temperatuur (bijv. ovens of machines) in de buurt van het meetobject zijn, moet
de stralingstemperatuur van deze bronnen vastgesteld en gebruikt worden. De
gereflecteerde temperatuur heeft slechts geringe uitwerkingen op objecten met
hoge emissiegraden.
@
Meer informatie vindt u in de Pocket Guide.
6.5.1 Emissiegraad selecteren
- Functie
1
Emissiviteit
-
2
Joystick
materiaal (met vast gearchiveerde emissiegraad) te markeren en
dan op
OK
6.5.2 Emissiegraad gebruikergedefinieerd instellen
- Functie
1
Emissiviteit
-
2
Joystick
gemarkeerd is.
-
Joystick
- Waarde handmatig instellen.
- Op
3
OK
drukken.
6.5.3 RTC instellen
- Functie
1
Emissiviteit
-
2
Joystick
- Waarde handmatig instellen.
- Op
3
OK
drukken.
6.5.4 ε-Assist instellen
- Functie
1
Emissiviteit
-
2
Joystick
kiezen.
naar boven / beneden bewegen om het gewenste
drukken.
kiezen.
naar boven / beneden bewegen, tot
naar rechts bewegen, tot
kiezen.
naar rechts bewegen, tot
kiezen.
naar rechts bewegen, tot ε-Assist is gemarkeerd.
6 Meting uitvoeren
Gebruikergedef.
E
gemarkeerd is.
RTC
gemarkeerd is.
29