In het team telefoneren
Makelen
g
Voor het makelen (heen- en weer wisselen tussen de
gesprekspartners) drukt u op de toets van de deelnemer in
de wacht.
Doorschakelen
G h
Kondig bij uw teamgenoot het doorschakelen van het
gesprek aan en leg de hoorn op. De verbinding in wacht is nu
naar de teamgenoot doorgeschakeld.
Verbinding in de wacht zetten en via functietoets doorschakelen
Met de functie "In wacht" kunnen leden van een team een gesprek overnemen
dat door een lid van het team is geparkeerd. Hiervoor wordt de functie "In
wacht" op de telefoons van de teamgenoten op een vrije functietoets gepro-
grammeerd.
G
U telefoneert via een gesprekstoets, bv. lijntoets met het
oproepnummer 11.
g h
Druk op de functietoets "In wacht" om de verbinding te
parkeren. Haak in.
Op de teamtelefoons waarop het oproepnummer 11 op een
lijntoets of een teamtoets is geprogrammeerd, knippert de
LED naast de desbetreffende toets. Op het display wordt
weergegeven dat een oproep voor oproepnummer 11 in de
wacht staat (geparkeerd is).
g
Overnemen op een teamtoets: een andere teamgenoot
drukt op de teamtoets die aan het oproepnummer 11 is
toegewezen.
g
Overnemen op een lijntoets: een andere teamgenoot drukt
op de lijntoets die aan het oproepnummer 11 is toegewezen.
Voor het programmeren van de functietoetsen leest u het hoofdstuk Functies
programmeren vanaf pagina 143.
102
Teamfuncties