Pagina 2
Deze publicatie bevat de meest recente productinformatie die beschikbaar was voor het ter perse gaan. Honda Motor Co., Ltd. behoudt zich het recht voor om te allen tijde wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder het aangaan van enige verplichting.
Pagina 3
De volgende codes in deze handleiding ● uw nieuwe Honda-scooter. Door te kiezen duiden de landen aan. voor een Honda maakt u deel uit van een De afbeeldingen hierin zijn gebaseerd op ● wereldwijde familie van tevreden klanten die het type SH300A ED.
Pagina 4
Enkele opmerkingen over veiligheid Uw veiligheid en de veiligheid van anderen zijn zeer GEVAAR belangrijk. Het veilig rijden op deze scooter is een U ZULT DODELIJK of ERNSTIG LETSEL belangrijke verantwoordelijkheid. Om u te helpen goed geïnformeerde OPLOPEN als u de instructies niet veiligheidsbeslissingen te nemen, hebben wij opvolgt.
Pagina 5
Inhoudsopgave Veilig rijden met de scooter BLZ. 2 Bedieningshandleiding BLZ. 18 Onderhoud BLZ. 59 Verhelpen van storingen BLZ. 98 Informatie BLZ. 121 Specificaties BLZ. 136 Index BLZ. 139...
Pagina 6
Veilig rijden met de scooter Dit gedeelte bevat belangrijke informatie voor het veilig rijden met uw scooter. Lees dit gedeelte aandachtig door. BLZ. 3 Veiligheidsrichtlijnen ........... BLZ. 6 Labels............... BLZ. 11 Veiligheidsmaatregelen........BLZ. 12 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden ..BLZ. 16 Accessoires &...
Pagina 7
Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsrichtlijnen vloed van alcohol of drugs verkeert. Zorg ervoor dat u en uw duopassagier allebei een goedgekeur- de motorfietshelm en beschermende kleding dra- Volg deze richtlijnen met het oog op uw veiligheid: gen. Draag duopassagiers op om zich aan de Voer alle routine- en periodieke inspecties uit ●...
Pagina 8
Veiligheidsrichtlijnen Zorg dat u goed zichtbaar bent Houd uw Honda in veilige staat Zorg ervoor dat u beter zichtbaar bent, Het is belangrijk dat u uw scooter naar behoren vooral 's avonds, door heldere reflecterende onderhoudt en in een veilige staat van werking kleding te dragen, te rijden op plaatsen waar houdt.
Pagina 9
Veiligheidsrichtlijnen Als u besluit verder te rijden, zet dan eerst de con- Laat uw scooter nooit in een garage of andere tactschakelaar in de stand (Off) en controleer besloten ruimte draaien. de staat van uw scooter. Inspecteer op vloeistoflek- WAARSCHUWING kage, controleer of cruciale moeren en bouten goed vastzitten en controleer het stuur, de bedie- Het laten draaien van de motor van uw...
Pagina 10
Labels Labels Op de volgende pagina's wordt de betekenis Lees de instructies in het instructieboekje van de labels beschreven. Sommige labels aandachtig door. waarschuwen u voor potentiële gevaren die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Andere bieden belangrijke veiligheidsinformatie. Lees Lees de instructies in de werkplaatshandleiding aandachtig door.
Pagina 11
Labels ACCULABEL GEVAAR • Houd vonken en vlammen uit de buurt van de accu. Accu's produceren explosief gas dat een explosie kan veroorzaken. • Draag een beschermbril en rubberen handschoenen bij het hanteren van de accu, anders kunt u brandwonden oplopen of uw gezichtsvermogen verliezen door het elektrolyt van de accu.
Pagina 12
Labels LABEL RADIATEURDOP GEVAAR NOOIT OPENEN BIJ WARME MOTOR. Hete koelvloeistof veroorzaakt brandwonden. De overdrukklep opent bij 1,1 kgf/cm WAARSCHUWINGSLABEL ACCESSOIRES EN BELADING WAARSCHUWING ACCESSOIRES EN BELADING • De veiligheidsstabiliteit en het stuurgedrag van deze scooter kunnen beïnvloed worden door het toevoegen van accessoires en bagage. •...
Pagina 13
Labels BANDENINFORMATIELABEL Koude bandenspanning: [Alleen bestuurder] Voor 200 kPa (2,00 kgf/cm Achter 250 kPa (2,50 kgf/cm [Bestuurder en passagier] Voor 200 kPa (2,00 kgf/cm Achter 250 kPa (2,50 kgf/cm Bandenmaat: Voor 110/70-16M/C 52S Achter 130/70R16M/C 61S Bandenmerk: BRIDGESTONE METZELER Voor BATTLAX BT45F G FEELFREE FRONT Achter...
Pagina 14
Labels LABEL BELADINGSLIMIET Maximaal 10 kg. LABEL BELADINGSLIMIET Maximaal 1,5 kg. LABEL BELADINGSLIMIET Maximaal 0,5 kg. LABEL BELADINGSLIMIET Maximaal 3,0 kg.
Pagina 15
Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen Vizier met een onbelemmerd gezichtsveld of ● andere goedgekeurde oogbescherming Rijd voorzichtig met uw beide handen aan het ● WAARSCHUWING stuur en uw voeten op de vloer. Het niet dragen van een helm verhoogt Passagiers moeten zich aan de handgreep of ●...
Pagina 16
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Voorzorgsmaatregelen Vermijd continu remmen. ● Door herhaaldelijk te remmen, zoals bij voor het rijden heuvelafwaarts rijden, kunnen de remmen ernstig oververhit raken waardoor de remwerking vermindert. Inrijperiode Bedien de voor- en achterrem tegelijkertijd ● voor de meest efficiënte remwerking. Volg deze richtlijnen tijdens de eerste 500 km om de toekomstige betrouwbaarheid en prestaties van Antiblokkeersysteem (ABS)
Pagina 17
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Natte of regenachtige omstandigheden vergrendelen ( BLZ. 41) en de Honda SMART Key meenemen als u uw scooter achterlaat. Wegoppervlakken zijn glad wanneer ze nat zijn, en Deactiveer het Honda SMART Key-systeem natte remmen zorgen voor een verminderde indien nodig.
Pagina 18
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Richtlijnen voor tanken en brandstof Linkerstuurgreep Handgreep Volg deze richtlijnen om de motor, het brandstofsysteem en de katalysator te beschermen: Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. ● Gebruik benzine met het aanbevolen ● octaangetal. Het gebruik van benzine met een lager octaangetal heeft een verminderde motorprestatie tot gevolg.
Pagina 19
Gebruik altijd de aanbevolen banden en de Honda originele onderdelen voor het aandrijfsysteem, zoals de aandrijfriem en de gewichtrollen, om een goede werking van het Torque Control-systeem te...
Pagina 20
Wij raden u ten sterkste aan om geen accessoires ongeval waarbij u ernstig of dodelijk te monteren die niet specifiek door Honda voor uw letsel kunt oplopen. scooter zijn ontworpen en geen modificaties aan het oorspronkelijke ontwerp van uw scooter aan te Volg alle aanwijzingen in dit brengen.
Pagina 21
Beladen Beladen WAARSCHUWING Overbelasting of verkeerd beladen kan Het vervoeren van extra gewicht heeft invloed ● een ongeval veroorzaken waarbij u op het stuurgedrag, het remgedrag en de ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen. stabiliteit van uw scooter. Rijd altijd met een veilige snelheid die is afgestemd op de belading.
Pagina 22
Locatie van onderdelen Stelbout veervoorspanning van achtervering (BLZ.95) Gashendel (BLZ.92) Remvloeistofreservoir van voorrem (BLZ.89) Voorremhendel Middencompartiment (BLZ.56) Gereedschapsset (BLZ.56) Motorolievuldop/peilstok (BLZ.83) Accu (BLZ.77) Zekeringkast (BLZ.118) Aftapbout voor motorolie (BLZ.85) Stekker EM-modus (BLZ.108) Datalinkstekker...
Pagina 23
Opbergvak voor (BLZ.57) Achterremhendel Remvloeistofreservoir van achterrem (BLZ.89) Tassenhaak (BLZ.58) Zadel (BLZ.54) Brandstofvuldop (BLZ.51) Stopcontact voor accessoires (BLZ.53) Documentzakje (BLZ.56) Bougie (BLZ.81) Afsteller veervoorspanning van achtervering (BLZ.95) Carterontluchting (BLZ.93) Motoroliefilter (BLZ.85) Middenbok (BLZ.13) Zijstandaard (BLZ.91) Koelvloeistofexpansiereservoir (BLZ.87)
Pagina 24
Instrumenten Snelheidsmeter Koelvloeistoftemperatuurmeter ( Geeft de temperatuur van de motorkoelvloeistof weer. LET OP Het rijden met de naald in de zone H (Heet) kan ernstige beschadiging van de motor veroorzaken. Brandstofniveaumeter Naald in de rode (E) zone, resterende brandstof ca. 1,7 L -schakelaar -schakelaar Displaycontrole...
Pagina 25
OIL CHANGE- indicator (BLZ.22) Luchttemperatuurmeter [AIR] (BLZ.23) Klok (12-uur of 24-uur weergave) Klok instellen: (BLZ.27) Kilometerteller [TOTAL] & ritteller [TRIP A/B] & huidig brandstofverbruik & gemiddeld brandstofverbruik [AVG] & beschikbare rijafstand [RANGE] Met de -schakelaar selecteert u de kilometerteller, ritteller A, ritteller B, huidig brandstofverbruik, gemiddeld brandstofverbruik en beschikbare rijafstand.
Pagina 26
Instrumenten (Vervolg) Type E, III E Als de gereden afstand ongeveer 960 km bedraagt: Reset de indicator voor de eerste keer. Als de gereden afstand na de eerste reset telkens 12.800 km bedraagt: OIL CHANGE-indicator Reset de indicator wanneer deze brandt. De indicator brandt wanneer de gereden Reset de indicator na het verversen van de afstand het geprogrammeerde...
Pagina 27
Luchttemperatuurmeter [AIR] Toont de omgevingstemperatuur. Weergavebereik: -10 tot 50 °C • Onder -10 °C: "---" wordt weergegeven • Boven 50 °C: 50 °C knippert De temperatuuraflezing kan onjuist zijn bij lage snelheden vanwege de reflecterende warmte. Vervolg...
Pagina 28
Instrumenten (Vervolg) • Kilometerteller: Totale afgelegde afstand. • Ritteller A/B: Afstand gereden na het resetten van de ritteller. Om ritteller A of B te resetten, houdt u de -schakelaar ingedrukt terwijl ritteller A of B wordt weergegeven. Het gemiddelde brandstofverbruik wordt ook gereset wanneer ritteller A wordt gereset. •...
Pagina 29
• Beschikbare rijafstand (Beschikbaar wanneer de wijzer van de brandstofniveaumeter onder de maximale stand staat.) Geeft de geschatte afstand aan die u kunt afleggen met de resterende brandstof. De aangegeven beschikbare rijafstand wordt berekend op basis van de rijomstandigheden. Het aangegeven cijfer geeft niet altijd de werkelijke beschikbare afstand aan.
Pagina 30
Instrumenten (Vervolg) Display instellen Normale weergave Sequentieel wijzigen van de volgende items. • Tijdsindeling instellen • Klok instellen Tijdsindeling instellen • Eenheid voor Uitsluitend type E, III E kilometerstand wijzigen Klok instellen • Eenheid van brandstofverbruikmeter wijzigen Uitsluitend type E, III E Eenheid kilometerstand wijzigen Overschakelen naar de normale weergave tijdens het instellen van het display.
Pagina 31
1 Tijdsindeling instellen: 2 Klok instellen: U kunt de tijdsindeling omschakelen tussen Druk op de -schakelaar totdat het 12-uurindeling en 24-uurindeling. gewenste uur wordt weergegeven. Houd ingedrukt om de uren versneld Zet de contactschakelaar in de stand (On). vooruit te laten gaan. Houd de schakelaars ingedrukt, de huidige tijdsindeling begint te knipperen.
Pagina 32
Instrumenten (Vervolg) schakelt over naar het wijzigen van de eenheid Type ED, II ED, IV ED van de brandstofverbruikmeter. Druk op de -schakelaar. De klok is ingesteld en het display schakelt over naar Eenheid van brandstofverbruikmeter het wijzigen van de eenheid van de wijzigen: brandstofverbruikmeter.
Pagina 33
De ingevoerde instelling kan ook worden ingesteld door de contactschakelaar in de stand (Off) te zetten. Als u ongeveer 30 seconden niet op de toets drukt, schakelt de bediening automatisch over van de instelmodus naar de normale weergave. Ook in dit geval wordt de geselecteerde instelling gehandhaafd.
Pagina 34
Controlelampjes Als één van deze controlelampjes niet gaat branden terwijl dat zou moeten, laat uw dealer dan controleren op problemen. Controlelampje grootlicht Oliedrukcontrolelampje Gaat branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. Gaat uit na het starten van de motor. Als het controlelampje gaat branden terwijl de motor draait: (BLZ.101)
Pagina 35
Gaat branden wanneer de verificatie van het voertuig en Honda SMART Key is voltooid en de contactschakelaar kan worden gebruikt. Gaat uit als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. Als de indicator van de Honda SMART Key knippert: (BLZ.104)
Pagina 36
Schakelaars Motorstopschakelaar Schakelaar dimlicht/ Moet normaal in de stand passeerlicht (Run) blijven staan. • : Grootlicht Schakel in geval van nood • : Dimlicht over naar de stand (Stop) • : Het grootlicht kort (de startmotor werkt niet) om aanzetten. de motor te stoppen.
Pagina 37
Responsknop (Lock) Deze knop wordt gebruikt voor het Vergrendelt het stuur. bedienen van het responssysteem. Responssysteem: (BLZ.43) AAN/UIT-knop Deze knop wordt gebruikt voor het activeren of deactiveren van het Honda SMART Key-systeem en om de activeringsstatus te bevestigen. (BLZ.36) Vervolg...
Pagina 38
Schakelaars (Vervolg) Stuurslot Vergrendelen Vergrendel het stuur wanneer u parkeert om Draai het stuur volledig naar links. diefstal te voorkomen. Duw de contactschakelaar omlaag en zet deze Een U-vormig wielslot of iets vergelijkbaars in de stand (Lock). Contactschakelaar ontgrendelen wordt ook aanbevolen. (BLZ.40) Contactschakelaar Draai het stuur als het stuur moeilijk...
Pagina 39
Het systeem voert een identificatiecontrole uit tussen de scooter en de Honda SMART Key om na te gaan of het een geregistreerde Honda SMART Key betreft. Het Honda SMART Key-systeem maakt gebruik van zwakke radiogolven.
Pagina 40
De status van het Honda SMART Key- systeem controleren AAN/UIT-knop Druk licht op de AAN/UIT-knop. De LED van de Honda SMART Key toont de status. Als de LED van de Honda SMART Key de volgende kleur heeft: Groen: Verificatie van het Honda (activering) SMART Key-systeem kan worden uitgevoerd.
Pagina 41
• Als er voorzieningen in de buurt zijn die sterke radiogolven of geluid genereren zoals TV-torens, krachtcentrales, radiostations of luchthavens. • Als u de Honda SMART Key bij u heeft met een laptop of draadloos communicatie- apparaat zoals een radio of mobiele telefoon.
Pagina 42
Als u bij uw scooter vandaan bent maar de Honda SMART Key nog Ongeveer 2 m wel binnen het werkbereik is, zet dan het Honda SMART Key-systeem uit. Het Honda SMART Key-systeem schakelen (BLZ.36)
Pagina 43
Iedereen die in bezit is van de Honda SMART Als de contactschakelaar op (On) is gezet, kan Key kan de volgende zaken uitvoeren als de de scooter ook worden bediend door een Honda SMART Key binnen het werkbereik is: persoon die niet beschikt over een geverifieerde Honda SMART Key.
Pagina 44
Nadat het systeem is geverifieerd, wordt de contactschakelaar ontgrendeld en gaan de staat, zet dan de contactschakelaar in de indicator van de Honda SMART Key en de oorspronkelijke stand ( (Off) of (Lock)).
Pagina 45
(Lock) is gezet. • Schakel het Honda SMART Key-systeem naar deactiveren. (BLZ.36) Zorg ervoor dat de indiactor van de Honda SMART Key en de contactschakelaarring uit gaan en dat de richtingaanwijzers eenmaal knipperen. Dit geeft aan dat de contactschakelaar is vergrendeld.
Pagina 46
Honda SMART Key-systeem (Vervolg) Zorg er altijd voor dat de contactschakelaar in de stand (Off) of (Lock) staat als u de scooter parkeert. Als de contactschakelaar is vergrendeld in de stand SEAT, kan deze slechts eenmaal op (Off) worden gezet.
Pagina 47
Ring contact- Responsknop positie van uw scooter te lokaliseren. Wanneer schakelaar u op de responsknop van de Honda Smart Key drukt met de contactschakelaar in de stand (Off) of (Lock), informeert uw scooter u over de positie door de richtingaanwijzers te laten knipperen en de contactschakelaarring te verlichten.
Pagina 48
Responssysteem (Vervolg) Werking Druk op de responsknop van de Honda SMART Key. Het responssysteem werkt niet als de contactschakelaar in de stand (On) staat. Als de contactschakelaar langer dan 10 dagen in de stand (Off) of (Lock) staat, werkt het responssysteem niet meer.
Pagina 49
Honda Selectable Torque Control Torque Control (regeling van motorvermogen) Torque Control aan en uit kan worden in-/uitgeschakeld. U kunt Torque Control in- en uitschakelen door Bedien de Torque Control-schakelaar niet de Torque Control-schakelaar ingedrukt te tijdens het rijden. houden. Breng eerst de scooter tot stilstand en schakel Torque Control-schakelaar het systeem in of uit.
Pagina 50
• Het snel openen van de gashendel of het langer dan ongeveer 5 minuten versneld Deze scooter is voorzien van een Honda stationair laten draaien van de motor kan SMART Key-systeem. Houd de Honda SMART verkleuring van de uitlaatpijp veroorzaken.
Pagina 51
Zorg ervoor dat de motorstopschakelaar in de Knijp de achterremhendel in. stand (Run) staat. De startmotor werkt uitsluitend wanneer de achterremhendel is ingeknepen en de Zet de scooter op de middenbok. zijstandaard omhoog is geklapt. Zet de contactschakelaar in de stand (On). Druk op de startknop met een volledig Contactschakelaar ontgrendelen.
Pagina 52
Motor starten (Vervolg) Als u de motor niet kunt starten: Als de motor niet start: Druk met de gashendel iets open (ongeveer 3 mm a Open de gashendel volledig en druk gedurende 5 seconden op de startknop. zonder speling) op de startknop. b Herhaal de normale startprocedure.
Pagina 53
Rijden Scooter starten Accelereren en afremmen Accelereren: open de gashendel langzaam. Duw de scooter naar voren van de middenbok af. Knijp de achterremhendel in. Afremmen: sluit de gashendel. Houd de gashendel volledig gesloten. Controleer of de zijstandaard en de middenbok Openen Sluiten omhoog zijn geklapt.
Pagina 54
Rijden (Vervolg) Remmen Draai de gashendel dicht en bedien de voor- en de achterremhendel tegelijk. Achterremhendel Voorremhendel...
Pagina 55
Tanken Type brandstof: Uitsluitend loodvrije benzine Pijlmarkeringen Brandstof-octaangetal: Uw scooter is Houder brandstofvuldop ontworpen voor het gebruik van een research- octaangetal (RON) van 91 of hoger. Tankinhoud: 9,1 L Brandstofvuldop Richtlijnen voor tanken en brandstof (BLZ.14) Brandstofvuldop openen Open het zadel. (BLZ.54) Draai de brandstofvuldop linksom tot deze niet Onderste rand...
Pagina 56
Tanken (Vervolg) Brandstofvuldop sluiten a Plaats de brandstofvuldop terug en draai hem stevig vast door de dop naar rechts te draaien. Zorg ervoor dat de pijlen op de benzinevuldop en de benzinetank tegenover elkaar staan. b Sluit het zadel. (BLZ.54) WAARSCHUWING Benzine is een uiterst licht ontvlambare en explosieve stof.
Pagina 57
(of leegloopt). Het gebruik van accessoires is op eigen risico. Zet de koplamp op dimlicht terwijl u het Honda kan in geen geval aansprakelijk worden stopcontact gebruikt. De accu kan leeglopen of gesteld voor beschadiging van uw accessoire het stopcontact beschadigen.
Pagina 58
Opberguitrusting Zadel openen Zadel Draai het stuur tot het recht vooruit staat. Draai de contactschakelaar naar de stand SEAT en druk op de schakelaar voor het openen van het zadel. Contactschakelaar ontgrendelen. (BLZ.40) Contactschakelaar Open het zadel. Zadel sluiten Sluit het zadel en duw de achterkant van het zadel naar beneden totdat dit vastklikt.
Pagina 59
WAARSCHUWING Helmhouders De helmhouders bevinden zich onder het zadel. Rijden met een helm die aan de houder In de gereedschapsset zit een is bevestigd, kan invloed hebben op het helmbevestigingskabel. veilige gebruik van uw scooter en Gebruik de helmhouders uitsluitend bij het leiden tot een ongeval waarbij u ernstig parkeren.
Pagina 60
Opberguitrusting (Vervolg) Middencompartiment Gereedschapsset/documentzakje Een helm kan worden bewaard in het De gereedschapsset en het documentzakje middencompartiment. bevinden zich in het middencompartiment. Plaats de voorkant van de helm naar voren. Documentzakje Gereedschapsset Sommige helmen passen mogelijk niet in het compartiment vanwege hun afmetingen of vorm. Helm Middencompartiment Compartiment...
Pagina 61
Opbergvak voor Openen Druk op het holle gedeelte van de klep van het opbergvak om de klep te openen. Sluiten Druk op het holle gedeelte van de klep van het opbergvak om de klep te sluiten. Het maximaal toegestane gewicht in het opbergvak is 0,5 kg.
Pagina 62
Opberguitrusting (Vervolg) Tassenhaak Achterdrager De tassenhaak bevindt zich onder het stuur. Overschrijd nooit de maximale gewichtslimiet. Bevestig aan deze tassenhaak geen grote Maximum gewicht: 3,0 kg stukken bagage die onder de scooter uit Achterdrager Type ED, E zouden komen en/of het verplaatsen van uw voeten belemmeren.
Pagina 63
Gereedschap............Achtervering afstellen ......... BLZ. 77 BLZ. 96 Demontage en montage van onderdelen..Overige vervangingen........BLZ. 77 Accu ................ De batterij in de Honda SMART Key BLZ. 78 BLZ. 96 Middelste onderkap ..........vervangen............BLZ. 80 Clip ................BLZ. 81 Bougie..............
Pagina 64
Het belang van onderhoud Belang van onderhoud Onderhoudsveiligheid Lees altijd de onderhoudsvoorschriften voordat u Het goed onderhouden van uw scooter is absoluut onderhoud uitvoert en zorg ervoor dat u over de essentieel voor uw veiligheid en het beschermen benodigde gereedschappen, onderdelen en van uw investering, het verkrijgen van een optima- vakkundigheid beschikt.
Pagina 65
De onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de normen en Honda raadt aan om uw dealer een proefrit met specificaties van Honda door geschoolde en uw scooter te laten maken na het uitvoeren van bevoegde monteurs. Uw dealer voldoet aan deze het periodieke onderhoud.
Pagina 66
Vervangen De procedures zijn vermeld in een officiële werkplaatshandleiding Reinigen van Honda. : Technisch. Met het oog op uw veiligheid raden wij aan om de scooter voor een servicebeurt naar uw dealer te brengen.
Pagina 67
Onderhoudsschema Frequentie Inspectie voor het Jaarlijkse Periodiek Items × 1.000 km rijden controle vervangen pagina BLZ. 65 × 1.000 mijl Secundair – luchttoevoersysteem Aandrijfriem – Luchtfilter riemkast – Olie eindaandrijving 2 jaar – Remvloeistof 2 jaar Remblokslijtage Remsysteem Koplamphoogte Lichten/claxon –...
Pagina 68
Onderhoudsschema Frequentie Inspectie Regelma- voor het Jaarlijkse Items × 1.000 km tig ver- rijden controle pagina vangen BLZ. 65 × 1.000 mijl Vering – Moeren, bouten, – bevestigingsmiddelen Wielen/banden Balhoofdlagers –...
Pagina 69
Standaardonderhoud Remmen − Werkingscontrole; Inspectie voor het rijden ● Voor en achter: controleer het remvloeistofpeil Met het oog op de veiligheid bent u verantwoordelijk en de remblokken op slijtage. BLZ. 89, om een controle voor het rijden uit te voeren en alle BLZ.
Pagina 70
Standaardonderhoud Onderdelen vervangen Kleurenlabel Gebruik altijd originele Honda-onderdelen of gelijkwaardige onderdelen om betrouwbaarheid en veiligheid te waarborgen. Vermeld de modelnaam, kleur en code vermeld op het kleurenlabel bij het bestellen van gekleurde onderdelen. Het kleurenlabel bevindt zich op het middencompartiment onder het zadel.
Pagina 71
Standaardonderhoud Accu Dit symbool op de accu duidt aan dat het product niet met het huishoudelijk afval Uw scooter is uitgerust met een onderhoudsvrije mag worden afgevoerd. accu. U hoeft het elektrolytniveau van de accu niet te controleren en geen gedistilleerd water toe te LET OP voegen.
Pagina 72
Standaardonderhoud Wat te doen in geval van nood WAARSCHUWING Als een van de volgende situaties zich voordoet, Uit de accu komt tijdens normaal gebruik dient u onmiddellijk naar uw arts te gaan. explosief waterstofgas vrij. Elektrolyt spat in de ogen: ●...
Pagina 73
Vervang de accu altijd door een andere onderhoudsvrije accu van hetzelfde type. LET OP Het monteren van elektrische accessoires van andere fabrikanten dan Honda kan het elektrische LET OP Als u de zekering vervangt door een zekering met systeem overbelasten, de accu doen ontladen en een hogere stroomsterkte, loopt u meer risico op mogelijk het systeem beschadigen.
Pagina 74
"Energiebesparend" of "Hulpbronbesparend" Zie "Specificaties" voor de aanbevolen motorolie. op het ronde API-servicesymbool. BLZ. 137 Als u motorolie van andere fabrikanten dan Honda gebruikt, controleer dan op het label of de olie aan de volgende normen voldoet: JASO T 903-norm : MB ●...
Pagina 75
Standaardonderhoud Remvloeistof Aanbevolen koelvloeistof Geen remvloeistof bijvullen of verversen, Pro Honda HP-koelvloeistof is een voorgemengde oplossing van antivriesmiddel en gedistilleerd behalve in een noodgeval. Gebruik uitsluitend water. verse remvloeistof uit een afgesloten houder. Als u remvloeistof bijvult, moet het remsysteem...
Pagina 76
Standaardonderhoud Carterontluchting Banden (inspecteren/vervangen) Bandenspanning controleren U zult de scooter vaker moeten onderhouden Controleer uw banden met het blote oog en als u in de regen of met vol gas rijdt of nadat de gebruik een bandenspanningsmeter om de scooter is gewassen of is gevallen. Voer een bandenspanning ten minste één keer per maand servicebeurt uit als het aanslagniveau in het te meten of wanneer u constateert dat de...
Pagina 77
Standaardonderhoud Controleren op abnormale slijtage WAARSCHUWING Controleer de banden Het rijden op banden die overmatig zijn op tekenen van versleten of verkeerd zijn opgepompt, abnormale slijtage op kan een botsing veroorzaken waarbij u het draagvlak. ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen. Volg alle aanwijzingen in dit instructieboekje betreffende de juiste Profieldiepte controleren...
Pagina 78
Laat het wiel, na montage van de band, ● instructieboekje. balanceren met originele wielbalanceergewichten van Honda of gelijkwaardig. Monteer geen binnenband in een ● tubelessband op deze scooter. De binnenband kan extreem heet worden en klappen.
Pagina 79
Standaardonderhoud Luchtfilter Deze scooter is uitgerust met een viskeus luchtfilterelement. Persluchtreiniging of andere reiniging kan de prestatie van het viskeuze filterelement verslechteren en het binnendringen van stof veroorzaken. Voer geen onderhoud uit. Onderhoud moet worden uitgevoerd door uw dealer.
Pagina 80
Gereedschap De gereedschapsset bevindt zich in het middencompartiment. BLZ. 56 U kunt enkele reparaties onderweg uitvoeren, kleine afstellingen maken en onderdelen vervangen met het meegeleverde gereedschap. 10 × 12 mm steeksleutel ● 10 × 14 mm steeksleutel ● Kruiskopschroevendraaier nr. 2 ●...
Pagina 81
Demontage en montage van onderdelen Accu Verwijder de stekkers van de accuhouder. Verwijder de accuhouder door de bouten te verwijderen. Bouten Accuhouder Koppel de minpool - los van de accu. Koppel de pluspool + los van de accu. Stekkers Verwijder de accu en pas op dat u de moeren van de accupolen niet laat vallen.
Pagina 82
Demontage en montage van onderdelen Middelste onderkap Middelste onderkap Verwijder de bevestigingspennen aan de onderkant van de middelste bovenkap. Borgclips A Clips Bevestigingspennen Middelste bovenkap Demontage Trek de middelste bovenkap omlaag voor het ontgrendelen van de borgclips A en Open het zadel. BLZ.
Pagina 83
Demontage en montage van onderdelen Middelste onderkap Borgclips B Borgclips B Borgclips B Borgclips B Schroeven B Schroef A Clip Clip Schroef A Verwijder de schroeven A en de clips. BLZ. 80 Middelste onderkap Verwijder de middelste onderkap door de schroeven B en borgclips B los te maken.
Pagina 84
Demontage en montage van onderdelen Clip Clip Demontage Druk op de centreerstift om de vergrendeling los te maken. Trek de clip uit de uitsparing. Centreerstift Montage Duw tegen de onderkant van de centreerstift. Plaats de clip in de uitsparing. Druk op de centreerstift om de clip te vergrendelen.
Pagina 85
Bougie Bougie controleren Verwijder de bougie met behulp van de juiste bougiesleutel. Zie "Specificaties" voor de aanbevolen bougie. BLZ. 137 Gebruik uitsluitend het aanbevolen type bougie met de aanbevolen warmtegraad. LET OP Het gebruik van een bougie met een ongeschikte warmtegraad kan beschadiging van de motor veroorzaken.
Pagina 86
Bougie Bougie controleren Draai de bougie aan: Controleer de bougieafstand met een Als de oude bougie in orde is: voelermaat van het draadtype. ● 1/8 slag na contact Als aanpassing nodig is, buig de Draai een nieuwe bougie bij het ●...
Pagina 87
Motorolie Motorolie controleren Bovenste niveau Laat de motor 3 tot 5 minuten stationair draaien als de motor koud is. Zet de contactschakelaar in de stand (Off) en wacht 2 tot 3 minuten. Zet uw scooter op de middenbok op een Onderste niveau stevige, vlakke ondergrond.
Pagina 88
Motorolie Motorolie bijvullen Motorolie bijvullen LET OP Het te vol vullen met olie of het rijden met onvoldoen- de olie kan de motor beschadigen. Geen olie van ver- Als het motoroliepeil zich onder of dicht bij schillende merken en verschillende kwaliteit mengen. het onderste merkstreepje bevindt, moet u Zie "Standaardonderhoud"...
Pagina 89
Aftapbout Gebruik een nieuw origineel oliefilter van Afdichtring Honda of gelijkwaardig dat voor uw model is voorgeschreven. LET OP Verwijder de olievuldop/peilstok, de Het gebruik van het verkeerde oliefilter kan ernstige aftapbout en de afdichtring om de olie af beschadiging van de motor veroorzaken.
Pagina 90
Motorolie Motorolie verversen en motoroliefilter vervangen Monteer een nieuwe afdichtring op de aftapbout. Draai de aftapbout vast. Aanhaalmoment: 25 N·m (2,5 kgf·m) Vul het carter met de aanbevolen olie BLZ. 70, BLZ. 137) en breng de olievuldop/peilstok weer aan. Rubberaf- dichting Vereiste olie Oliefilter...
Pagina 91
Koelvloeistof Koelvloeistof controleren Als het koelvloeistofniveau zichtbaar daalt of het expansiereservoir leeg is, is er waarschijn- lijk sprake van een ernstige lekkage. Laat uw Controleer het koelvloeistofpeil in het scooter door uw dealer inspecteren. expansiereservoir terwijl de motor koud is. Koelvloeistof toevoegen Zet uw scooter op de middenbok op een stevige, vlakke ondergrond.
Pagina 92
Koelvloeistof Koelvloeistof verversen Verwijder de dop van het expansiereser- Kap van expan- voir en voeg vloeistof toe terwijl u het siereservoir koelvloeistofniveau controleert. Vul niet hoger dan het UPPER- merkstreepje. Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen in de opening van het expansiereservoir terechtkomen.
Pagina 93
Remmen Remvloeistof controleren Inspecteer de remblokken op slijtage als het remvloeistofpeil zich onder het LOWER- merkstreepje bevindt of de speling van beide Plaats uw scooter rechtop op een stevige remhendels buitensporig wordt. en horizontale ondergrond. Als de remblokken niet zijn versleten, is er Controleer of het remvloeistofreservoir wellicht sprake van lekkage.
Pagina 94
Remmen Remblokken inspecteren Remblokken inspecteren Inspecteer de remblokken vanaf de Voor onderkant van de remklauw. Inspecteer de remblokken vanaf Controleer de staat van de remblokslijtage- Achter de rechter achterzijde van de scooter. indicatoren. Laat de remblokken indien nodig door uw De remblokken moeten worden vervangen dealer vervangen.
Pagina 95
Zijstandaard Zijstandaard controleren Ga op de scooter zitten en klap de zij- standaard omhoog. Start de motor. Klap de zijstandaard volledig omlaag. De motor moet afslaan wanneer u de zijstan- daard omlaag klapt. Laat uw scooter in- specteren door uw dealer als de motor niet afslaat.
Pagina 96
Gashendel Gashendel controleren Zet de motor uit en controleer of de gashendel soepel draait van de volledig gesloten tot de volledig geopende stand in alle stuurstanden en of de speling van de gashendel juist is. Laat de scooter door uw dealer inspecteren als de gashendel niet soepel beweegt of automatisch dicht gaat of als de kabel is beschadigd.
Pagina 97
Carterontluchting Carterontluchting reinigen Zet een geschikte opvangbak onder de carterontluchtingsslang. Verwijder de carterontluchtingsslang en tap bezinksel af. Breng de carterontluchtingsslang weer Carterontluch- tingsslang aan.
Pagina 98
Andere afstellingen Koplamphoogte afstellen U kunt de verticale hoogte van de koplampen afstellen voor een juiste uitlijning. Draai de schroef naar binnen of buiten met behulp van de meegeleverde kruiskopschroevendraaier ( BLZ. 76). Houd u aan de lokale wetten en voorschriften.
Pagina 99
Andere afstellingen Achtervering afstellen Achtervering afstellen LET OP Draai de versteller niet verder dan de limiet. Veervoorspanning Pas zowel de linker- als de rechterschokdemper aan op dezelfde veervoorspanning. U kunt de veervoorspanning afstellen met behulp van de versteller afhankelijk van de Label veervoorspan- Versteller ningsafstelling...
Pagina 100
Key vervangen met daarover een beschermende doek in de gleuf te steken. Als de indicator voor de Honda-SMART Key Wikkel een muntstuk of een 5 keer knippert als de contactschakelaar op schroevendraaier in een (On) wordt gezet of het werkbereik instabiel...
Pagina 101
Overige vervangingen De batterij in de Honda SMART Key vervangen WAARSCHUWING Bovenste behuizing Batterij Gevaar voor chemische brandwonden: slik de batterij niet in. Als een batterij wordt ingeslikt, kan Beschermend deze ernstige inwendige brandwonden doekje en zelfs de dood veroorzaken.
Pagina 102
Doorgebrande zekering ........BLZ. 120 ABS-controlelampje Motor draait sporadisch instabiel....BLZ. 102 (antiblokkeersysteem)........BLZ. 103 Controlelampje Torque Control..... BLZ. 104 Honda SMART Key-indicator......Als het Honda SMART Key-systeem niet goed BLZ. 105 werkt ..............BLZ. 107 Zadel ontgrendelen in een noodgeval ..
Pagina 103
Motor start niet De startmotor werkt maar de De startmotor werkt niet motor start niet Controleer het volgende: Controleer de juiste startvolgorde van de ● Controleer het volgende: motor. BLZ. 46 Controleer de juiste startvolgorde van de ● Zorg ervoor dat de motorstopschakelaar ●...
Pagina 104
Oververhitting De motor is oververhit wanneer zich het Als de ventilator niet werkt: volgende voordoet: Ga uit van een defect. Start de motor niet. De naald van de koelvloeistoftempera- Breng uw scooter naar uw dealer. ● tuurmeter staat in de H-zone (heet). Als de ventilator werkt: De acceleratie wordt traag.
Pagina 105
Waarschuwingslampjes branden of knipperen Oliedrukcontrolelampje Als het motoroliepeil snel daalt, kan dit duiden op een lekkage of ander ernstig probleem met uw scooter. Laat uw scooter Als het oliedrukcontrolelampje gaat branden, door uw dealer inspecteren. rijd dan veilig naar de kant van de weg en zet de motor uit.
Pagina 106
Waarschuwingslampjes branden of knipperen ABS-controlelampje (antiblokkeersysteem) ABS-controlelampje Als het ABS-controlelampje blijft branden, werken uw remmen als een (antiblokkeersysteem) standaardsysteem maar zonder de antiblokkeerfunctie. Als het controlelampje op een van de volgende manieren werkt, is er mogelijk een Het ABS-controlelampje kan gaan knipperen ernstig defect in het ABS.
Pagina 107
Waarschuwingslampjes branden of knipperen Controlelampje Torque Control Controlelampje Torque Control Zelfs wanneer het Torque Control- controlelampje brandt, is het rijvermogen van uw scooter normaal maar zonder de Torque Als het controlelampje op een van de Control-functie. volgende manieren werkt, is er mogelijk een Als het controlelampje gaat branden ernstig defect in het Torque Control-systeem.
Pagina 108
De indicator van de Honda SMART Key vergrendeld. knippert wanneer de communicatie tussen Houd de contactschakelaar gedurende meer uw scooter en de Honda SMART Key stopt dan 2 seconden ingedrukt om het knipperen nadat de contactschakelaar in de stand (On) te stoppen. De contactschakelaar wordt is gezet.
Pagina 109
Als er voorzieningen in de buurt zijn Key-systeem naar activeren. BLZ. 36 die sterke radiogolven of geluid genereren zoals TV-torens, Als de LED van de Honda SMART Key niet krachtcentrales, radiostations of reageert, vervang dan de batterij van de luchthavens. Honda SMART Key.
Pagina 110
Als het Honda SMART Key-systeem niet goed werkt Controleer of er een geregistreerde Controleer de staat van de accu en de ● ● Honda SMART Key wordt gebruikt. accukabel in uw scooter. Gebruik een geregistreerde Honda Controleer de accu en de accupolen.
Pagina 111
Zadel ontgrendelen in een noodgeval Het zadelslot kan worden ontgrendeld met Zadelontgrendeling voor noodgevallen de noodsleutel. Uitsteeksel Openen Verwijder de onderhoudskap van de lamp. BLZ. 114 Lijn het uitsteeksel van de noodsleutel uit met de sleuf van de zadelontgrendeling voor noodgevallen en draai de noodsleutel naar links.
Pagina 112
Contactschakelaar ontgrendelen in een noodgeval Instellen voor invoermodus ID- Borgclip Haak nummer Gebruik de noodsleutel om het zadel te Blauwe dummy- koppeling openen. BLZ. 107 Verwijder de middelste onderkap. BLZ. 78 Verwijder de stekker van de EM-modus uit de accuhouder. Stekker Verwijder de blauwe dummy-koppeling EM-modus...
Pagina 113
Contactschakelaar ontgrendelen in een noodgeval ID-nummer invoeren Voorbeeld: Om "0" in te voeren, wacht u 5 seconden ● Het ID-nummer kan worden ingevoerd door zonder de contactschakelaar in te druk- op de contactschakelaar te drukken wanneer ken wanneer de contactschakelaarring deze in de stand (Off), (Lock) of SEAT...
Pagina 114
Nadat het laatste ID-nummer is ingevoerd, de contactschakelaarring en de indicator van de knipperen de contactschakelaarring en de in- Honda SMART Key om de 2 seconden tot de dicator van de Honda SMART Key om de se- koppeling van de EM-modus wordt verwijderd.
Pagina 115
Lekke band Het repareren van een lekke band of het Overschrijd nooit 50 km/h. Laat de band zo demonteren van een wiel vereist speciaal snel mogelijk door uw dealer vervangen. gereedschap en technische expertise. Wij WAARSCHUWING raden u aan om deze servicebeurt door uw Het rijden op uw scooter met een dealer te laten uitvoeren.
Pagina 116
Elektrische problemen De accu loopt leeg Doorgebrande lamp Laad de accu op met een acculader voor Volg de onderstaande procedure om een motorfietsen. doorgebrande lamp te vervangen. Haal de accu uit de scooter voor het Zet de contactschakelaar in de stand (Off) opladen.
Pagina 117
Elektrische problemen Doorgebrande lamp Koplamp/parkeerlichten Remlicht/achterlicht Remlicht/achterlicht Koplamp Het remlicht/achterlicht gebruikt meerdere leds. Als een led niet gaat branden, neem dan Parkeerlichten contact op met uw dealer voor onderhoud. De koplamp/parkeerlichten gebruiken meerdere leds. Als een led niet gaat branden, neem dan contact op met uw dealer voor onderhoud.
Pagina 118
Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp van richtingaanwijzer rechtsvoor Verwijder de onderhoudskap van de lamp door de lippen te verwijderen. Onderhoudskap lamp Draai de fitting naar links en trek deze eruit. Duw de lamp er licht in en draai deze linksom. Monteer een nieuwe lamp en onderdelen in de omgekeerde volgorde van demontage.
Pagina 119
Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp van richtingaanwijzer Open het opbergvak voor. BLZ. 57 linksvoor Verwijder het binnenvak door de schroef en de clips te verwijderen. BLZ. 80 Binnenvak Schroef Draai de fitting naar links en trek deze eruit. Duw de lamp er licht in en draai deze linksom.
Pagina 120
Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp van richtingaanwijzer achter Open het zadel. BLZ. 54 Verwijder de onderhoudskap van de De lampen van de richtingaanwijzers rechts- achterlamp door de clips te verwijderen. en linksachter kunnen op dezelfde manier BLZ. 80 worden verwijderd. Draai de fitting naar links en trek deze Lamp Onderhoudskap...
Pagina 121
Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp van kentekenplaatverlichting Pakking van Lamp afdekkap Schroeven Afdekkap kentekenplaatverlichting Verwijder de schroeven, de afdekkap van de kentekenplaatverlichting en de pakking van de afdekkap. Trek de lamp eruit zonder deze te draaien. Monteer een nieuwe lamp en onderdelen in de omgekeerde volgorde van demontage.
Pagina 122
Elektrische problemen Doorgebrande zekering Doorgebrande zekering Verwijder de middelste onderkap. BLZ. 78 Open de afdekkappen van de Zie "Controleren en vervangen van zekeringen" voor het hanteren van de zekeringkast. zekeringen. BLZ. 69 Trek de hoofdzekering B, hoofdzekering C en de andere zekeringen één voor één Zekeringen &...
Pagina 123
Elektrische problemen Doorgebrande zekering Hoofdzekering A Verwijder de middelste onderkap. BLZ. 78 Draadconnector Magnetische schakelaar Koppel de draadconnector van de mag- startmotor netische schakelaar van de startmotor los. Trek de hoofdzekering A eruit en controleer of de zekering is doorgebrand. Vervang een doorgebrande zekering altijd door een reservezekering met dezelfde stroomsterkte.
Pagina 124
Motor draait sporadisch instabiel Als het filter van de brandstofpomp is verstopt, kan de motor tijdens het rijden sporadisch instabiel draaien. Zelfs als dit symptoom optreedt, kunt u met uw scooter blijven rijden. Als de motor instabiel draait terwijl er voldoende brandstof beschikbaar is, dient u uw scooter zo spoedig mogelijk door uw dealer te laten controleren.
Pagina 125
Informatie BLZ. 122 Sleutels ............... Instrumenten, bedieningselementen en andere BLZ. 126 functies ............. BLZ. 127 Onderhoud van uw scooter......BLZ. 130 Stallen van uw scooter ........BLZ. 131 Vervoer van uw scooter ......... BLZ. 132 U en het milieu ..........BLZ.
Pagina 126
Sleutels Sleutels Noodsleutel De noodsleutel wordt gebruikt in geval van nood. Zadel ontgrendelen. BLZ. 107 ● Contactschakelaar ontgrendelen. BLZ. 108 ● Bewaar de noodsleutel niet in een compartiment. Noodsleutel...
Pagina 127
Als de circuits beschadigd zijn, kunt u de Honda Met de Honda SMART Key kunt u de volgende SMART Key niet gebruiken. zaken uitvoeren: Contactschakelaar vergrendelen of ● Laat de Honda SMART Key niet vallen en zet er ● ontgrendelen geen zware dingen op. Zadelslot ontgrendelen ●...
Pagina 128
Sleutels Houd de Honda SMART Key uit de buurt van De batterij in het Honda SMART Key-systeem gaat ● vloeistoffen. Als hij nat wordt, droogt u hem normaliter ongeveer 2 jaar mee. direct met een zachte doek. Houd de Honda SMART Key uit de buurt van Bewaar geen mobiele telefoons of andere ●...
Pagina 129
Sleutels EU-richtlijn Alleen Zuid-Afrika Alleen Singapore Dit Honda SMART Key-systeem voldoet aan de richtlijn radioapparatuur (2014/53/EU). Alleen Marokko De conformiteitsverklaring inzake de richtlijn radioapparatuur wordt aan de eigenaar overhandigd op het moment van aankoop. De conformiteitsverklaring moet op een veilige plaats worden bewaard.
Pagina 130
Instrumenten, bedieningselementen en andere functies Instrumenten, Ritteller bedieningselementen en De rittellers springen weer op 0.0 wanneer ze hoger worden dan 999,9. andere functies Documentzakje Contactschakelaar Het instructieboekje, het registratiebewijs en het verzekeringsbewijs kunnen worden opgeborgen Als u de contactschakelaar in de stand (On) laat in het plastic documentzakje in het middencom- staan terwijl de motor is uitgeschakeld, zal de accu partiment.
Pagina 131
Het frequent reinigen en oppoetsen is belangrijk Smeer alle bewegende delen na het drogen om de lange levensduur van uw Honda te garan- van de scooter. deren. Potentiële problemen zijn gemakkelijker Zorg ervoor dat u geen smeermiddel op de vast te stellen op een schone scooter.
Pagina 132
Onderhoud van uw scooter Voorzorgsmaatregelen voor het wassen Richt geen waterstraal op het luchtfilter: ● Water in het luchtfilter kan het starten van Volg deze richtlijnen voor het wassen: de motor verhinderen. Gebruik geen hogedrukreinigers: ● Richt geen waterstraal op de koplamp: ●...
Pagina 133
Onderhoud van uw scooter Aluminium onderdelen Uitlaatpijp en geluiddemper Aluminium wordt aangetast door corrosie na De uitlaatpijp en geluiddemper zijn van roestvrij contact met vuil, modder of wegenzout. Reinig staal, maar kunnen door modder of stof bevlekt aluminium onderdelen regelmatig en volg deze worden.
Pagina 134
Stallen van uw scooter Stallen van uw scooter Controleer alle vereiste onderhoudsonderdelen in het onderhoudsschema wanneer u uw scooter uit de stalling haalt. Als u uw scooter buiten stalt, overweeg dan het gebruik van een volledige motorfietshoes. Volg deze richtlijnen als u van plan bent om gedurende een langere periode niet te rijden: Was uw scooter en zet alle gelakte oppervlak- ●...
Pagina 135
Vervoer van uw scooter Vervoer van uw scooter Als uw scooter moet worden vervoerd, dient dit te geschieden op een motorfietsaanhangwagen of een dieplader of aanhangwagen met een laadvloer of hefplatform en motorfietsbevestigingsriemen. Probeer nooit uw scooter met één of beide wielen op de grond te slepen.
Pagina 136
U en het milieu U en het milieu Recycle afval Deponeer olie en ander giftig afval in Het bezit van en rijden op een scooter kan aange- goedgekeurde containers en breng ze naar een naam zijn, maar u moet een bijdrage leveren aan recyclingcentrum.
Pagina 137
Serienummers Serienummers Het frame- en motornummer identificeren uw scooter en zijn vereist om uw scooter te registre- ren. Ze kunnen ook vereist zijn bij het bestellen van vervangingsonderdelen. U moet deze nummers noteren en op een veilige plaats bewaren. Framenummer Motornummer...
Pagina 138
Alcoholhoudende brandstoffen Alcoholhoudende Het gebruik van benzine met meer dan 10% ethanol kan: brandstoffen De lak van de brandstoftank beschadigen. ● De rubberen slangen van de brandstofleiding ● Sommige traditionele brandstoffen gemengd met beschadigen. alcohol zijn verkrijgbaar in sommige landen om Roestvorming in de brandstoftank veroorzaken.
Pagina 139
Een defecte katalysator draagt bij aan luchtverontreiniging en kan de prestatie van de motor nadelig beïnvloeden. Voor vervanging moet een origineel Honda-onderdeel of gelijkwaardig onderdeel worden gebruikt.
Pagina 140
Specificaties Voornaamste onderdelen ■ Cilinderinhoud 279 cm Totale lengte 2.130 mm Boring x slag 72,0 x 68,6 mm Totale breedte 730 mm Compressieverhou- 10,5:1 ding Totale hoogte 1.195 mm Loodvrije benzine Wielbasis 1.440 mm Brandstof Aanbevolen: 91 RON of hoger Minimale bodemspeling 130 mm Alcoholhoudende Balhoofdhoek...
Pagina 141
Achter 130/70R16M/C 61S Stationair 1.500 ± 100 omw/min toerental Voor Diagonaal, tubeless Bandensoort Honda-olie voor 4-taktmotorfietsen API- Achter Radiaal, tubeless serviceclassificatie SG of hoger, met BRIDGESTONE BATTLAX BT45F G Aanbevolen Voor uitzondering van olie die wordt aangeduid als METZELER FEELFREE FRONT...
Pagina 142
Specificaties Lampen Specificaties aanhaalmoment ■ ■ Koplamp Oliefilter 26 N·m (2,7 kgf·m) Parkeerlicht Aftapbout voor motorolie 25 N·m (2,5 kgf·m) Remlicht/achterlicht Richtingaanwijzer voor 12 V-21 W × 2 Richtingaanwijzer achter 12 V-21 W × 2 Kentekenplaatverlichting 12 V-5 W Zekeringen ■...
Pagina 143
Bandenspanning ..........72, 137 Controlelampje Torque Control....31, 103 Lekke band ............. 111 Controlelampje Torque Control UIT ....31 Vervangen............72, 111 Controlelampjes ............ 30 Batterij Honda SMART Key......... 96 Beladingsrichtlijnen..........17 Benzine ............. 14, 51, 136 Beschermende uitrusting........11 Datalinkstekker............18...