Inhoudsopgave
Advertenties
Lees alles goed door om vertrouwd te raken met dit voertuig. Let vooral op de tekst onder NB, Pas op en Waarschuwing.
Lier niet om een hoek. De liercapaciteit mag niet worden
overschreden.
INRIJDEN
Controleer op olie- of brandstoflekkages die kunnen zijn ontstaan
tijdens het transport vanaf de fabriek. Vermijd vol gas geven bij de start
en grote versnelling totdat de motor op bedrijfstemperatuur is.
Alle motoren gebruiken meer olie dan normaal tijdens de eerste
draaiuren. Zodra de interne bewegende delen ingelopen zijn, moet het
olieverbruik geleidelijk afnemen totdat het verbruik zich stabiliseert.
Controleer het oliepeil conform het periodieke onderhoudsschema. Vul
olie bij indien het peil op de peilstok aangeeft dat het peil in het "bijvul"-
bereik is (Zie Fig. 13 op pagina 3-16).
ADD
Fig. 13 Controleer het oliepeil op de peilstok
Vul nooit teveel olie in de motor,
o m d a t d i t k a n r e s u l t e r e n i n
o ver sch ui m e nde o l i e wa ard oo r e r ol i e i n he t
ontluchtingssysteem komt.
Zowel de oliepeilstok als de vuldop moeten op hun
plaats zitten voordat de motor gebruikt mag
worden. Wanneer de peilstok en vuldop niet op hun plaats zitten,
raakt de olie vervuild en/of komt er olie in het motorcomparti-
ment.
INFORMATIE OVER BEDIENING EN ONDERHOUD
Maximum oliepeil
VUL NIET OVERVOL
FULL
De olie moet ververst worden conform het periodieke onderhoudss-
chema terwijl de motor warm is. Zie ONDERHOUD EN VERZORG-
ING voor controle van het oliepeil en verversen van de olie.
KOUDE START
Bij een koude motor kan het nodig zijn de choke te gebruiken. Trap het
gaspedaal ongeveer 1" (2,5 cm) in of tot de startmotor net begint te
werken. Trek de choke uit indien nodig. Geef langzaam wat gas en
druk de choke helemaal in zodra de motor soepel loopt.
Bedien de startmotor niet langer
dan 10 seconden ononderbroken.
Wacht 30 seconden voor een volgende startpoging.
Indien het voertuig niet aanspringt bij de derde
poging, moet u de sleutelschakelaar op "off" draaien,
de parkeerrem in werking stellen en de oorzaak van
het probleem opsporen.
Indien het voertuig had gelopen en de motor niet binnen 10 seconden
start moet u de choke gebruiken.
STARTEN EN RIJDEN
Om de kans op terug rollen, hetgeen
kan resulteren in ernstig letsel of
schade aan het voertuig, te reducer-
en, dient u de bedrijfsrem pas los te laten wanneer de motor
loopt.
Besturen van het voertuig:
• Bedien de bedrijfsrem, steek de sleutel in het contactslot en draai
de sleutel op 'ON'.
• Zet de rijrichtingkeuzehendel in de gewenste richting.
3-15
Advertenties
Inhoudsopgave
