Leidingaansluiting, typen A1A1, A3A3, A7A7
Zie paragraaf
2.5 Typesleutel
bindingstypen.
1. Zorg ervoor dat het systeem zonder druk is.
2. Druk de wartelmoer (2) op de leiding (3).
3. Breng geschikt afdichtingsmateriaal op de
schroefdraad van de inlay (1) aan.
4. Schroef de inlay (1) in het uiteinde van de leiding
(3).
5. Installeer de leiding met de wartelmoer (2) aan
zuig- en persventiel.
– Zorg ervoor dat de pakking van het ventiel cor-
rect is geplaatst.
– Draai de wartelmoeren met de hand vast.
Gebruik geen gereedschap.
6. Draai de wartelmoeren na 2-5 bedrijfsuren aan
wanneer PTFE afdichtingen gebruikt worden.
7. Bevestig een ontluchtingsslang aan de corres-
ponderende aansluiting (zie afb. 3, pos. 12) en
laat deze in een vat of een lekbak lopen.
1
2
3
Hydraulische aansluiting, type A7A7
Afb. 9
1
2
3
Afb. 10 Hydraulische aansluiting, type A1A1,
A3A3
voor details over ver-
4.3 Elektrische aansluiting
Netaansluiting
De netstekker vormt de begrenzing tussen de pomp
en het elektriciteitsnet.
Alle elektrische aansluitingen moeten gemaakt wor-
den door een erkend elektriciën en in overeenstem-
ming met de plaatselijke regelgeving.
De pomp kan automatisch starten wanneer de net-
spanning wordt ingeschakeld.
LET OP
Automatische start
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
- Controleer of de pomp correct is geïn-
stalleerd en of deze gereed is om te
worden gestart voordat u de stroomtoe-
voer inschakelt.
De beschermingsklasse (IP65 / Nema 4X) geldt
alleen wanneer stekkers of beschermkappen op de
juiste wijze zijn geïnstalleerd.
Laat de netstekker en netstroomkabel intact, knoei er
niet mee.
De nominale spanning van de pomp moet overeen-
stemmen met de plaatselijke omstandigheden. Zie
paragraaf
2.4
Typeplaatje.
De pomp wordt geleverd met gemonteerde net-
stroomkabel en -stekker.
1. Stel de capaciteitsinstelknop in op 0 % (zie
6.1
Bedieningselementen).
2. Sluit de netstekker aan op de netcontactdoos.
15