Lees alles goed door om vertrouwd te raken met dit voertuig. Let vooral op de tekst onder NB, Pas op en Waarschuwing.
stig of dodelijk letsel toebrengen aan een ieder die door de
kabel geraakt wordt.
Als het voertuig vast loopt of verstrikt raakt achter een obstakel,kan het
voertuig verplaatst worden m.b.v. de lier.
De lier kan gemonteerd worden in de opname aan voorkant zowel als
aan de achterkant, en wordt met behulp van de trekpen en borging op
zijn plaats gehouden.
Om ernstig of dodelijk letsel te
voorkomen dient u het volgende te
lezen en te begrijpen voordat u de
lier gebruikt:
De lier mag niet gebruikt worden voor hijsen.
Het intrekvermogen van de lier neemt af naarmate de hell-
ing steiler wordt.
De lier is alleen ontworpen voor incidenteel gebruik. De
elektromotor mag niet te heet lopen. Indien de motor te
heet aanvoelt, moet het lieren onderbroken worden zodat
de motor tijd krijgt af te koelen.
Draag altijd dikke leren handschoenen bij het hanteren
van de kabel.
Vervang een versleten kabel alleen met een originele
kabel.
Bedien de lier nooit met minder dan vijf volle kabelwindin-
gen op de trommel (Zie Fig. 5 op pagina 3-7).
Indien de liermotor afslaat door overbelasting, mag u niet
doorgaan met het bedienen van de lier met de afstandsbe-
diening. De draadkabel kan te strak gespannen worden.
Probeer geen lasten te trekken die de 1500 lbs. (680 kg)
INFORMATIE OVER BEDIENING EN ONDERHOUD
Fig. 5 Bedien de lier nooit met minder dan
vijf windingen op de trommel
overschrijden.
Om de kabel af te lieren, moet de vrijloopknop gebruikt
worden. De knop uittrekken en draaien. Indien de kabel
belast is, kan het zijn dat de blokkering niet makkelijk ont-
koppeld wordt. Trek een beetje aan de kabel om de span-
ning op te heffen en bedien de vrijloopknop. Trek de
gewenste kabellengte van de trommel en blokkeer de
trommel tegen afwikkelen. Blokkeer de trommel door de
knop te draaien tot hij arreteert. Bedien de lier alleen wan-
neer de blokkering tegen afwikkelen in werking gesteld is.
Zorg ervoor dat alle personen en dieren de gevarenzone
hebben verlaten wanneer u de lier bedient. Sta niemand
toe in het voertuig.
Om schade aan de draadkabel te voorkomen, de kabel
nooit aan de kabel zelf vasthaken. Gebruik altijd een nylon
strop (Zie Fig. 6 op pagina 3-8) (Zie Fig. 7 op pagina 3-8).
Blijf bij de lier, de kabel en de kabelhaak vandaan. Hang
een zware doek, mantel of deken over de kabel om als
3-7