Bediening
4.15 Needle cooling (Naaldkoeling) optioneel
Afb. 37: Needle cooling (Naaldkoeling)
②
①
(1) - Luchttoevoerslang
(2) - Toets voor de naaldkoeling
Met de naaldkoeling wordt vermeden dat de bovendraad afbrandt.
De naaldkoeling is tijdens het naaien actief en kan via het
bedieningspaneel OP1000 of via de naaldkoelingsknop (2)
worden geactiveerd of gedeactiveerd (zie Parameterlijst 967,
Handleiding DAC basic/classic).
66
Bedieningshandleiding 967 - 03.0 - 06/2018