38
4.7.2
Onderdraadspanning instellen
VOORZICHTIG
Risico op verwondingen als gevolg van
bewegende delen!
Risico op beklemd raken.
Voordat u de onderdraadspanning instelt, dient
de machine uitgeschakeld te zijn.
AANWIJZING
Risico op materiële schade!
Bij het afsnijden van de draad in de foute richting kunnen
er afwijkingen in de spanning ontstaan.
Houd de vereiste aftrekrichting van de onderdraad aan.
AANWIJZING
Risico op materiële schade!
Bij een te laag ingestelde spanning van de onderdraad
verschuift de draadverstrengeling zich weg van het midden
van het materiaal. Dit kan bij een hogere naaisnelheid
naaiproblemen en losse steken tot gevolg hebben.
Voldoende spanning voor de onderdraad instellen of de
naaisnelheid verlagen.
In de fabriek wordt de spanning van de onderdraad ingesteld
op 350 tot 400 cN (1 cN = 1 g).
Bedieningshandleiding 967 - 03.0 - 06/2018
Bediening