6 Meting uitvoeren
De volgende tabel noemt typische emissiegraden van belangrijke materialen.
Deze waarden kunnen ter oriëntering bij de gebruikergedefinieerde instellingen
worden gebruikt.
Materiaal (materiaaltemperatuur)
Aluminium, walsblank (170°C)
Katoen (20°C)
Beton (25°C)
IJs, glad (0°C)
IJzer, afgeschuurd (20°C)
IJzer met giethuid (100°C)
IJzer met walshuid (20°C)
Gips (20°C)
Glas (90°C)
Rubber, hard (23°C)
Rubber, zacht-grijs (23°C)
Hout (70°C)
Kurk (20°C)
Koelelement, zwart geëloxeerd (50°C)
Koper, licht aangeslagen (20°C)
Koper, geoxideerd (130°C)
Kunststoffen: PE, PP, PVC (20°C)
Messing, geoxideerd (200°C)
Papier (20°C)
Porselein (20°C)
Zwarte lak, mat (80°C)
Staal, warmtebehandeld oppervlak (200°C)
Staal, geoxideerd (200°C)
Klei, gebrand (70°C)
Transformatorlak (70°C)
Baksteen, mortel, pleister (20°C)
Informatie over de gereflecteerde temperatuur:
Met behulp van deze correctiefactor wordt de reflectie op grond van lage
emissiegraad uitgerekend en zo de nauwkeurigheid van de temperatuurmeting
met infraroodmeetinstrumenten verbeterd. In de meeste gevallen komt de
gereflecteerde temperatuur overeen met de temperatuur van de
omgevingslucht. Alleen als er sterk stralende objecten met een veel lagere
temperatuur (bijv. wolkenloze hemel bij opnames buiten) of met veel hogere
28
Emissiegraad
0,04
0,77
0,93
0,97
0,24
0,80
0,77
0,90
0,94
0,94
0,89
0,94
0,70
0,98
0,04
0,76
0,94
0,61
0,97
0,92
0,97
0,52
0,79
0,91
0,94
0,93