Daarna verschijnt opnieuw de MenuCard "Stapel" of
"Ketting", waarop het nieuwe menupunt te zien is. U kunt nu
zoals beschreven een nog een punt toevoegen. Zodra alle
geheugenplaatsen bezet zijn, hoort u de negatieve bevesti-
gingstoon.
O
Om de programmering te beëindigen, selecteert u het
menupunt Opslaan en drukt u op de OK-toets. De program-
mering is opgeslagen.
Functietoets (Stapel / Ketting) bedienen
De LED van een als stapel geprogrammeerde toets heeft geen functie. Een
met een stapel geprogrammeerde toets wordt als volgt bediend:
●
Korte druk op de toets: de geprogrammeerde elementen verschijnen in
een selectiemenu. Kies het gewenste element en druk op de toets
Het geprogrammeerde nummer wordt gekozen of de geprogrammeerde
functie wordt uitgevoerd.
●
Lange druk op de toets: de MenuCard van de toets wordt geopend. U kunt
nu de verschillende elementen van de stapel bewerken.
De brandende LED van een als keten geprogrammeerde toets geeft aan dat
alle functies van de keten actief (ingeschakeld) zijn. Een met een keten gepro-
grammeerde toets wordt als volgt bediend:
●
Korte druk op de toets: de geprogrammeerde functies worden na elkaar
uitgevoerd. Als alle functies correct werden uitgevoerd, hoort u een posi-
tieve bevestigingstoon.
●
Lange druk op de toets: de MenuCard van de toets wordt geopend. Nu
kunt u de functies van de keten bewerken.
Invoeren van een stapel/ketting wijzigen
U kunt afzonderlijke invoeren van een stapel of ketting wijzigen of verwijderen
en hoeft daarvoor niet de volledige programmering van de toets te verwij-
deren.
g
Druk de geprogrammeerde toets lang in, vervolgens ...
P O
Selecteer de gewenste invoer. Om de invoer te wijzigen,
drukt u op de OK-toets.
Eigenschappen en MenuCards
Toetsen programmeren
O
.
147