Inhoudsopgave
Advertenties
6.3.3 Relaisuitgangen
Geldt voor DDE-AR besturingsuitvoering.
De pomp beschikt over twee interne uitgangsrelais. De relaisuitgangen zijn potentiaalvrij. Het aansluitschema
van de relais is weergegeven in paragraaf
Standaard worden aan relais 1 de alarmsignalen (tank leeg, motor geblokkeerd) toegekend. Aan relais 2 kun-
nen de volgende signalen toegekend worden:
Signaal relais 2
Voorleegmelding*
Slagsignaal
Pulsingang**
*
Standaardinstelling
** De correcte overdracht van inkomende pulsen kan alleen worden gegarandeerd bij een pulsfrequentie van
maximaal 5 Hz.
6.3.4 Instellingen wijzigen
De signaalingangen (niveaumeldingen, externe uitschakeling) en de relaisuitgangen zijn in de fabriek geconfi-
gureerd als Normally Open (NO) contacten. Deze kunnen opnieuw worden geconfigureerd als Normally Clo-
sed (NC) contacten. Aan relais 2 kunnen diverse signalen toegekend worden.
De geactiveerde instellingen worden aangegeven met de status-LED's wanneer de pomp zich in de instellings-
modus bevindt. Ga als volgt te werk om naar de instellingsmodus te gaan en instellingen te wijzigen:
1. Stel de capaciteitsinstelknop in op 0 %.
2. Schakel de elektriciteitstoevoer in. Zie paragraaf
3. Druk de [100%] toets en de [Bedrijfsmodus] toets gelijktijdig in, en houd deze ten minste 5 seconden lang
ingedrukt.
– De pomp schakelt over naar instellingsmodus 1. De LED's voor de bedrijfsmodus geven de actieve
instellingsmodus aan. De huidige instelling wordt aangegeven door de status-LED's.
4. Maak de gewenste instellingen in overeenstemming met de volgende tabel:
beschrijving van instellingsmodus
Wijzig instelling
met de toets:
*
Standaardinstelling.
5. Houd de [100%] toets en de [Bedrijfsmodus] toets gelijktijdig ingedrukt gedurende ten minste 1 seconde
om de instellingsmodus te verlaten.
4.3 Elektrische
Beschrijving
laag niveau in de tank
elke volle slag
elke inkomende puls van pulsingang
Schakel tussen instellingsmodi met de
toets:
Instellingsmodus 1
LED-status
Contacttype van sig-
naalingangen (voor-
leegmelding, leegmel-
ding en externe
uitschakeling)
NO*
NC
-
aansluiting.
4.3 Elektrische
aansluiting.
Instellingsmodus 2
Contacttype van
relaisuitgangen
NO*
NC
-
Instellingsmodus 3
Toegekend signaal
van relais 2
Voorleegmelding
slagsignaal
pulsingang
21
Advertenties
Inhoudsopgave
