Motor starten
Start de motor volgens de volgende procedure,
ongeacht of de motor koud of warm is.
LET OP
• Als de motor niet binnen 5 seconden start, moet u de
contactschakelaar in de stand
conden wachten voordat u de motor opnieuw probeert
te starten om de accuspanning te verhogen.
• Het langdurig versneld stationair draaien en het
verhogen van het toerental kunnen de motor
en het uitlaatsysteem beschadigen.
• Het snel openen van de gashendel of het langer dan onge-
veer 5 minuten versneld stationair laten draaien van de mo-
tor kan een verkleuring van de uitlaatpijp veroorzaken.
Controleer de parkeerrem (het
a
parkeerremcontrolelampje gaat branden).
Zorg ervoor dat de motorstopschakelaar in de
b
stand
(Run) staat.
Zet de contactschakelaar in de stand (On).
c
Zet de versnellingsbak in de neutraalstand (
d
controlelampje gaat branden).
Druk op de startknop met een volledig
e
gesloten gashendel.
Controleer of de parkeerremhendel is vrijgezet
f
voordat u gaat rijden.
(Off) zetten en 10 se-
N
-
Vervolg
53