8. Storingen
De pomp kan automatisch worden ingeschakeld als
de oorzaak van de storing is weggenomen.
LET OP
Automatische start
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
- Controleer of de pomp correct is geïn-
stalleerd en of deze gereed is om te
worden gestart voordat u de oorzaak
van de storing wegneemt.
8.1 Aangegeven storingen voor DDE-B
LED-status
Pompstatus
●
stop
● = LED aan
lege tabelcel = LED uit
8.2 Aangegeven storingen voor DDE-AR
LED-status
Pompstatus Storing
❍
●
In bedrijf
●
❍
Stop
❍
●
Standby
●
Stop
● = LED aan
❍ = LED knippert
lege tabelcel = LED uit
26
Storing
Mogelijke oorzaak
• Tegendruk hoger dan
nominale druk
• Onjuist geïnstalleerd
Motor geblok-
membraan
keerd
• Schade aan tandwielen
• Storing aan Hall-sensor
• Omgevingstemperatuur
Motor overver-
te hoog
hit
Mogelijke oorzaak
Laag niveau in
• Tank van doseerme-
tank
• Tank van doseerme-
Tank is leeg
• Extern uitschakelsig-
Externe uitscha-
keling geacti-
veerd
• Tegendruk hoger dan
• Onjuist geïnstalleerd
Motor geblok-
keerd
• Schade aan tandwielen
• Storing aan Hall-sensor
• Omgevingstempera-
Motor oververhit
Voordat wordt begonnen met werkzaam-
heden aan de pomp moet deze van de
voedingsbron zijn afgekoppeld. Het
systeem mag niet onder druk staan.
Mogelijke oplossing
• Verlaag tegendruk.
• Installeer het membraan op de
juiste wijze.
• Neem contact op met uw
Grundfos servicepartner.
• Verlaag omgevingstemperatuur.
• Schakel pomp uit totdat motor is
afgekoeld.
Mogelijke oplossing
• Vul de tank.
dium bijna leeg
• Controleer contactinstel-
dium is leeg
• Deactiveer extern uit-
naal geactiveerd
• Controleer contactinstel-
• Verlaag tegendruk.
nominale druk
• Installeer het membraan
membraan
• Neem contact op met uw
• Verlaag omgevingstem-
tuur te hoog
• Schakel pomp uit totdat
ling (NO/NC).
schakelsignaal om de
pomp opnieuw in te scha-
kelen.
ling (NO/NC).
op de juiste wijze.
Grundfos servicepartner.
peratuur.
motor is afgekoeld.