6 Meting uitvoeren
- Op
3
OK
drukken.
- ε-Marker aanbrengen aan het object en meten met de camera.
4
RTC en emissiegraad stellen zich automatisch in.
- Op
5
OK
drukken.
Als een vaststelling van de emissiegraad op grond van gelijke
objecttemperatuur en gereflecteerde temperatuur fysisch niet mogelijk
is, dan gaat opnieuw het invoerveld open. De emissiewaarde moet
handmatig worden ingevoerd.
6.6 Kleurenpalet kiezen
De functie is alleen beschikbaar bij
- Functie
1
Palet
-
2
Joystick
kleurenpalet te markeren en dan op
6.7 Beeldtype
Het display kan worden omgeschakeld tussen infraroodbeeld en echt beeld
(digitale camera).
- Functie
1
Beeldtype
-
2
Joystick
weergave infrarood beeld of echt beeld.
- Op
3
OK
drukken om de selectie te bevestigen.
6.8 Temperatuurverschil inschakelen
Temperatuurverschil maakt de berekening van temperaturen tussen twee
meetpunten mogelijk.
-
1
Menu
openen.
30
Beeldtype
kiezen.
naar boven / beneden bewegen om het gewenste
kiezen.
naar boven of beneden bewegen en kiezen tussen de
infraroodbeeld.
OK
drukken.