Download Print deze pagina

Advertenties

INSTRUCTIEBOEKJE
NSS250A/300A
NL

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Honda NSS250A 2018

  • Pagina 1 INSTRUCTIEBOEKJE NSS250A/300A...
  • Pagina 2 Deze publicatie bevat de meest recente productinformatie die beschikbaar was voor het ter perse gaan. Honda Motor Co., Ltd. behoudt zich het recht voor om te allen tijde wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder het aangaan van enige verplichting.
  • Pagina 3 De volgende codes in deze handleiding ● uw nieuwe Honda-scooter. Door te kiezen duiden de landen aan. voor een Honda maakt u deel uit van een De afbeeldingen hierin zijn gebaseerd op ● wereldwijde familie van tevreden klanten die het type NSS300A ED.
  • Pagina 4 Enkele opmerkingen over veiligheid Uw veiligheid en de veiligheid van anderen zijn GEVAAR zeer belangrijk. Het veilig rijden op deze scooter is U ZULT DODELIJK of ERNSTIG LETSEL een belangrijke verantwoordelijkheid. OPLOPEN als u de instructies niet Om u te helpen goed geïnformeerde veiligheids- beslissingen te nemen, hebben wij bedieningspro- opvolgt.
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Veilig rijden met de scooter BLZ. 2 Bedieningshandleiding BLZ. 20 Onderhoud BLZ. 69 Verhelpen van storingen BLZ. 107 Informatie BLZ. 129 Specificaties BLZ. 145 Index BLZ. 148...
  • Pagina 6 Veilig rijden met de scooter Dit gedeelte bevat belangrijke informatie voor het veilig rijden met uw scooter. Lees dit gedeelte aandachtig door. BLZ. 3 Veiligheidsrichtlijnen ........... BLZ. 6 Waarschuwingslabels .......... BLZ. 11 Veiligheidsmaatregelen........BLZ. 12 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden ..BLZ.
  • Pagina 7 Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsrichtlijnen vloed van alcohol of drugs verkeert. Zorg ervoor dat u en uw duopassagier allebei een goedgekeur- de motorfietshelm en beschermende kleding dra- Volg deze richtlijnen met het oog op uw veiligheid: gen. Draag duopassagiers op om zich aan de Voer alle routine- en periodieke inspecties uit ●...
  • Pagina 8 Veiligheidsrichtlijnen Zorg dat u goed zichtbaar bent Houd uw Honda in veilige staat Zorg ervoor dat u beter zichtbaar bent, vooral Het is belangrijk dat u uw scooter naar behoren 's avonds, door heldere reflecterende kleding te onderhoudt en in een veilige staat van werking dragen, te rijden op plaatsen waar andere houdt.
  • Pagina 9 Veiligheidsrichtlijnen Als u besluit verder te rijden, zet dan eerst de con- Laat uw scooter nooit in een garage of andere be- tactschakelaar in de stand (Off) en controleer sloten ruimte draaien. de staat van uw scooter. Inspecteer op vloeistoflek- WAARSCHUWING kage, controleer of cruciale moeren en bouten goed vastzitten en controleer het stuur, de bedie-...
  • Pagina 10 Waarschuwingslabels Waarschuwingslabels Op de volgende pagina's wordt de betekenis Lees de instructies in het instructieboekje van de labels beschreven. Sommige labels aandachtig door. waarschuwen u voor potentiële gevaren die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Andere Lees de instructies in de werkplaatshandleiding bieden belangrijke veiligheidsinformatie.
  • Pagina 11 Waarschuwingslabels ACCULABEL GEVAAR • Houd vonken en vlammen uit de buurt van de accu. Accu's produceren gas dat een explosie kan veroorzaken. • Draag een beschermbril en rubberen handschoenen bij het hanteren van de accu, anders kunt u brand- wonden oplopen of uw gezichtsvermogen verliezen door het elektrolyt van de accu.
  • Pagina 12 Waarschuwingslabels LABEL RADIATEURDOP GEVAAR NOOIT OPENEN BIJ WARME MOTOR. Hete koelvloeistof veroorzaakt brandwonden. De overdrukklep opent bij 108 kPa. WAARSCHUWINGSLABEL ACCESSOIRES EN BELADING WAARSCHUWING ACCESSOIRES EN BELADING • De veiligheidsstabiliteit en het stuurgedrag van deze scooter kunnen beïnvloed worden door het toevoegen van accessoires en bagage. •...
  • Pagina 13 Waarschuwingslabels BANDENINFORMATIELABEL Bandenspanning in koude toestand: [Alleen bestuurder] Voor 200 kPa (2,00 kgf/cm Achter 225 kPa (2,25 kgf/cm [Bestuurder en passagier] Voor 200 kPa (2,00 kgf/cm Achter 225 kPa (2,25 kgf/cm VEILIGHEIDSLABEL Draag altijd een helm en beschermende kleding met het oog op uw veiligheid.
  • Pagina 14 Waarschuwingslabels LABEL BELADINGSLIMIET Maximaal 10 kg. LABEL BELADINGSLIMIET Maximaal 1,5 kg. LABEL BELADINGSLIMIET Type V E, IV ED, III TU Maximaal 5,0 kg.
  • Pagina 15 Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen Vizier met een onbelemmerd gezichtsveld of ● andere goedgekeurde oogbescherming Rijd voorzichtig met uw beide handen aan het ● WAARSCHUWING stuur en uw voeten op de treeplank. Passagiers moeten zich aan de handgrepen of Het niet dragen van een helm verhoogt ●...
  • Pagina 16 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Voorzorgsmaatregelen Remmen voor het rijden Neem de volgende richtlijnen in acht: Vermijd sterk afremmen. ● Plotseling remmen kan de stabiliteit van de Inrijperiode scooter verminderen. Volg deze richtlijnen tijdens de eerste 500 km om Ga waar mogelijk langzamer rijden voor de toekomstige betrouwbaarheid en prestaties van een bocht;...
  • Pagina 17 ● waarborgen. altijd het stuur en de contactschakelaar vergrendelen ( BLZ. 51) en de Honda SMART Key meenemen als u uw scooter achterlaat. Natte of regenachtige omstandigheden Deactiveer het Honda SMART Key-systeem Wegoppervlakken zijn glad wanneer ze nat zijn, en indien nodig.
  • Pagina 18 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Parkeren op de zijstandaard of de Linkerstuurgreep middenbok Middenbok Linkerhandgreep Zet de motor uit. De zijstandaard gebruiken Klap de zijstandaard omlaag. Laat de scooter langzaam naar links leunen totdat het volle gewicht op de zijstandaard steunt. De middenbok gebruiken Ga voor het neerklappen van de middenbok aan de linkerkant van de scooter staan.
  • Pagina 19 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Richtlijnen voor tanken en brandstof Volg deze richtlijnen om de motor, het brandstof- systeem en de katalysator te beschermen: Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. ● Gebruik benzine met het aanbevolen octaan- ● getal. Het gebruik van benzine met een lager octaangetal heeft een verminderde motorpres- tatie tot gevolg.
  • Pagina 20 Gebruik altijd de aanbevolen banden en de Honda originele onderdelen voor het aandrijfsysteem, zoals de aandrijfriem en de gewichtrollen, om een goede werking van het Torque Control-systeem te...
  • Pagina 21 Wij raden u ten sterkste aan om geen accessoires ongeval waarbij u ernstig of dodelijk te monteren die niet specifiek door Honda voor uw letsel kunt oplopen. scooter zijn ontworpen en geen modificaties aan het oorspronkelijke ontwerp van uw scooter aan te Volg alle aanwijzingen in dit brengen.
  • Pagina 22 Beladen Beladen WAARSCHUWING Overbelasting of verkeerd beladen kan Het vervoeren van extra gewicht heeft invloed ● een ongeval veroorzaken waarbij u op het stuurgedrag, het remgedrag en de ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen. stabiliteit van uw scooter. Rijd altijd met een veilige snelheid die is afgestemd op de belading.
  • Pagina 24 Locatie van onderdelen Bagagecompartiment Datalinkstekker (BLZ.66) Documentzakje (BLZ.67) Zadel (BLZ.64) Windscherm (BLZ.104) Gashendel (BLZ.100) Remvloeistofreservoir van voorrem (BLZ.97) Voorremhendel Zadelontgrendeling voor noodgevallen (BLZ.117) Brandstofvuldop (BLZ.61) Koelvloeistofexpansiereser- voir (BLZ.94) Aftapbout voor motorolie (BLZ.91) Motorolievuldop/peilstok (BLZ.90) Stelbout veervoorspanning van achtervering (BLZ.103)
  • Pagina 25 Remvloeistofreservoir van achterrem (BLZ.97) Achterremhendel Helmhouder (BLZ.65) Gereedschapsset (BLZ.85) Accu (BLZ.86) Hoofdzekering (BLZ.127) Zekeringkasten (BLZ.126) Stekker EM-modus (BLZ.119) Bougie (BLZ.88) Stelbout veervoorspanning van achtervering (BLZ.103) Carterontluchting (BLZ.101) Middenbok (BLZ.14) Motoroliefilter (BLZ.91) Zijstandaard (BLZ.99) Handschoenenkastje (BLZ.68) Stopcontact voor accessoires (BLZ.63)
  • Pagina 26 Instrumenten Toerenteller LET OP Laat de motor niet draaien met de toerenteller in de rode zone. Een te hoog motortoerental kan de levensduur van de motor nadelig beïnvloeden. Rode zone toerenteller -toets INFO A (te hoog motortoerentalbereik) Snelheidsmeter Deze toont uw rijsnelheid in kilometer per uur (km/h) -toets INFO B en/of mijl per uur (mph), naargelang de uitvoering.
  • Pagina 27 Brandstofniveaumeter Klok (BLZ.29) Klok instellen: (BLZ.35) Indicator voor olieverversen Koelvloeistoftempera- tuurmeter (BLZ.30) (BLZ.29) Onderhoudsindicator (BLZ.31) Gemiddeld Ritteller [TRIP A/B] brandstofverbruik (BLZ.25) [AVG CONS.] (BLZ.26) Verstreken tijd [ELAPSED] (BLZ.27) Luchttemperatuurmeter Accuspanningsmeter (BLZ.29) [AIR TEMP.] (BLZ.29) Kilometerteller [TOTAL] (BLZ.25) Beschikbare rijafstand [RANGE] (BLZ.27) Huidig brandstofverbruik [CONS.] (BLZ.25)
  • Pagina 28 Instrumenten (Vervolg) De weergave omschakelen Met de -toets schakelt u tussen ritteller A en ritteller B. Met -toets schakelt u ook INFO A INFO A tussen het gemiddelde brandstofverbruik en de verstreken tijd. Ritteller A Ritteller A Ritteller B Ritteller B Verstreken Verstreken Gemiddeld...
  • Pagina 29 Kilometerteller Huidig brandstofverbruik Totale afgelegde afstand. Toont het huidige of momentele Als "------" wordt weergegeven, ga dan naar brandstofverbruik. uw dealer voor onderhoud. Weergavebereik: 0.0 tot 299.9 L/100 km (km/L, mile/gal of mile/L). Ritteller Als uw snelheid lager is dan ongeveer ●...
  • Pagina 30 Instrumenten (Vervolg) Beginweergave: "---.-" wordt weergegeven. Gemiddeld brandstofverbruik ● Als de berekende waarde 299,9 l/100 km ● Toont het gemiddelde brandstofverbruik sinds (km/l, mile/l of mile/gal) of meer is: het terugstellen van de geselecteerde ritteller. "299.9 L/100 km (km/L, mile/gal of mile/L)" Het gemiddelde brandstofverbruik wordt wordt weergegeven.
  • Pagina 31 Verstreken tijd Beschikbare rijafstand Toont de verstreken tijd die de motor heeft Geeft de geschatte afstand aan die u kunt gedraaid sinds het terugstellen van de afleggen met de resterende brandstof. De geselecteerde ritteller. aangegeven beschikbare rijafstand wordt Weergavebereik: 00:00 tot 199:59 berekend op basis van de rijomstandigheden.
  • Pagina 32 Instrumenten (Vervolg) Om ritteller B, het gemiddelde De ritteller, het gemiddelde brandstofverbruik en de verstreken tijd (die zijn brandstofverbruik en de verstreken gebaseerd op ritteller B) samen terug te stellen, tijd terugstellen houdt u de -toets ingedrukt terwijl INFO A Om ritteller A, het gemiddelde ritteller B wordt weergegeven.
  • Pagina 33 Koelvloeistoftemperatuurmeter Luchttemperatuurmeter Wanneer de koelvloeistof de gespecificeerde Toont de omgevingstemperatuur. temperatuur overschrijdt, knippert segment H Weergavebereik: −10 tot 50 °C en gaat het controlelampje hoge koelvloeistof- Onder −10 °C: "---" wordt weergegeven ● temperatuur branden. Hoger dan 50 °C: "50 °C" knippert ●...
  • Pagina 34 Instrumenten (Vervolg) Indicator voor olieverversing Type E/III E/V E De indicator voor olieverversing verschijnt De indicator gaat branden wanneer de gereden telkens als de gereden afstand 12.800 km afstand het geprogrammeerde olie-interval bereikt na de eerste keer dat de indicator is bereikt.
  • Pagina 35 Onderhoudsindicator Type ED/II ED/IV ED/TU/II TU/III TU De onderhoudsindicator verschijnt telkens De indicator gaat branden als de gereden af- als de gereden afstand 12.000 km bereikt na stand het geprogrammeerde onderhoudsinter- de eerste keer dat de indicator is gereset. val bereikt. Type E/III E/V E Wanneer de onderhoudsindicator verschijnt, De onderhoudsindicator verschijnt telkens...
  • Pagina 36 Instrumenten (Vervolg) Als het periodieke onderhoud wordt uitgevoerd Resterende afstand controleren voordat de onderhoudsindicator gaat branden, U kunt de resterende afstand tot de volgende moet u de indicator resetten nadat het perio- olieverversing en onderhoudsbeurt controleren. dieke onderhoud is uitgevoerd. Wanneer de -toets en de -toets...
  • Pagina 37 Indicator voor olieverversing en Druk op de INFO B -toets. De indicator voor olieverversing en de onderhoudsindicator resetten resterende afstand worden gereset, en de INFO A INFO B Houd de -toets en de -toets onderhoudsindicator en de resterende ingedrukt terwijl u de contactsleutel in de stand afstand beginnen te knipperen nadat het (On) draait en houd de -toets en de...
  • Pagina 38 Instrumenten (Vervolg) Druk op de INFO B -toets. De onderhoudsindicator en de resterende afstand worden gereset, waarna het display terugkeert naar de normale weergave nadat het volgende onderhoudsinterval kort werd weergegeven. Als de onderhoudsindicator en de resterende afstand niet gereset hoeven te worden, drukt u op de -toets.
  • Pagina 39 Display instellen Normale weergave Sequentieel wijzigen van de volgende items. • Tijdsindeling instellen • Klok instellen Tijdsindeling instellen • Helderheid achtergrondverlichting instellen • Type E/III E/V E Klok instellen Eenheid kilometerstand wijzigen • Eenheid van brandstofverbruikmeter Helderheid achtergrondverlichting instellen wijzigen Type E/III E/V E Eenheid kilometerstand wijzigen Eenheid van brandstofverbruikmeter wijzigen...
  • Pagina 40 Instrumenten (Vervolg) Als de contactschakelaar in de stand (Off) wordt gezet of er ongeveer 30 seconden niet op de toets wordt gedrukt, wordt de bediening automatisch omgeschakeld van de instelmodus naar de normale weergave. Als er niet op de toets wordt gedrukt gedurende ongeveer 30 seconden, worden items waarvoor de instelling aan de gang is genegeerd en worden alleen items met...
  • Pagina 41 1 Tijdsindeling instellen: 2 Klok instellen: U kunt de tijdsindeling omschakelen tussen INFO A Druk op de -toets totdat het gewenste 12-uurindeling en 24-uurindeling. uur wordt weergegeven. Houd de -toets ingedrukt om de Draai het contactslot naar de stand (ON). INFO A uren versneld vooruit te laten gaan.
  • Pagina 42 Instrumenten (Vervolg) Druk op de INFO B -toets. De klok is ingesteld Druk op de INFO B -toets. De en het display schakelt over naar helderheid achtergrondverlichting is ingesteld. achtergrondverlichting instellen. Type ED/II ED/IV ED/TU/II TU/III TU Het display schakelt over naar het wijzigen 3 Helderheid achtergrondverlichting van de eenheid van de brandstofverbruik- instellen:...
  • Pagina 43 4 Eenheid kilometerstand wijzigen: 5 Eenheid van brandstofverbruikmeter wijzigen: Type E/III E/V E Druk op de INFO A -toets om "mile" of "km" te Druk op de INFO A -toets om "L/100km" of selecteren. "km/L" te selecteren. Druk op de INFO B -toets.
  • Pagina 44 Als één van deze indicatoren niet gaat branden terwijl dat zou moeten, laat uw dealer dan controleren op problemen. Indicator Honda SMART Key Gaat branden wanneer de verificatie van het voertuig en Honda SMART Key is voltooid en de contactschakelaar kan worden gebruikt. Gaat uit als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet.
  • Pagina 45 Controlelampje Torque Control Richtingaanwijzer Gaat branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. ● links Gaat uit als uw motorfiets een snelheid van ongeveer 3 km/h bereikt om aan te geven dat Torque Control klaar is voor gebruik. Knippert als Torque Control in werking is.
  • Pagina 46 Schakelaars Motorstopschakelaar Moet normaal in de stand (Run) blijven staan. Schakel in geval van nood over naar de stand (Stop) (de startmotor werkt niet) om de motor te stoppen. Claxonknop Alarmknipperlichtschakelaar Richtingaanwijzerschakelaar Kan op uit of aan worden gezet Door op de schakelaar te drukken, wordt de wanneer de contactschakelaar in richtingaanwijzer uitgeschakeld.
  • Pagina 47 Torque Control-schakelaar Houd de schakelaar ingedrukt om Torque Control in en uit te schakelen. (BLZ.55) Stelschakelaar windscherm Druk omhoog of omlaag om de hoogte van het windscherm af te stellen. (BLZ.104) Contactschakelaar (On) Schakelt het elektrische systeem Schakelt het elektrische systeem aan/uit, vergrendelt het stuur en in voor het starten/rijden.
  • Pagina 48 Schakelaars (Vervolg) Stuurslot Vergrendelen Vergrendel het stuur wanneer u parkeert om Draai het stuur volledig naar links of rechts. diefstal te voorkomen. Duw de contactschakelaar omlaag en zet deze Een U-vormig wielslot of iets vergelijkbaars in de stand (Lock). wordt ook aanbevolen. Contactschakelaar ontgrendelen (BLZ.50) Contactschakelaar...
  • Pagina 49 Het systeem voert een identificatiecontrole uit tussen de scooter en de Honda SMART Key om na te gaan of het een geregistreerde Honda SMART Key betreft. Het Honda SMART Key-systeem maakt gebruik van zwakke radiogolven.
  • Pagina 50 De status van het Honda SMART Key- systeem controleren AAN/UIT-knop Druk licht op de AAN/UIT-knop. De LED van de Honda SMART Key toont de status. Als de LED van de Honda SMART Key de volgende kleur heeft: Groen: Verificatie van het Honda (activering) SMART Key-systeem kan worden uitgevoerd.
  • Pagina 51 Als er voorzieningen in de buurt zijn die ● sterke radiogolven of geluid genereren zoals TV-torens, krachtcentrales, radiostations of luchthavens. Als u de Honda SMART Key bij u heeft met ● een laptop of draadloos communicatie- apparaat zoals een radio of mobiele telefoon.
  • Pagina 52 (Vervolg) Iedereen kan uw contactschakelaar ontgrende- Als de contactschakelaar vergrendeld is: len en de motor starten als de Honda SMART U kunt het systeem gebruiken binnen de Key binnen het werkbereik van uw scooter is, gearceerde ruimte getoond in de afbeelding.
  • Pagina 53 Iedereen die in bezit is van de Honda SMART Als de contactschakelaar op (On) is gezet, kan Key kan de volgende zaken uitvoeren als de de scooter ook worden bediend door een Honda SMART Key binnen het werkbereik is: persoon die niet beschikt over een geverifieerde Motor starten Honda SMART Key.
  • Pagina 54 Wanneer iemand zonder Honda SMART Key de contactschakelaar probeert te verdraaien, zal de Contactschakelaar ontgrendelen contactschakelaar vrij ronddraaien. Als u merkt Zorg ervoor dat de Honda SMART Key is dat de contactschakelaar in een andere stand geactiveerd. (BLZ.46) staat, zet dan de contactschakelaar in de...
  • Pagina 55 (Lock) is gezet. Schakel het Honda SMART Key-systeem ● naar deactiveren. (BLZ.46) Zorg ervoor dat de Honda SMART Key- indicator en de contactschakelaarring uit gaan en dat de richtingaanwijzers eenmaal knipperen. Dit geeft aan dat de contactschakelaar is vergrendeld. Vervolg...
  • Pagina 56 Honda SMART Key-systeem (Vervolg) Zorg er altijd voor dat de contactschakelaar in de stand (Off) of (Lock) staat als u de scooter parkeert. Als de contactschakelaar is vergrendeld in de stand SEAT FUEL, kan deze slechts eenmaal op (Off) worden gezet.
  • Pagina 57 Responsknop Honda SMART Key-systeem is geactiveerd. Wanneer u op de responsknop van de Honda Smart Key drukt met de contactschakelaar in de stand (Off) of...
  • Pagina 58 Responssysteem (Vervolg) Werking Druk op de responsknop van de Honda SMART Key. Het responssysteem werkt niet als de contactschakelaar in de stand (On) staat. Als de contactschakelaar langer dan 10 dagen in de stand (Off) of (Lock) staat, werkt het responssysteem niet meer.
  • Pagina 59 Honda Selectable Torque Control Torque Control (regeling van motorvermogen) Torque Control aan en uit kan worden in-/uitgeschakeld. U kunt Torque Control in- en uitschakelen door de Torque Control-schakelaar ingedrukt te Bedien de Torque Control-schakelaar niet tijdens het rijden. houden. Breng eerst de scooter tot stilstand en Torque Control-schakelaar schakel het systeem in of uit.
  • Pagina 60 • Het snel openen van de gashendel of het Deze scooter is voorzien van een Honda langer dan ongeveer 5 minuten versneld SMART Key-systeem. Houd de Honda SMART stationair laten draaien van de motor kan een verkleuring van de uitlaatpijp veroorzaken.
  • Pagina 61 Zet de scooter op de middenbok. Knijp de achterremhendel in. De startmotor werkt uitsluitend wanneer de Zorg ervoor dat de motorstopschakelaar in de achterremhendel is ingeknepen en de stand (Run) staat. zijstandaard omhoog is geklapt. Zet de contactschakelaar in de stand (On). Contactschakelaar ontgrendelen.
  • Pagina 62 Motor starten (Vervolg) Als u de motor niet kunt starten: Als de motor niet start: a Zet de scooter op de middenbok en knijp de a Open de gashendel volledig en druk achterremhendel in. gedurende 5 seconden op de startknop. b Druk met de gashendel iets open (ongeveer b Herhaal de normale startprocedure.
  • Pagina 63 Rijden Scooter starten Accelereren en afremmen Accelereren: open de gashendel langzaam. Duw de scooter naar voren van de middenbok af. Afremmen: sluit de gashendel. Knijp de achterremhendel in. Houd de gashendel volledig gesloten. Controleer of de zijstandaard en de middenbok Openen (accelereren) omhoog zijn geklapt.
  • Pagina 64 Rijden (Vervolg) Remmen Draai de gashendel dicht en bedien de voor- en de achterremhendel tegelijk. Achterremhendel Voorremhendel...
  • Pagina 65 Tanken Type brandstof: Uitsluitend loodvrije benzine Brandstofvuldop openen Brandstof-octaangetal: Uw scooter is ont- Zet de contactschakelaar in de stand SEAT FUEL. worpen voor het gebruik van een research-oc- Contactschakelaar ontgrendelen taangetal (RON) van 91 of hoger. (BLZ.50) Tankinhoud: 11,5 L Druk op de FUEL-zijde van de schakelaar voor het openen van de brandstoftankklep en het zadel.
  • Pagina 66 Tanken (Vervolg) Brandstofvuldop sluiten Draai de brandstofvuldop naar links en a Plaats de brandstofvuldop terug en draai hem verwijder de dop. stevig vast door de dop naar rechts te draaien. Brandstofvuldop Pijlmarkeringen Zorg ervoor dat de pijlen op de benzinevuldop en de benzinetank tegenover elkaar staan.
  • Pagina 67 Laat de motor draaien terwijl u stroom gebruikt het handschoenenkastje. via het stopcontact om te voorkomen dat de Het gebruik van accessoires is op eigen risico. Honda accu zwakker wordt (of leegloopt). kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor Zet de koplamp op dimlicht terwijl u het beschadiging van uw accessoire tijdens het gebruik.
  • Pagina 68 Opberguitrusting Zadel openen Zadel Draai het stuur tot het recht vooruit staat. Zet de contactschakelaar in de stand SEAT FUEL. Contactschakelaar ontgrendelen (BLZ.50) Druk op de SEAT-zijde van de schakelaar voor het openen van de brandstoftankklep en het zadel. Open het zadel. Contactschake- Schakelaar Zadel sluiten...
  • Pagina 69 Helmhouder Gebruik de helmhouder uitsluitend bij het parkeren. De helmhouder bevindt zich onder het zadel. In de gereedschapsset zit een helmbevesti- Zadel openen (BLZ.64) gingskabel. WAARSCHUWING Helmhouder Rijden met een helm die aan de houder is bevestigd, kan invloed hebben op het veilige gebruik van uw scooter en lei- den tot een ongeval waarbij u ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
  • Pagina 70 Opberguitrusting (Vervolg) Bagagecompartiment Afhankelijk van de positie van het tussenschot kunnen De positie van het tussenschot kan worden één of twee helmen worden opgeslagen. aangepast aan de bagage. Het tussenschot kan op vier plaatsen worden gepositioneerd, zoals weergegeven. Tussenschot Tussenschot Zorg ervoor dat de voorkant van de helm naar voren is gericht.
  • Pagina 71 Gereedschapsset/documentzakje Achterdrager De gereedschapsset bevindt zich aan de Type V E, IV ED, III TU linkerzijde van het bagagecompartiment. Overschrijd nooit de maximale gewichtslimiet. Maximum gewicht: 5,0 kg Het documentzakje bevindt zich op de Achterdrager Dekselschakelaar onderkant van het zadel. Documentzakje Gereedschapsset Rubberen band...
  • Pagina 72 Opberguitrusting (Vervolg) Handschoenenkastje Openen Het handschoenenkastje wordt samen met het Druk op de bovenkant van de klep en open stuurslot vergrendeld. vervolgens de klep van het handschoenenkastje Als u het stuur niet vergrendelt, is het als het stuur ontgrendeld is. handschoenenkastje niet vergrendeld.
  • Pagina 73 Gereedschap............Windschermhoogte afstellen ......BLZ. 86 BLZ. 105 Demontage en montage van onderdelen..Overige vervangingen ........BLZ. 86 Accu ................ De batterij in de Honda SMART Key BLZ. 87 BLZ. 105 Accudeksel............. vervangen ............BLZ. 88 Bougie..............BLZ. 90 Motorolie .............
  • Pagina 74 Het belang van onderhoud Het belang van onderhoud Onderhoudsveiligheid Het goed onderhouden van uw scooter is absoluut Lees altijd de onderhoudsvoorschriften voordat u onderhoud uitvoert en zorg ervoor dat u over de essentieel voor uw veiligheid en het beschermen benodigde gereedschappen, onderdelen en van uw investering, het verkrijgen van een vakkundigheid beschikt.
  • Pagina 75 De onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de normen en specifi- Honda raadt aan om uw dealer een proefrit met caties van Honda door geschoolde en bevoegde uw scooter te laten maken na het uitvoeren van monteurs.
  • Pagina 76 Vervangen De procedures zijn vermeld in een officiële werkplaatshandleiding Reinigen van Honda. : Technisch. Met het oog op uw veiligheid raden wij aan om de scooter voor een servicebeurt naar uw dealer te brengen.
  • Pagina 77 Onderhoudsschema Frequentie Inspectie Regel- voor het Jaarlijkse matig Items × 1.000 km rijden controle vervan- pagina BLZ. 74 × 1.000 mijl Aandrijfriem – Luchtfilter riemkast – Olie eindaandrijving 2 jaar – Remvloeistof 2 jaar Remblokslijtage Remsysteem Koplamphoogte Lichten/claxon – Motorstopschakelaar –...
  • Pagina 78 Standaardonderhoud Remmen − Werkingscontrole; Inspectie voor het rijden ● Voor en achter: controleer het remvloeistofpeil Met het oog op de veiligheid bent u verantwoordelijk en de remblokken op slijtage. BLZ. 97, om een controle voor het rijden uit te voeren en alle BLZ.
  • Pagina 79 Standaardonderhoud WAARSCHUWING Onderdelen vervangen Gebruik altijd originele Honda-onderdelen of Het installeren van andere onderdelen gelijkwaardige onderdelen om betrouwbaarheid dan Honda-onderdelen kan uw scooter en veiligheid te waarborgen. onveilig maken en leiden tot een onge- Vermeld de modelnaam, kleur en code vermeld op...
  • Pagina 80 Standaardonderhoud Accu Dit symbool op de accu duidt aan dat het product niet met het huishoudelijk afval Uw scooter is uitgerust met een onderhoudsvrije mag worden afgevoerd. accu. U hoeft het elektrolytniveau van de accu niet te controleren en geen gedistilleerd water toe te LET OP voegen.
  • Pagina 81 Standaardonderhoud Wat te doen in geval van nood WAARSCHUWING Als een van de volgende situaties zich voordoet, Uit de accu komt tijdens normaal gebruik dient u onmiddellijk naar uw arts te gaan. explosief waterstofgas vrij. Elektrolyt spat in de ogen: ●...
  • Pagina 82 LET OP Het monteren van elektrische accessoires van LET OP andere fabrikanten dan Honda kan het elektrische Als u de zekering vervangt door een zekering met systeem overbelasten, de accu doen ontladen en een hogere stroomsterkte, loopt u meer risico op mogelijk het systeem beschadigen.
  • Pagina 83 "Hulpbronbesparend" op het ronde API-ser- Zie "Specificaties" voor de aanbevolen motorolie. vicesymbool. BLZ. 146 Als u motorolie van andere fabrikanten dan Honda gebruikt, controleer dan op het label of de olie aan de volgende normen voldoet: JASO T 903-norm : MB ●...
  • Pagina 84 Standaardonderhoud Remvloeistof Aanbevolen koelvloeistof Geen remvloeistof bijvullen of verversen, Pro Honda HP-koelvloeistof is een voorgemengde oplossing van antivriesmiddel en gedistilleerd behalve in een noodgeval. Gebruik uitsluitend water. verse remvloeistof uit een afgesloten houder. Als u remvloeistof bijvult, moet het remsysteem...
  • Pagina 85 Standaardonderhoud Controleren op beschadiging Carterontluchting Controleer de banden op U zult de scooter vaker moeten onderhouden als sneden, scheuren of bar- u in de regen of met vol gas rijdt of nadat de sten die de koordlaag van scooter is gewassen of is gevallen. Voer een servi- de band zichtbaar maken cebeurt uit als het aanslagniveau in het transpa- of spijkers of andere...
  • Pagina 86 Standaardonderhoud Profieldiepte controleren WAARSCHUWING Controleer de bandslijtage-indicatoren. Vervang Het rijden op banden die overmatig zijn de banden onmiddellijk zodra deze zichtbaar versleten of verkeerd zijn opgepompt, worden. kan een botsing veroorzaken waarbij u Om veilig te kunnen rijden moet u de banden vervangen wanneer de minimale profieldiepte is ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
  • Pagina 87 Laat het wiel, na montage van de band, balan- ● instructieboekje. ceren met originele wielbalanceergewichten van Honda of gelijkwaardig. Monteer geen binnenband in een tubeless- ● band op deze scooter. De binnenband kan ex- treem heet worden en klappen.
  • Pagina 88 Standaardonderhoud Luchtfilter Deze scooter is uitgerust met een viskeus luchtfilterelement. Persluchtreiniging of andere reiniging kan de prestatie van het viskeuze filterelement verslechteren en het binnendringen van stof veroorzaken. Voer geen onderhoud uit. Onderhoud moet worden uitgevoerd door uw dealer.
  • Pagina 89 Gereedschap De gereedschapsset wordt in het bagagecomparti- ment opgeborgen. BLZ. 67 U kunt enkele reparaties onderweg uitvoeren, kleine afstellingen maken en onderdelen vervangen met het meegeleverde gereedschap. 10 x 14 mm steeksleutel ● 12 x 14 mm steeksleutel ● Standaard-/kruiskopschroevendraaier ●...
  • Pagina 90 Demontage en montage van onderdelen Accu Koppel de pluspool + los van de accu. Verwijder de accu en pas op dat u de moeren van de accupolen niet laat vallen. Minpool Pluspool Verwijder de accu door met één hand de accuriem op te tillen terwijl u met de andere hand de accu ondersteunt.
  • Pagina 91 Demontage en montage van onderdelen Accudeksel Accudeksel Demontage Open het zadel. BLZ. 64 Verwijder de schroeven. Verwijder het accudeksel. Montage Monteer de onderdelen in de omgekeerde volgorde van de demontage. Accudeksel Schroeven...
  • Pagina 92 Bougie Bougie vervangen Vloermat Schroef Zie "Specificaties" voor de aanbevolen bougie. BLZ. 146 Gebruik uitsluitend het aanbevolen type bougie met de aanbevolen warmtegraad. LET OP Het gebruik van een bougie met een ongeschikte warmtegraad kan beschadiging van de motor veroorzaken. Zet uw scooter op de middenbok op een Onderhoudskap bougie stevige, vlakke ondergrond.
  • Pagina 93 Bougie Bougie vervangen Breng de nieuwe bougie aan. Bevestig de Maak de bougiedop los van de bougie. bougiesluitring en draai de bougie handmatig Verwijder eventuele vervuiling rondom de in om scheef indraaien te voorkomen. bougie. Draai de bougie aan: Verwijder de bougie met behulp van de Draai een nieuwe bougie bij het meegeleverde bougiesleutel.
  • Pagina 94 Motorolie Motorolie controleren Olievuldop/peilstok Laat de motor 3 tot 5 minuten stationair Bovenste draaien als de motor koud is. niveau Zet de contactschakelaar in de stand (Off) en wacht 2 tot 3 minuten. Zet uw scooter op de middenbok op een stevige, vlakke ondergrond.
  • Pagina 95 Vul niet hoger dan het bovenste Gebruik een nieuw origineel oliefilter van Honda of merkstreepje. gelijkwaardig dat voor uw model is voorgeschreven. Zorg ervoor dat er geen vreemde...
  • Pagina 96 Motorolie Motorolie verversen en motoroliefilter vervangen Plaats een opvangbak onder de Verwijder het oliefilter met een filtersleutel en aftapbout. tap de resterende olie af. Controleer of de ou- Verwijder de olievuldop/peilstok, de de afdichting niet aan de motor kleeft. aftapbout en de afdichtring om de olie af Breng de olie en het oliefilter naar een te tappen.
  • Pagina 97 Motorolie Motorolie verversen en motoroliefilter vervangen Monteer een nieuwe afdichtring op de aftapbout. Draai de aftapbout vast. Aanhaalmoment: 25 N·m (2,5 kgf·m) Vul het carter met de aanbevolen olie BLZ. 79, BLZ. 146) en breng de olievuldop/peilstok weer aan. Vereiste olie Verversen van olie en vervangen van motoroliefilter: 1,4 L...
  • Pagina 98 Koelvloeistof Koelvloeistof controleren Controleer het koelvloeistofpeil in het expansiereservoir terwijl de motor koud is. Zet uw scooter op een stevige, horizontale ondergrond. Houd uw scooter rechtop. UPPER-merkstreepje Controleer of het koelvloeistofniveau zich tussen het UPPER- en LOWER-merk- streepje in het expansiereservoir bevindt. Expansiereservoir Als het koelvloeistofniveau zichtbaar daalt of LOWER-merkstreepje...
  • Pagina 99 Koelvloeistof Koelvloeistof toevoegen Koelvloeistof toevoegen Vloermat Als het koelvloeistofniveau onder het LOWER-merkstreepje staat, vul dan bij met Deksel expansie- reservoir de aanbevolen koelvloeistof ( BLZ. 80) tot aan het UPPER-merkstreepje. Schroevendraaier Vul uitsluitend vloeistof bij via de vuldop van het expansiereservoir en verwijder de radia- teurdop niet.
  • Pagina 100 Koelvloeistof Koelvloeistof verversen Koelvloeistof verversen Verwijder de dop van het expansiereser- voir en voeg vloeistof toe terwijl u het koelvloeistofniveau controleert. Laat uw dealer de koelvloeistof verversen Vul niet hoger dan het UPPER-merkstreepje. tenzij u over het juiste gereedschap en Zorg ervoor dat er geen vreemde mechanische vakkundigheid beschikt.
  • Pagina 101 Remmen Remvloeistof controleren Voorrem Plaats uw scooter rechtop op een stevige en horizontale ondergrond. Controleer of het remvloeistofreservoir horizontaal staat en of het vloeistofniveau zich boven het LOWER-merkstreepje Remvloeistofre- bevindt. servoir van Inspecteer de remblokken op slijtage als het LOWER- voorrem remvloeistofpeil zich onder het LOWER- merkstreepje...
  • Pagina 102 Remmen Remblokken inspecteren Remblokken inspecteren Voor Slijtage- Controleer de staat van de remblokslijtage- indicatoren indicatoren. De remblokken moeten worden vervangen als een remblok tot aan de indicator versleten is. Inspecteer de remblokken vanaf de Remblokken Voor onderkant van de remklauw. Remschijf Inspecteer de remblokken vanaf Achter...
  • Pagina 103 Zijstandaard Zijstandaard controleren Controleer de veer op beschadiging of uitrekking. Ga op de scooter zitten en klap de Veer zijstandaard zijstandaard omhoog. Start de motor. Klap de zijstandaard volledig omlaag. De motor moet afslaan wanneer u de zijstan- daard omlaag klapt. Laat uw scooter in- specteren door uw dealer als de motor niet afslaat.
  • Pagina 104 Gashendel Gashendel controleren Zet de motor uit en controleer of de gashendel soepel draait van de volledig gesloten tot de volledig geopende stand in alle stuurstanden en of de speling van de gashendel juist is. Laat de scooter door uw dealer inspecteren als de gashendel niet soepel beweegt of automatisch dicht gaat of als de kabel is beschadigd.
  • Pagina 105 Carterontluchting Carterontluchting reinigen Zet een geschikte opvangbak onder de carterontluchtingsslang. Verwijder de carterontluchtingsslang en tap bezinksel af. Breng de carterontluchtingsslang weer aan. Carterontluchtingsslang...
  • Pagina 106 Andere afstellingen Koplamphoogte afstellen U kunt de verticale hoogte van de koplamp afstellen voor een juiste uitlijning. Draai de pignonmoer naar binnen of buiten met be- hulp van de meegeleverde kruiskopschroe- vendraaier ( BLZ. 85). Houd u aan de lokale wetten en voorschriften. Verhogen Verlagen Pignonmoer...
  • Pagina 107 Andere afstellingen Achtervering afstellen Achtervering afstellen Stiftsleutel 2 3 4 Veervoorspanning U kunt de veervoorspanning afstellen met behulp van de stelbout afhankelijk van de belading of het wegoppervlak. Gebruik de stiftsleutel en verlengstaaf uit de gereedschapsset ( BLZ. 85) om de stelmoer te draaien.
  • Pagina 108 Andere afstellingen Windschermhoogte afstellen Windschermhoogte afstellen Controleer de afstelling van het windscherm voor een soepele werking en controleer het schuifgedeelte op loszitten. U kunt uw windscherm hoger of lager Als het windscherm erg los zit of u als u dit afstellen, afhankelijk van uw voorkeur.
  • Pagina 109 Key vervangen met daarover een beschermende doek in de gleuf te steken. Als de Honda SMART Key-indicator 5 keer Wikkel een muntstuk of een schroe- knippert als de contactschakelaar op (On) vendraaier in een beschermende doek...
  • Pagina 110 Overige vervangingen De batterij in de Honda SMART Key vervangen WAARSCHUWING Bovenkant van behuizing Batterij Gevaar voor chemische brandwonden: slik de batterij niet in. Beschermend Als een batterij wordt ingeslikt, kan doekje deze ernstige inwendige brandwonden en zelfs de dood veroorzaken.
  • Pagina 111 Motor start niet ..........Storingsaanduiding BLZ. 114 Oververhitting (controlelampje hoge brandstofniveaumeter........BLZ. 109 koelvloeistoftemperatuur brandt)..... Als het Honda SMART Key-systeem niet goed BLZ. 115 Waarschuwingslampjes branden of werkt ..............BLZ. 110 BLZ. 117 knipperen............Zadel ontgrendelen in een noodgeval ..
  • Pagina 112 Motor start niet De startmotor werkt maar de De startmotor werkt niet motor start niet Controleer het volgende: Controleer de juiste startvolgorde van de ● Controleer het volgende: motor. BLZ. 56 Controleer de juiste startvolgorde van de ● Zorg ervoor dat de motorstopschakelaar in ●...
  • Pagina 113 Oververhitting (controlelampje hoge koelvloeistoftemperatuur brandt) De motor is oververhit wanneer zich het Controleer of de koelluchtventilator werkt volgende voordoet: en zet de contactschakelaar hierna in de Controlelampje hoge koelvloeistoftempe- stand (Off). ● ratuur gaat branden. Als de ventilator niet werkt: Ook knippert segment H van de koel- Ga uit van een defect.
  • Pagina 114 Waarschuwingslampjes branden of knipperen Oliedrukcontrolelampje Als het motoroliepeil snel daalt, kan dit duiden op een lekkage of ander ernstig probleem met uw scooter. Laat uw scooter Als het oliedrukcontrolelampje gaat branden, door uw dealer inspecteren. rijd dan veilig naar de kant van de weg en zet de motor uit.
  • Pagina 115 Waarschuwingslampjes branden of knipperen ABS-controlelampje (antiblokkeersysteem) ABS-controlelampje Als het ABS-controlelampje blijft branden, werken uw remmen als een standaardsys- (antiblokkeersysteem) teem maar zonder de antiblokkeerfunctie. Als het controlelampje op een van de vol- Het ABS-controlelampje kan gaan gende manieren werkt, is er mogelijk een knipperen wanneer u het achterwiel draait ernstig defect in het ABS.
  • Pagina 116 Waarschuwingslampjes branden of knipperen Controlelampje Torque Control Controlelampje Torque Control Zelfs wanneer het Torque Control- controlelampje brandt, is het rijvermogen van uw scooter normaal maar zonder de Torque Als het controlelampje op een van de Control-functie. volgende manieren werkt, is er mogelijk een Als het controlelampje gaat branden ernstig defect in het Torque Control-systeem.
  • Pagina 117 De richtingaanwijzers knipperen aan het wanneer de communicatie tussen uw scooter begin en einde van deze functie. en de Honda SMART Key stopt nadat de Houd de contactschakelaar gedurende meer contactschakelaar in de stand (On) is gezet. dan 2 seconden ingedrukt om het knipperen Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door het te stoppen.
  • Pagina 118 Andere waarschuwingsaanduidingen Storingsaanduiding brandstof- niveaumeter In geval van een defect van het brandstofsys- teem zien de controlelampjes van de brand- stofniveaumeter eruit zoals getoond in de af- beelding. Ga zo snel mogelijk naar uw dealer als dit gebeurt.
  • Pagina 119 BLZ. 46 die sterke radiogolven of geluid gene- reren zoals TV-torens, krachtcentrales, Als de LED van de Honda SMART Key niet radiostations of luchthavens. reageert, vervang dan de batterij van de Als u de Honda SMART Key bij u heeft Honda SMART Key.
  • Pagina 120 Als het Honda SMART Key-systeem niet goed werkt Controleer of er een geregistreerde Controleer de staat van de accu en de ● ● Honda SMART Key wordt gebruikt. accukabel in uw scooter. Gebruik een geregistreerde Honda Controleer de accu en de accupolen.
  • Pagina 121 Zadel ontgrendelen in een noodgeval Het zadelslot kan worden ontgrendeld met Stuurkolombescherming de noodsleutel. Bevestigingspennen Openen Trek de stuurkolombescherming omhoog om de bevestigingspennen los te maken. Bevestigingspennen Vervolg...
  • Pagina 122 Zadel ontgrendelen in een noodgeval Lijn de verdikking van de noodsleutel uit Zadelontgrendeling voor noodgevallen met de sleuf van de zadelontgrendeling voor noodgevallen en draai de noodsleu- tel naar links. Open het zadel en draai de noodsleutel rechtsom Sluiten Sluit het zadel en duw de achterkant van het zadel naar beneden totdat dit vastklikt.
  • Pagina 123 Contactschakelaar ontgrendelen in een noodgeval Instellen voor invoermodus ID- Stekkerbe- Stekker nummer vestiging EM-modus Gebruik de noodsleutel om het zadel te openen. BLZ. 117 Verwijder het accudeksel. BLZ. 87 Trek de stekkerbevestiging naar buiten. Trek de stekker van de EM-modus naar buiten.
  • Pagina 124 Contactschakelaar ontgrendelen in een noodgeval Verwijder de blauwe dummy-koppeling Blauwe dummy-koppeling door de borgclip van de stekker van de Borgclip EM-modus te ontgrendelen tegelijkertijd de haak van de blauwe dummy- Haak koppeling op te tillen. Controleer het ID-nummer op het ID- label.
  • Pagina 125 Contactschakelaar ontgrendelen in een noodgeval ID-nummer invoeren Voorbeeld: Om "0" in te voeren, wacht u 5 seconden zonder ● Het ID-nummer kan worden ingevoerd door de contactschakelaar in te drukken wanneer de op de contactschakelaar te drukken wanneer contactschakelaarring gaat branden. deze in de stand (Off), (Lock) of SEAT...
  • Pagina 126 ID-nummer invoeren mislukt Nadat het laatste ID-cijfer is ingevoerd, knippe- Nadat het laatste ID-cijfer is ingevoerd, knippe- ren de contactschakelaarring en de Honda ren de contactschakelaarring en de Honda SMART Key-indicator om de seconde tot de SMART Key-indicator om de 2 seconden tot de koppeling van de EM-modus wordt verwijderd koppeling van de EM-modus wordt verwijderd.
  • Pagina 127 Lekke band Het repareren van een lekke band of het WAARSCHUWING demonteren van een wiel vereist speciaal Het rijden op uw scooter met een gereedschap en technische expertise. Wij tijdelijk gerepareerde band kan riskant raden u aan om deze servicebeurt door uw zijn.
  • Pagina 128 Elektrische problemen De accu loopt leeg Doorgebrande lamp Laad de accu op met een acculader voor Alle lampen van de scooter zijn LEDs. Als een motorfietsen. LED niet gaat branden, neem dan contact op Haal de accu uit de scooter voor het met uw dealer voor onderhoud.
  • Pagina 129 Elektrische problemen Doorgebrande lamp Koplamp/richtingaanwijzers voor/ Remlicht/achterlicht/richtingaanwijzers parkeerlichten achter/kentekenplaatverlichting Richtingaan- Richtingaanwijzers voor/parkeerlichten wijzers achter Remlicht/ achterlicht Parkeer- lichten Kenteken- plaatverlich- ting Koplamp Het remlicht, het achterlicht en de richtingaan- De koplamp/richtingaanwijzers voor/parkeer- wijzers achter gebruiken meerdere LEDs. lichten gebruiken meerdere LEDs. De kentekenplaatverlichting gebruikt een LED.
  • Pagina 130 Elektrische problemen Doorgebrande zekering Doorgebrande zekering Stekkerbe- Zekeringtrekker vestiging Zie "Controleren en vervangen van zekeringen" voor het hanteren van de zekeringen. BLZ. 78 Zekeringen in zekeringkast Verwijder het accudeksel. BLZ. 87 Open de afdekkappen van de zekeringkast. Trek de zekeringen er een voor een uit met behulp van de zekeringtrekker in de stekkerbevestiging en controleer op door- Zeke-...
  • Pagina 131 Elektrische problemen Doorgebrande zekering Hoofdzekering Magnetische Hoofdze- Verwijder het accudeksel. BLZ. 87 schakelaar kering startmotor Verwijder de afdekkap van de magneti- sche schakelaar van de startmotor. Reserve Trek de hoofdzekering eruit met behulp van hoofdze- kering de zekeringtrekker en controleer op door- gebrande zekeringen.
  • Pagina 132 Motor draait sporadisch instabiel Als het filter van de brandstofpomp is verstopt, kan de motor tijdens het rijden sporadisch instabiel draaien. Zelfs als dit symptoom optreedt, kunt u met uw scooter blijven rijden. Als de motor instabiel draait terwijl er voldoende brandstof beschikbaar is, dient u uw scooter zo spoedig mogelijk door uw dealer te laten controleren.
  • Pagina 133 Informatie BLZ. 130 Sleutels ............... Instrumenten, bedieningselementen en andere BLZ. 134 functies............. BLZ. 135 Onderhoud van uw scooter......BLZ. 139 Stallen van uw scooter ........BLZ. 140 Vervoer van uw scooter ......... BLZ. 141 U en het milieu ..........BLZ. 142 Serienummers...........
  • Pagina 134 Sleutels Sleutels Noodsleutel De noodsleutel wordt gebruikt in geval van nood. Zadel ontgrendelen. BLZ. 117 ● Contactschakelaar ontgrendelen. BLZ. 119 ● Bewaar de noodsleutel niet in een compartiment. Noodsleutel...
  • Pagina 135 Als de circuits beschadigd zijn, kunt u de Honda Met de Honda SMART Key kunt u de volgende SMART Key niet gebruiken. zaken uitvoeren: Contactschakelaar vergrendelen of ● Laat de Honda SMART Key niet vallen en zet er ● ontgrendelen geen zware dingen op. Zadelslot ontgrendelen ●...
  • Pagina 136 Sleutels Als er brandstof, was of vet op de Honda ● SMART Key blijft zitten, veeg dan direct schoon om breuk of kromtrekken te voorkomen. Demonteer de Honda SMART Key alleen bij het ● vervangen van een batterij. U kunt alleen het deksel van de Honda SMART Key demonteren.
  • Pagina 137 Sleutels EU-richtlijn Alleen Zuid-Afrika Alleen Singapore Dit Honda SMART Key-systeem voldoet aan de richtlijn radioapparatuur (2014/53/EU). Alleen Marokko De conformiteitsverklaring inzake de richtlijn radio- apparatuur wordt aan de eigenaar overhandigd op het moment van aankoop. De conformiteitsverkla- ring moet op een veilige plaats worden bewaard.
  • Pagina 138 Instrumenten, bedieningselementen en andere functies Instrumenten, bedienings- Kilometerteller elementen en andere Het display blokkeert op 999.999 wanneer de functies aflezing hoger is dan 999.999. Contactschakelaar Ritteller Als u de contactschakelaar in de stand (On) laat De rittellers springen weer op 0.0 wanneer ze staan terwijl de motor is uitgeschakeld, zal de accu hoger worden dan 9.999,9.
  • Pagina 139 Spoel uw scooter met veel schoon water en Het frequent reinigen en oppoetsen is belangrijk droog deze vervolgens met een zachte, om de lange levensduur van uw Honda te garan- droge doek. deren. Potentiële problemen zijn gemakkelijker Smeer alle bewegende delen na het drogen vast te stellen op een schone scooter.
  • Pagina 140 Onderhoud van uw scooter Voorzorgsmaatregelen voor het wassen Richt geen waterstraal op de koplamp: ● De binnenste lens van de koplamp kan Volg deze richtlijnen voor het wassen: tijdelijk beslaan na het wassen of rijden in Gebruik geen hogedrukreinigers: ● de regen.
  • Pagina 141 Onderhoud van uw scooter Aluminium onderdelen Kuipdelen Aluminium wordt aangetast door corrosie na Volg deze richtlijnen om krassen en vlekken te contact met vuil, modder of wegzout. Reinig voorkomen: aluminium onderdelen regelmatig en volg deze Was voorzichtig met een zachte spons en veel ●...
  • Pagina 142 Onderhoud van uw scooter Bij een ernstig vervuild windscherm kunt u een Spoel vervolgens grondig af met schoon water. verdund mild reinigingsmiddel gebruiken met een Droog met een zeem of een zachte doek. spons en veel water. Zorg dat u al het reinigingsmiddel weer afspoelt. Gebruik een in de handel verkrijgbare fijne (Achterblijvend reinigingsmiddel kan barstjes in het vlekkenpasta om eventuele door hitte ontstane...
  • Pagina 143 Stallen van uw scooter Stallen van uw scooter Controleer alle vereiste onderhoudsonderdelen in het onderhoudsschema wanneer u uw scooter uit de stalling haalt. Als u uw scooter buiten stalt, overweeg dan het gebruik van een volledige motorfietshoes. Volg deze richtlijnen als u van plan bent om gedurende een langere periode niet te rijden: Was uw scooter en zet alle gelakte ●...
  • Pagina 144 Vervoer van uw scooter Vervoer van uw scooter Als uw scooter moet worden vervoerd, dient dit te geschieden op een motorfietsaanhangwagen of een dieplader of aanhangwagen met een laadvloer of hefplatform en motorfietsbevestigingsriemen. Probeer nooit uw scooter met één of beide wielen op de grond te slepen.
  • Pagina 145 U en het milieu U en het milieu Bied gebruikte vloeistoffen aan voor recycling Het bezit van en rijden op een scooter kan Deponeer olie en ander giftig afval in goedgekeur- aangenaam zijn, maar u moet een bijdrage leveren de containers en breng ze naar een recyclingcen- aan de bescherming van het milieu.
  • Pagina 146 Serienummers Serienummers Het frame- en motornummer identificeren uw scooter en zijn vereist om uw scooter te registre- ren. Ze kunnen ook vereist zijn bij het bestellen van vervangingsonderdelen. U moet deze nummers noteren en op een veilige plaats bewaren. Framenummer Motornummer...
  • Pagina 147 Alcoholhoudende brandstoffen Alcoholhoudende Het gebruik van benzine met meer dan 10% ethanol kan: brandstoffen De lak van de brandstoftank beschadigen. ● De rubberen slangen van de brandstofleiding ● Sommige traditionele brandstoffen gemengd met beschadigen. alcohol zijn verkrijgbaar in sommige landen om Roestvorming in de brandstoftank veroorzaken.
  • Pagina 148 Een defecte katalysator draagt bij aan luchtveront- reiniging en kan de prestatie van de motor nadelig beïnvloeden. Voor vervanging moet een origineel Honda-onderdeel of gelijkwaardig onderdeel wor- den gebruikt.
  • Pagina 149 Specificaties Voornaamste onderdelen ■ NSS300A 279 cm Cilinderinhoud Type E, III E, ED, II ED, NSS250A 249 cm 2.140 mm TU, II TU Totale lengte NSS300A 72,0 x 68,6 mm Boring x slag Type V E, IV ED, III TU 2.170 mm NSS250A 68,0 x 68,6 mm Totale breedte...
  • Pagina 150 IRC: 120/70-15M/C 56P Stationair 1.500 ± 100 omw/min Bandenmaat toerental PIRELLI: 140/70-14 M/C REINF. 68S Achter Honda-olie voor 4-taktmotorfietsen API- IRC: 140/70-14M/C 62P serviceclassificatie SG of hoger, met Bandensoort Diagonaal, tubeless Aanbevolen uitzondering van olie die wordt aangeduid PIRELLI DIABLO SCOOTER FRONT...
  • Pagina 151 Specificaties Lampen Specificaties aanhaalmoment ■ ■ Koplamp Oliefilter 26 N·m (2,7 kgf·m) Remlicht/achterlicht Aftapbout voor motorolie 25 N·m (2,5 kgf·m) Richtingaanwijzer voor/ parkeerlicht Richtingaanwijzer achter Kentekenplaatverlichting Parkeerlicht Zekeringen ■ Hoofdzekering 30 A Andere zekering 30 A, 15 A, 10 A, 7,5 A, 5 A...
  • Pagina 152 Bandenspanning ..........81, 146 koelvloeistoftemperatuur ......41, 109 Lekke band ............. 123 Controlelampje Torque Control....41, 112 Vervangen..............81 Controlelampje Torque Control UIT ....41 Batterij Honda SMART Key ......105 Controlelampjes ............ 40 Beladingsrichtlijnen..........18 Benzine ............. 15, 61, 145...
  • Pagina 153 Helmhouder ............65 Honda Selectable Torque Control....16, 55 Demontage Honda SMART Key ..........131 Accu................86 Honda SMART Key-systeem ......45 Accudeksel ..............87 Huidig brandstofverbruik ........23 Digitale klok instellen .......... 37 Dimlichtschakelaar ..........42 Display instellen ............ 35 Documentzakje ..........
  • Pagina 154 Lamp Kentekenplaatverlichting ........125 Noodgeval Koplamp ..............125 Contactschakelaar ontgrendelen ...... 119 Parkeerlichten ............125 Noodsleutel ............130 Remlicht/achterlicht..........125 Zadel ontgrendelen..........117 Richtingaanwijzers achter ........125 Richtingaanwijzers voor........125 Locatie van onderdelen........20 Olie Luchttemperatuurmeter........23 Motor..............79, 90 Oliedrukcontrolelampje......
  • Pagina 155 Handschoenenkastje ..........68 Scooter wassen............ 135 Instructieboekje ..........67, 134 Serienummers............142 Uitrusting ..............64 Sleutel Oververhitting ............. 109 Honda SMART Key..........45 Noodsleutel ............130 Snelheidsmeter............22 Parkeren ..............13 Specificaties ............145 PGM-FI-storingslampje (elektronisch Stallen van uw scooter ........139 geregelde brandstofinspuiting) Startknop............
  • Pagina 156 Verstreken tijd ............23 Vervoer van uw scooter ........140 Verzopen motor ............ 58 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden... 12 Waarschuwingslabels..........6 Waarschuwingslampje aan....... 110 Windscherm..........104, 137 Zadel ................ 64 Zekeringen ............. 78, 126 Zijstandaard ............99 Zijstandaard met ontstekingsblokkering ........ 56, 99...
  • Pagina 157 39K0BD01 XXX.XXXX.XX.K 00X39-K0B-D010 PRINTED IN XXXXX...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Nss300a 2018