•
Het woord SET (instellen) wordt
getoond naast het symbool van de
cruisecontrol. De ingestelde snelheid
van de cruisecontrol wordt dan
weergegeven.
30
1
2
1.
Cruisecontrolsymbool
2.
Ingestelde cruisecontrolsnelheid
3.
Lampje cruisecontrol ingesteld
Het snelheidsregelsysteem behoudt de
ingestelde snelheid totdat de cruise-
control
wordt
beschreven op pagina 77.
Cruisecontrol uitschakelen
De cruisecontrol kan op een van de
volgende manieren worden uitgescha-
keld:
•
Helemaal naar voren draaien van de
gashendel.
•
Intrekken van de koppelingshendel.
•
Bedienen van de voor- of achterrem.
•
Verhogen van de snelheid door de
gashendel meer dan 60 seconden te
gebruiken.
Na uitschakeling dimt het cruisecon-
trolsymbool, maar de SET-indicator en
de ingestelde snelheid worden getoond
op het display om aan te geven dat
de ingestelde cruisecontrolsnelheid is
opgeslagen.
15:53
0143
4
Trip 1
HOLD TO RESET
25:20
0 0 7 4 8 2
mi
mph
3
gedeactiveerd
Algemene informatie
Tractiecontrole (TC)
Tractiecontrole en tractiecontrole voor
optimaal bochtenwerk dienen niet als
vervanging van een gepaste rijstijl die
is afgestemd op de toestand van de
weg en de weersomstandigheden. Ze
kunnen niet voorkomen dat tractie-
verlies optreedt als gevolg van:
02:25
- te hoge snelheid bij het inrijden van
hh:mm
bochten
- accelereren bij een scherpe hellings-
hoek
- remmen.
Tractiecontrole of tractiecontrole voor
optimaal bochtenwerk kan niet voor-
komen dat het voorwiel slipt.
Wanneer
punten niet wordt nageleefd, kan dat
zoals
leiden tot verlies van controle over de
motorfiets en een ongeval.
Als het tractiecontrolesysteem niet
werkt, moet voorzichtigheid in acht
worden genomen bij het accelereren
en het nemen van bochten op een nat
of glad wegoppervlak om doorslippen
van het achterwiel te voorkomen.
Indien
brandt
Tractiecontrole uitgeschakeld mogelijk
tegelijkertijd met het storingslampje
voor het motormanagementsysteem
en/of het ABS-waarschuwingslampje.
Waarschuwing
een
van
bovenstaande
Waarschuwing
er
een
storing
het
waarschuwingslampje
optreedt,
77