairichting aan-
geeft bij voorwaarts rijden. De
gecontroleerd worden volgens het periodieke onderhoudsschema (Zie
Fig. 22 op pagina 3-30). De bandenspanning moet gecontroleerd
worden met afgekoelde banden. Zorg ervoor dat u de stofkap op het
ventiel monteert na controleren of oppompen van de banden.
INFORMATIE OVER BEDIENING EN ONDERHOUD
conditie van de banden moet
Gezien vanaf de onderkant van het voertuig
Fig. 16 Het voertuig heffen
3-21