Pagina 2
Deze publicatie bevat de meest recente productinformatie die beschikbaar was voor het ter perse gaan. Honda Motor Co., Ltd. behoudt zich het recht voor te allen tijde en zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan te brengen, zonder daarbij de minste verplichting op te lopen.
Pagina 3
De volgende codes in deze handleiding ● uw nieuwe Honda-scooter. Door te kiezen duiden de landen aan. voor een Honda maakt u deel uit van een De afbeeldingen hierin zijn gebaseerd op ● wereldwijde familie van tevreden klanten die het type NSC110MPD E.
Pagina 4
Enkele opmerkingen over veiligheid Uw veiligheid en de veiligheid van anderen zijn GEVAAR zeer belangrijk. Het veilig rijden op deze scooter is U ZULT DODELIJK of ERNSTIG LETSEL een belangrijke verantwoordelijkheid. OPLOPEN als u de instructies niet Om u te helpen goed geïnformeerde opvolgt.
Pagina 5
Inhoudsopgave Veilig rijden met de scooter BLZ. 2 Bedieningshandleiding BLZ. 18 Onderhoud BLZ. 44 Verhelpen van storingen BLZ. 80 Informatie BLZ. 96 Specificaties BLZ. 107 Index BLZ. 110...
Pagina 6
Veilig rijden met de scooter Dit gedeelte bevat belangrijke informatie voor het veilig rijden met uw scooter. Lees dit gedeelte aandachtig door. BLZ. 3 Veiligheidsrichtlijnen ........... BLZ. 6 Labels............... BLZ. 11 Veiligheidsmaatregelen........BLZ. 12 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden ..BLZ. 16 Accessoires &...
Pagina 7
Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsrichtlijnen invloed van alcohol of drugs verkeert. Zorg ervoor dat u en uw duopassagier allebei een goedgekeurde motorfietshelm en beschermende Volg deze richtlijnen met het oog op uw veiligheid: kleding dragen. Draag duopassagiers op om zich Voer alle routine- en periodieke inspecties uit ●...
Pagina 8
Veiligheidsrichtlijnen Zorg dat u goed zichtbaar bent Houd uw Honda in veilige staat Zorg ervoor dat u beter zichtbaar bent, Het is belangrijk dat u uw scooter naar behoren vooral 's avonds, door heldere reflecterende onderhoudt en in een veilige staat van werking houdt.
Pagina 9
Veiligheidsrichtlijnen WAARSCHUWING Als u besluit verder te rijden, zet dan eerst de contactschakelaar in de stand (Off) en Het laten draaien van de motor van uw controleer de staat van uw scooter. Inspecteer op scooter in een afgesloten of zelfs in een vloeistoflekkage, controleer of cruciale moeren en gedeeltelijk afgesloten ruimte, kan bouten goed vastzitten en controleer het stuur, de...
Pagina 10
Labels Labels Op de volgende pagina's wordt de betekenis Lees de instructies in het instructieboekje van de labels beschreven. Sommige labels aandachtig door. waarschuwen u voor potentiële gevaren die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Andere Lees de instructies in de werkplaatshandleiding bieden belangrijke veiligheidsinformatie.
Pagina 11
Labels ACCULABEL GEVAAR • Houd vonken en vlammen uit de buurt van de accu. Accu's produceren explosief gas dat een explosie kan veroorzaken. • Draag een beschermbril en rubberen handschoenen bij het hanteren van de accu, anders kunt u brandwonden oplopen of uw gezichtsvermogen verliezen door het elektrolyt van de accu.
Pagina 12
• Het gewicht van de bagage mag niet meer zijn dan 15 kg onder alle omstandigheden. • Het monteren van grote kuipdelen op de voorvork of het stuur wordt niet aanbevolen. WAARSCHUWINGSLABEL CBS Het afstellen van de kabel moet worden uitgevoerd door een Honda- dealer.
Pagina 13
Labels BANDENINFORMATIELABEL Spanning koude band: [Alleen bestuurder] Voor 200 kPa (2,00 kgf/cm Achter 225 kPa (2,25 kgf/cm [Bestuurder en passagier] Voor 200 kPa (2,00 kgf/cm Achter 225 kPa (2,25 kgf/cm Bandenmaat: Voor 80/90-16M/C 43P Achter 90/90-14M/C 46P Bandenmerk: CHENG SHIN Voor C-922F Achter...
Pagina 14
Labels VEILIGHEIDSLABEL Draag altijd een helm en beschermende kleding met het oog op uw veiligheid. BRANDSTOFLABEL Uitsluitend loodvrije benzine ETHANOL tot 10 volumeprocent LABEL BELADINGSLIMIET Maximaal 10 kg. LABEL BELADINGSLIMIET Maximaal 1,5 kg. LABEL ACHTERDRAGER Maximaal 3,0 kg.
Pagina 15
Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen Vizier met een onbelemmerd gezichtsveld of ● andere goedgekeurde oogbescherming Rijd voorzichtig met uw beide handen aan het ● WAARSCHUWING stuur en uw voeten op de vloer. Passagiers moeten zich aan de handgreep of Het niet dragen van een helm verhoogt ●...
Pagina 16
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Voorzorgsmaatregelen Wees voorzichtig op oppervlakken met een ● lage tractie. voor het rijden De banden slippen sneller op dit soort oppervlakken en de remweg is langer. Inrijperiode Vermijd continu remmen. ● Door herhaaldelijk te remmen, zoals bij Volg deze richtlijnen tijdens de eerste 500 km om heuvelafwaarts rijden, kunnen de remmen de toekomstige betrouwbaarheid en prestaties van...
Pagina 17
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Natte of regenachtige omstandigheden Parkeren Wegoppervlakken zijn glad wanneer ze nat zijn, en Parkeer op een stevige, horizontale ● natte remmen zorgen voor een verminderde ondergrond. remwerking. Als u op een helling of onverhard terrein moet ●...
Pagina 18
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Parkeren op de zijstandaard of de Linkerstuurgreep middenbok Zet de motor uit. De zijstandaard gebruiken Klap de zijstandaard omlaag. Laat de scooter langzaam naar links leunen totdat het volle gewicht op de zijstandaard Middenbok steunt. De middenbok gebruiken Handgreep Ga voor het neerklappen van de middenbok aan de linkerkant van de scooter staan.
Pagina 19
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Richtlijnen voor tanken en brandstof Volg deze richtlijnen om de motor, het brandstofsysteem en de katalysator te beschermen: Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. ● Gebruik benzine met het aanbevolen ● octaangetal. Het gebruik van benzine met een lager octaangetal heeft een verminderde motorprestatie tot gevolg.
Pagina 20
Wij raden u ten sterkste aan om geen accessoires ongeval waarbij u ernstig of dodelijk te monteren die niet specifiek door Honda voor uw letsel kunt oplopen. scooter zijn ontworpen en geen modificaties aan het oorspronkelijke ontwerp van uw scooter aan te Volg alle aanwijzingen in dit brengen.
Pagina 21
Beladen Beladen WAARSCHUWING Overbelasting of verkeerd beladen kan Het vervoeren van extra gewicht heeft invloed ● een ongeval veroorzaken waarbij u op het stuurgedrag, het remgedrag en de ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen. stabiliteit van uw scooter. Rijd altijd met een veilige snelheid die is afgestemd op de belading.
Pagina 22
Basishandelingen Inspectie voor het rijden (BLZ.49) Accelereren (BLZ.35) Voor een veilige rit met de scooter dient u deze eerst zorgvuldig te inspecteren. Draai het gas geleidelijk open. Houd u aan de snelheidslimiet. Motor starten (BLZ.32) Start de motor en laat deze warmdraaien. Drijf het toerental niet op.
Pagina 23
Parkeren (BLZ.13) Remmen Draai de gashendel dicht en (BLZ.36) Parkeer op een stevige, horizontale bedien de voor- en achterrem ondergrond. tegelijk. Gebruik de standaard, vergrendel het Het remlicht geeft aan dat u stuurslot en sluit de afdekking. remt. Stoppen Geef, als u de weg gaat verlaten, tijdig richting aan.
Pagina 24
Locatie van onderdelen Documentzakje (BLZ.41) Gasgreep (BLZ.77) Remvloeistofreservoir van voorrem (BLZ.71) Voorremhendel Tassenhaak (BLZ.42) Binnenrek (BLZ.43) Accu (BLZ.61) Zekeringkast (BLZ.94) Helmhouder (BLZ.40) Bougie (BLZ.64) Middencompartiment (BLZ.41) Aftapbout voor motorolie (BLZ.68) Motorolievuldop/ oliepeilstok (BLZ.67) Datalinkstekker...
Pagina 26
Instrumenten Brandstofniveaumeter Naald in de rode zone, resterende brandstof ongeveer 1,3 L Snelheidsmeter Deze toont uw snelheid in kilometer per uur (km/h) en/of mijl per uur (mph), afhankelijk van de uitvoering. Kilometerteller Totale afgelegde afstand.
Pagina 27
Controlelampjes Als één van deze controlelampjes niet gaat branden terwijl dat zou moeten, laat uw dealer dan controleren op problemen. Richtingaanwijzer Controlelampje grootlicht PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde brandstofinspuiting) (MIL) Gaat kort branden wanneer de contact- schakelaar in de stand (On) wordt gezet. Als het controlelampje gaat branden terwijl de motor draait: (BLZ.82)
Pagina 28
Schakelaars Stop-/startschakelaar Schakelt het stop-/startsysteem in/uit. • IDLING STOP: het stop-/ startsysteem is aan. • IDLING: het stop-/ startsysteem is uit. Stop-/startsysteem: (BLZ.29) Richtingaanwijzer- Startknop schakelaar Door op de schakelaar te drukken, wordt de richtingaanwijzer uitgeschakeld. Claxonknop Dimlichtschakelaar • : Grootlicht •...
Pagina 29
(On) Contactschakelaar Schakelt het elektrische systeem in voor het starten/rijden. Schakelt het elektrische systeem SEAT aan/uit, vergrendelt het stuur en Bedient de schakelaar voor het openen van het zadel. bedient de schakelaar voor het (Off) openen van het zadel. Schakelt de motor uit. De sleutel kan in de stand (Off) of (Lock)
Pagina 30
Schakelaars (Vervolg) Stuurslot Vergrendelen Vergrendel het stuur wanneer u parkeert om Draai het stuur volledig naar links of rechts. diefstal te voorkomen. Duw de sleutel naar beneden en zet de Een U-vormig wielslot of iets vergelijkbaars contactschakelaar in de stand (Lock).
Pagina 31
Afdekking contactschakelaar Sluiten De contactschakelaar voor deze scooter is Neem de contactsleutel uit de contactschakelaar. uitgerust met een afdekking. Sluit na het parkeren van de scooter de afdekking om de Lijn de verdikking van de sleutel van de kans op diefstal te verminderen. afdekking uit met de sleuf van de afdekking en draai de sleutel van de afdekking naar links.
Pagina 32
Achterremblokkering Zorg ervoor dat de achterremblokkering is Ontgrendelen ingeschakeld bij het starten en het warmdraaien Knijp de achterremhendel in. van de motor. Controleer voordat u gaat rijden of de achterremblokkering volledig is vrijgezet, zodat Vergrendelen het achterwiel niet aanloopt. Knijp de achterremhendel in en stel de blokkeerhendel van de achterrem af.
Pagina 33
Stop-/startsysteem Het stop-/startsysteem is ontwikkeld om het Het stop-/startsysteem activeren brandstofverbruik en het lawaai te verminderen, Het stop-/startsysteem is klaar om de motor te door de motor te stoppen tijdens stationair stoppen en de stop-/startindicator gaat bran- draaien wanneer u bijvoorbeeld moet wachten den wanneer aan de volgende voorwaarden is bij een kruispunt.
Pagina 34
Stop-/startsysteem (Vervolg) De motor stoppen met het stop-/startsysteem Veiligheidsmaatregelen voor het stop-/ De motor stopt en de stop-/startindicator startsysteem begint te knipperen nadat u de gashendel Loop niet weg van de scooter terwijl de stop-/ volledig hebt gesloten en de scooter tot startindicator knippert.
Pagina 35
Motor opnieuw starten LET OP Controleer of de indicator van het stop-/ De koplamp blijft aan nadat de motor is gestopt door het stop-/startsysteem. De accu kan leeglopen startsysteem knippert en open vervolgens de en u kunt de motor waarschijnlijk niet opnieuw gashendel.
Pagina 36
Motor starten Start de motor volgens de volgende procedure, Neem contact op met uw dealer als u met uw ongeacht of de motor koud of warm is. scooter een rit wilt maken op terrein dat hoger ligt dan 2.500 meter. Deze scooter is uitgerust met een zijstandaard LET OP met ontstekingsblokkering.
Pagina 37
Zet de scooter op de middenbok. Zet de contactschakelaar in de stand (On). Controleer het volgende: Vergrendel het achterwiel door de achterremhendel in te knijpen en de • Het PGM-FI-storingslampje (MIL) is uit. blokkeerhendel van de achterrem af te stellen. De startmotor werkt uitsluitend wanneer de remhendel is ingeknepen en de zijstandaard omhoog is geklapt.
Pagina 38
Motor starten (Vervolg) Als u de motor niet kunt starten: Druk met volledig gesloten gashendel op de Draai de gashendel iets open (ongeveer 3 mm startknop. Laat de startknop los zodra de motor start. zonder speling) bij het starten van de motor. Ongeveer 3 mm, zonder speling Als de motor niet start: a Open de gashendel volledig en druk...
Pagina 39
Rijden Scooter starten Accelereren en afremmen Accelereren: open de gashendel langzaam. Duw de scooter naar voren van de middenbok af. Vergrendel de achterremblokkering. Afremmen: sluit de gashendel. Houd de gashendel volledig gesloten. Controleer of de zijstandaard en de middenbok Openen Sluiten omhoog zijn geklapt.
Pagina 40
Rijden (Vervolg) Remmen Draai de gashendel dicht en bedien de voor- en de achterremhendel tegelijk. Schakel de remblokkering niet in tijdens het rijden. Dit kan het wiel blokkeren waardoor u minder macht over de scooter hebt. Achterremhendel Voorremhendel...
Pagina 41
Tanken Type brandstof: Uitsluitend loodvrije benzine Pijlmerktekens Brandstofvuldop Brandstof-octaangetal: Uw scooter is ontworpen voor het gebruik van een research- octaangetal (RON) van 91 of hoger. Tankinhoud: 5,2 L Richtlijnen voor tanken en brandstof (BLZ.15) Onderste rand van hals van vulpijp Brandstofvuldop openen Open het zadel.
Pagina 42
Tanken (Vervolg) Brandstofvuldop sluiten a Plaats de brandstofvuldop terug en draai hem stevig vast door de dop naar rechts te draaien. Zorg ervoor dat de pijlen op de benzinevuldop en de benzinetank tegenover elkaar staan. b Sluit het zadel. WAARSCHUWING Benzine is een uiterst licht ontvlambare en explosieve stof.
Pagina 43
Opberguitrusting Zadel openen Zadel Draai het stuur tot het recht vooruit staat. Steek de contactsleutel in het slot en draai hem naar de stand SEAT. Druk op de SEAT-zijde van de schakelaar voor het openen van het zadel. Open het zadel. Zadel sluiten Sluit het zadel en duw de achterkant van het zadel naar beneden totdat dit vastklikt.
Pagina 44
Opberguitrusting (Vervolg) WAARSCHUWING Helmhouder De helmhouders bevinden zich onder het zadel. Rijden met een helm die aan de houder Gebruik de helmhouders uitsluitend bij het is bevestigd, kan invloed hebben op het parkeren. veilige gebruik van uw scooter en leiden tot een ongeval waarbij u ernstig Helmhouders of dodelijk letsel kunt oplopen.
Pagina 45
Een helm kan worden bewaard in het Documentzakje middencompartiment. Het documentzakje bevindt zich in het Plaats de voorkant van de helm naar voren. documentenvak onder het zadel. Sommige helmen passen mogelijk niet in het Compartiment compartiment vanwege hun afmetingen of voor docu- vormgeving.
Pagina 46
Opberguitrusting (Vervolg) Gereedschapsset Tassenhaak De gereedschapsset bevindt zich in het De tassenhaak bevindt zich onder het stuur. middencompartiment. Bevestig aan deze haak geen grote stukken bagage die onder de scooter uit zouden Gereedschapsset komen en/of het verplaatsen van uw voeten belemmeren.
Pagina 47
Binnenrek Achterdrager De binnenrekken bevinden zich onder het stuur. Overschrijd nooit de maximale gewichtslimiet. Maximumgewicht: 3,0 kg Achterdrager Binnenrekken De belasting die maximaal is toegestaan op de tassenhaak en op het binnenrek mag niet meer zijn dan 1,5 kg.
Pagina 48
Onderhoud Lees "Het belang van onderhoud" en "Standaardonderhoud" aandachtig door voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Raadpleeg “Specificaties” voor servicegegevens. BLZ. 45 BLZ. 79 Het belang van onderhoud ......Andere afstellingen ........... BLZ. 46 BLZ. 79 Onderhoudsschema .......... Koplamphoogte afstellen........BLZ. 49 Standaardonderhoud ........
Pagina 49
Het belang van onderhoud Het belang van onderhoud Onderhoudsveiligheid Het goed onderhouden van uw scooter is absoluut Lees altijd de onderhoudsvoorschriften voordat u essentieel voor uw veiligheid en het beschermen onderhoud uitvoert en zorg ervoor dat u over de van uw investering, het verkrijgen van een benodigde gereedschappen, onderdelen en optimale prestatie, het voorkomen van pech en het vakkundigheid beschikt.
Pagina 50
De onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de normen en Honda raadt aan om uw dealer een proefrit met specificaties van Honda door geschoolde en uw scooter te laten maken na het uitvoeren van bevoegde monteurs. Uw dealer voldoet aan deze het periodieke onderhoud.
Pagina 51
Vervangen mechanische vakkundigheid beschikt. Reinigen De procedures zijn vermeld in een officiële werkplaatshandleiding van Honda. : Technisch. Met het oog op uw veiligheid raden wij aan om de scooter voor een servicebeurt naar uw dealer te brengen. Vervolg...
Pagina 52
Onderhoudsschema Inspectie Frequentie voor het Jaarlijkse Periodiek Items × 1000 km rijden controle vervangen pagina BLZ. 49 × 1000 mijl Olie eindaandrijving 2 jaar – Accu Remvloeistof 2 jaar Slijtage remblokken/ 72, 75 remschoenen Remsysteem Remvergrendeling Koplamphoogte Lichten/claxon – Slijtage koppelingsschoe- –...
Pagina 53
Standaardonderhoud Inspectie voor het rijden Remmen − Werkingscontrole; ● Voor: controleer remvloeistofniveau en Met het oog op de veiligheid bent u verantwoordelijk remblokslijtage. BLZ. 71, BLZ. 72 om een controle voor het rijden uit te voeren en alle Achter: controleer schoenslijtage en speling, vastgestelde problemen te corrigeren.
Pagina 54
Standaardonderhoud WAARSCHUWING Onderdelen vervangen Gebruik altijd originele Honda-onderdelen of Het installeren van andere onderdelen gelijkwaardige onderdelen om betrouwbaarheid dan Honda-onderdelen kan uw scooter en veiligheid te waarborgen. onveilig maken en leiden tot een Vermeld de modelnaam, kleur en code vermeld op...
Pagina 55
Standaardonderhoud Accu LET OP De accu is van het onderhoudsvrije type en kan Uw scooter is uitgerust met een onderhoudsvrije permanent worden beschadigd als de doppenstrip accu. U hoeft het elektrolytniveau van de accu niet wordt verwijderd. te controleren en geen gedistilleerd water toe te voegen.
Pagina 56
Standaardonderhoud Wat te doen in geval van nood WAARSCHUWING Als een van de volgende situaties zich voordoet, Uit de accu komt tijdens normaal gebruik dient u onmiddellijk naar uw arts te gaan. explosief waterstofgas vrij. Elektrolyt spat in de ogen: ●...
Pagina 57
LET OP Het monteren van elektrische accessoires van LET OP andere fabrikanten dan Honda kan het elektrische Als u de zekering vervangt door een zekering met systeem overbelasten, de accu doen ontladen en een hogere stroomsterkte, loopt u meer risico op mogelijk het systeem beschadigen.
Pagina 58
Motorolie kiezen op het ronde API-servicesymbool. Zie "Specificaties" voor de aanbevolen motorolie. BLZ. 108 Als u motorolie van andere fabrikanten dan Honda gebruikt, controleer dan op het label of de olie aan de volgende normen voldoet: JASO T 903-norm : MB ●...
Pagina 59
Als de aftapslang overloopt, kan het luchtfilter Remvloeistof kan kunststof- en gelakte verontreinigd worden door motorolie met oppervlakken beschadigen. slechte motorprestaties tot gevolg. BLZ. 78 Verwijder gemorste remvloeistof onmiddellijk en reinig het oppervlak grondig. Aanbevolen remvloeistof: Honda DOT 3- of DOT 4-remvloeistof of gelijkwaardig...
Pagina 60
Standaardonderhoud Controleren op abnormale slijtage Banden (inspecteren/vervangen) Bandenspanning controleren Controleer de banden op tekenen van Controleer uw banden met het blote oog en abnormale slijtage op gebruik een bandenspanningsmeter om de het draagvlak. bandenspanning ten minste één keer per maand te meten of wanneer u constateert dat de bandenspanning laag is.
Pagina 61
Standaardonderhoud Profieldiepte controleren WAARSCHUWING Controleer de bandslijtage-indicatoren. Vervang Het rijden op banden die overmatig zijn de banden onmiddellijk zodra deze zichtbaar versleten of verkeerd zijn opgepompt, worden. kan een botsing veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen. of TWI Volg alle aanwijzingen in dit instructieboekje betreffende de juiste bandenspanning en onderhoud.
Pagina 62
Standaardonderhoud WAARSCHUWING Laat uw banden door uw dealer vervangen. Zie "Specificaties" voor de aanbevolen banden en Het monteren van ongeschikte banden bandenspanning. BLZ. 108 op uw scooter kan het stuurgedrag en Volg deze richtlijnen voor het vervangen van banden. de stabiliteit nadelig beïnvloeden en Gebruik de aanbevolen banden of ●...
Pagina 63
Standaardonderhoud Luchtfilter Deze scooter is uitgerust met een viskeus luchtfilterelement. Persluchtreiniging of andere reiniging kan de prestatie van het viskeuze filterelement verslechteren en het binnendringen van stof veroorzaken. Voer geen onderhoud uit. Onderhoud moet worden uitgevoerd door uw dealer.
Pagina 64
Gereedschap De gereedschapsset bevindt zich in het middencompartiment. BLZ. 41 U kunt enkele reparaties onderweg uitvoeren, kleine afstellingen maken en onderdelen vervangen met het meegeleverde gereedschap. Standaard-/kruiskopschroevendraaier ● Handgreep voor schroevendraaier ●...
Pagina 65
Demontage en montage van onderdelen Accu Verwijder de bout en haak de accuhouder los. Koppel de minpool - los van de accu. Accuhouder Accu Koppel de pluspool + los van de accu. Bout Verwijder de accu en pas op dat u de moeren van de accupolen niet laat vallen.
Pagina 66
Demontage en montage van onderdelen Clip Clip Montage Demontage Centreerstift Druk op de centreerstift om de Duw tegen de onderkant van de vergrendeling los te maken. centreerstift. Trek de clip uit de uitsparing. Plaats de clip in de uitsparing. Druk op de centreerstift om de clip te vergrendelen.
Pagina 67
Demontage en montage van onderdelen Bovenkap voor Bovenkap voor Demontage Verwijder de clips. BLZ. 62 Verwijder de schroeven. Bovenkap voor Schroeven Verwijder de bovenkap voor door de Sleuf lipjes voorzichtig uit de sleuven te halen. Lipjes Pas op dat u niet te veel druk uitoefent op de bovenkap voor.
Pagina 68
Bougie Bougie controleren Middenkap Schroeven Zie "Specificaties" voor de aanbevolen bougie. BLZ. 108 Gebruik uitsluitend het aanbevolen type bougie met de aanbevolen warmtegraad. LET OP Het gebruik van een bougie met een ongeschikte warmtegraad kan beschadiging van de motor veroorzaken. Verwijder de schroeven.
Pagina 69
Bougie Bougie controleren Maak de bougiedop los van de bougie. Controleer de elektroden en het Verwijder eventuele vervuiling rondom de porseleinen middengedeelte op aanslag, bougie. erosie of koolstofvervuiling. Verwijder de bougie met behulp van de Vervang de bougie als er veel erosie juiste bougiesleutel.
Pagina 70
Bougie Bougie controleren Controleer de bougieafstand met een Draai de bougie aan: voelermaat van het draadtype. Als de oude bougie in orde is: ● 1/8 slag na contact Als aanpassing nodig is, buig de Draai een nieuwe bougie bij het zijelektrode dan voorzichtig.
Pagina 71
Motorolie Motorolie controleren Olievuldop/peilstok Bovenste Controleer de motorolie met de stop-/ niveau startschakelaar in de stand IDLING. Laat de motor 3 tot 5 minuten stationair draaien als de motor koud is. Zet de contactschakelaar in de stand (Off) en wacht 2 tot 3 minuten. Zet uw scooter op de middenbok op een stevige, vlakke ondergrond.
Pagina 72
Motorolie Motorolie bijvullen Motorolie bijvullen Zie "Standaardonderhoud" voor de aanbevolen olie en de oliekeuzerichtlijnen. BLZ. 54 Als het motoroliepeil zich onder of dicht bij het onderste Motorolie verversen, merkstreepje bevindt, moet u de aanbevolen motorolie filtergaasje reinigen bijvullen. BLZ. 54, BLZ.
Pagina 73
Motorolie Motorolie verversen, filtergaasje reinigen Zet uw scooter op de middenbok op een Afdichtring stevige, vlakke ondergrond. Plaats een opvangbak onder de aftapbout en de olieaftapplug. Verwijder de olievuldop/peilstok, de aftapbout en de afdichtring om de olie af te tappen. Verwijder de olieaftapplug, de O-ring, de veer en het oliefiltergaasje en tap de resterende olie af.
Pagina 74
Motorolie Motorolie verversen, filtergaasje reinigen Monteer een nieuwe afdichtring op de aftapbout. Draai de aftapbout vast. Aanhaalmoment: 24 N·m (2,4 kgf·m) Vul het carter met de aanbevolen olie BLZ. 54, BLZ. 108) en breng de olievuldop/peilstok weer aan. Vereiste olie Verversen van olie en reinigen van het filtergaasje: 0,7 L...
Pagina 75
Remmen Remvloeistof van voorrem Remvloeistofreservoir van voorrem controleren Plaats uw scooter rechtop op een stevige en horizontale ondergrond. Controleer of het remvloeistofreservoir horizontaal staat en of het vloeistofniveau zich boven het LOWER-merkstreepje bevindt. LOWER- merkstreepje Inspecteer de remblokken op slijtage als het remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het LOWER-merkstreepje bevindt en de speling van de remhendel buitensporig is.
Pagina 76
Remmen Remblokken vóór inspecteren Remblokken vóór inspecteren Vervang de remblokken links en rechts altijd tegelijkertijd. Controleer de staat van de remblokslijtage- Speling van de indicatoren. achterremhendel inspecteren De remblokken moeten worden vervangen als een remblok tot aan de indicator Zet de scooter op de middenbok. versleten is.
Pagina 77
Remmen Speling van de achterremhendel aanpassen Speling van de achterremhendel Controleer de remkabel op kronkels of tekenen van slijtage. Laat de kabel indien aanpassen nodig door uw dealer vervangen. Smeer de remkabel met een in de handel Stel de speling van de remhendel af terwijl het verkrijgbaar kabelsmeermiddel, om voorwiel recht naar voren wijst.
Pagina 78
Remmen Speling van de achterremhendel aanpassen Het afstellen gebeurt door de stelmoer Duw tegen de remarm om te controleren van de achterrem telkens een halve slag of er ruimte is tussen de stelmoer van de te draaien. achterrem en de pen van de remarm. Pen van remarm Remarm Speling...
Pagina 79
Laat dit uitvoeren door uw dealer. Remplaat Pijl Neem contact op met uw dealer zodra onderhoud aan de remmen vereist is. Gebruik alleen originele Honda-onderdelen of gelijkwaardig materiaal. Referentiemerkteken Remarm...
Pagina 80
Zijstandaard Zijstandaard controleren Ga op de scooter zitten en klap de zijstandaard omhoog. Start de motor. Klap de zijstandaard volledig omlaag. De motor moet afslaan wanneer u de zijstandaard omlaag klapt. Laat uw scooter inspecteren door uw dealer als de motor niet afslaat.
Pagina 81
Gashendel Gashendel controleren Zet de motor uit en controleer of de gashendel soepel draait van de volledig gesloten tot de volledig geopende stand in alle stuurstanden en of de speling van de gashendel juist is. Laat de scooter door uw dealer inspecteren als de gashendel niet soepel beweegt of automatisch dicht gaat of als de kabel is beschadigd.
Pagina 82
Carterontluchting Carterontluchting reinigen Zet een geschikte opvangbak onder de carterontluchtingsslang. Verwijder de carterontluchtingsslang en tap bezinksel af. Breng de carterontluchtingsslang weer aan. Carterontluch- tingsslang...
Pagina 83
Andere afstellingen Koplamphoogte afstellen U kunt de verticale hoogte van de koplamp afstellen voor een juiste uitlijning. Draai de bout los om het koplamphuis te verstellen. Draai de bout weer vast na het verstellen. Houd u aan de lokale wetten en voorschriften.
Pagina 84
Verhelpen van storingen BLZ. 81 BLZ. 94 Motor start niet ..........Doorgebrande zekering........BLZ. 82 BLZ. 95 Waarschuwingslampjes branden ....Motor draait sporadisch instabiel....PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde BLZ. 82 benzine-inspuiting) (MIL)......... BLZ. 83 Stop-/startsysteem werkt niet goed ..... BLZ. 83 De stop-/startindicator gaat niet branden ..
Pagina 85
Motor start niet De startmotor werkt maar de De startmotor werkt niet motor start niet Controleer het volgende: Controleer de juiste startvolgorde van de ● Controleer het volgende: motor. BLZ. 32 Controleer de juiste startvolgorde van de ● Controleer op een doorgebrande ●...
Pagina 86
Waarschuwingslampjes branden PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde benzine-inspuiting) (MIL) Als het controlelampje tijdens het rijden gaat branden, kan het PGM-FI-systeem een ernstig defect vertonen. Verminder snelheid en laat uw scooter zo snel mogelijk door uw dealer inspecteren.
Pagina 87
Stop-/startsysteem werkt niet goed De stop-/startindicator gaat Als het PGM-FI-storingslampje (MIL) gaat branden: niet branden Als het PGM-FI-storingslampje (MIL) gaat branden, werkt het stop-/startsysteem niet, Als de stop-/startindicator niet gaat branden, om zo de motor te beschermen. Neem voert u de onderstaande handelingen uit. contact op met uw dealer.
Pagina 88
Stop-/startsysteem werkt niet goed Motor wordt niet gestopt door stop-/startsysteem als indicator brandt Motor wordt niet gestopt door stop-/startsysteem als indicator brandt Als de motor niet wordt gestopt door het stop-/startsysteem terwijl de stop-/ startindicator brandt, voert u de onderstaande handelingen uit. Als de scooter niet volledig tot stilstand is gebracht: Breng de scooter volledig tot stilstand.
Pagina 89
Stop-/startsysteem werkt niet goed Motor start niet, zelfs niet door openen gashendel Motor start niet, zelfs niet door Als de stop-/startschakelaar in de stand IDLING staat: openen gashendel Als de motor wordt gestopt door het stop-/ startsysteem en u de stop-/startschakelaar op Voer de volgende handelingen uit als de IDLING zet, wordt het stop-/startsysteem motor niet start, zelfs als de gashendel...
Pagina 90
Lekke band Het repareren van een lekke band of het WAARSCHUWING demonteren van een wiel vereist speciaal Het rijden op uw scooter met een gereedschap en technische expertise. Wij tijdelijk gerepareerde band kan riskant raden u aan om deze servicebeurt door uw zijn.
Pagina 91
Elektrische problemen De accu loopt leeg Doorgebrande lamp Laad de accu op met een acculader voor Volg de onderstaande procedure om een motorfietsen. doorgebrande lamp te vervangen. Haal de accu uit de scooter voor het Zet de contactschakelaar op (Off) of opladen.
Pagina 92
Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp van koplamp Koplamphuis Fitting Achteruitkijkspiegels Stofkappen Spie- geladapter Spie- Schroeven geladapter Verwijder de bovenkap voor. BLZ. 63 Verwijder de schroeven. Trek de stofkappen omhoog. Verwijder het koplamphuis, trek daarna Verwijder de achteruitkijkspiegels door de de fitting los van de lamp zonder deze te spiegeladapters te verwijderen.
Pagina 93
Elektrische problemen Doorgebrande lamp Raak het glazen oppervlak niet met uw "TOP"-merkteken vingers aan. Als u de lamp met uw blote handen aanraakt, maak deze dan schoon met een doekje bevochtigd met alcohol. Lamp Stofkap Verwijder de stofkap. Duw de pen naar beneden en verwijder de lamp zonder deze te draaien.
Pagina 94
Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp van parkeerlicht Draai het stuur naar links (voor het verwijderen van de rechter lamp) of rechts (voor het verwijderen van de linker lamp). Trek de fitting eruit zonder deze te draaien. Trek de lamp eruit zonder deze te draaien.
Pagina 95
Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp rem-/achterlicht Verwijder de afdekkingen van de rechter en linker richtingaanwijzers. BLZ. 93 Lamp Lens achterlicht Verwijder de onderkap achter. Verwijder de lens en de lenspakking van het achterlicht door de schroef te verwijderen. Schroeven Duw de lamp er licht in en draai deze linksom.
Pagina 96
Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp van richtingaanwijzer voor De lampen voor de linker en rechter richtingaanwijzer kunt u op dezelfde wijze Lamp vervangen. Verwijder de bovenkap voor. BLZ. 63 Draai de lamphouder linksom en trek deze eruit. Trek de lamp eruit zonder deze te draaien.
Pagina 97
Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp van richtingaanwijzer achter Afdekkap richtingaanwijzer Fitting Lamp Clip Draai de lamphouder linksom en trek deze eruit. De lampen voor de linker en rechter Trek de lamp eruit zonder deze te richtingaanwijzer kunt u op dezelfde wijze draaien.
Pagina 98
Elektrische problemen Doorgebrande zekering Doorgebrande zekering Verwijder de bovenkap voor. BLZ. 63 Verwijder de afdekkap van de zekeringkast. Zie "Controleren en vervangen van zekeringen" voor Trek de hoofdzekering en de andere het hanteren van de zekeringen. BLZ. 53 zekeringen een voor een uit met de Zekeringen in zekeringkast zekeringtrekker in de achterzijde van de afdekkap van de zekeringkast, en...
Pagina 99
Motor draait sporadisch instabiel Als het filter van de brandstofpomp is verstopt, kan de motor tijdens het rijden sporadisch instabiel draaien. Zelfs als dit symptoom optreedt, kunt u met uw scooter blijven rijden. Als de motor instabiel draait terwijl er voldoende brandstof beschikbaar is, dient u uw scooter zo spoedig mogelijk door uw dealer te laten controleren.
Pagina 100
Informatie BLZ. 97 Sleutels..............Instrumenten, bedieningselementen en andere BLZ. 97 functies ............... BLZ. 98 Onderhoud van uw scooter......BLZ. 101 Stallen van uw scooter ........BLZ. 102 Vervoer van uw scooter ......... BLZ. 103 U en het milieu ..........BLZ. 104 Serienummers...........
Pagina 101
Sleutels Instrumenten, Sleutels bedieningselementen en Contactsleutel andere functies Zorg dat u het sleutelnummer noteert dat op het sleutelnummerplaatje staat. Bewaar de Contactschakelaar reservesleutel en het sleutelnummer op een veilige Als u de contactschakelaar in de stand (On) laat plaats. staan terwijl de motor is uitgeschakeld, zal de accu Als u een sleutel wilt laten bijmaken, dient u de leeglopen.
Pagina 102
Het frequent reinigen en oppoetsen is belangrijk om de doek. lange levensduur van uw Honda te garanderen. Smeer alle bewegende delen na het drogen van de Potentiële problemen zijn gemakkelijker vast te stellen scooter.
Pagina 103
Onderhoud van uw scooter Voorzorgsmaatregelen voor het wassen Richt geen waterstraal op het luchtfilter: ● Water in het luchtfilter kan het starten van Volg deze richtlijnen voor het wassen: de motor verhinderen. Gebruik geen hogedrukreinigers: ● Richt geen waterstraal op de koplamp: ●...
Pagina 104
Onderhoud van uw scooter Aluminium onderdelen Kuipdelen Aluminium wordt aangetast door corrosie na Volg deze richtlijnen om krassen en vlekken te contact met vuil, modder of wegzout. Reinig voorkomen: aluminium onderdelen regelmatig en volg deze Was voorzichtig met een zachte spons en veel ●...
Pagina 105
Stallen van uw scooter Stallen van uw scooter Controleer alle vereiste onderhoudsonderdelen in het onderhoudsschema wanneer u uw scooter uit de stalling haalt. Als u uw scooter buiten stalt, overweeg dan het gebruik van een volledige motorfietshoes. Volg deze richtlijnen als u van plan bent om gedurende een langere periode niet te rijden: Was uw scooter en zet alle gelakte ●...
Pagina 106
Vervoer van uw scooter Vervoer van uw scooter Als uw scooter moet worden vervoerd, dient dit te geschieden op een motorfietsaanhangwagen of een dieplader of aanhangwagen met een laadvloer of hefplatform en motorfietsbevestigingsriemen. Probeer nooit uw scooter met één of beide wielen op de grond te slepen.
Pagina 107
U en het milieu U en het milieu Recycle afval Deponeer olie en ander giftig afval in goedgekeur- Het bezit van en rijden op een scooter kan de containers en breng ze naar een recyclingcen- aangenaam zijn, maar u moet een bijdrage leveren trum.
Pagina 108
Serienummers Serienummers Framenummer Het frame- en motornummer identificeren uw scooter en zijn vereist om uw scooter te registreren. Ze kunnen ook vereist zijn bij het bestellen van vervangingsonderdelen. U moet deze nummers noteren en op een veilige plaats bewaren. Motornummer...
Pagina 109
Alcoholhoudende brandstoffen Alcoholhoudende Het gebruik van benzine met meer dan 10% ethanol kan: brandstoffen De lak van de brandstoftank beschadigen. ● De rubberen slangen van de brandstofleiding ● Sommige traditionele brandstoffen gemengd met beschadigen. alcohol zijn verkrijgbaar in sommige landen om Roestvorming in de brandstoftank veroorzaken.
Pagina 110
Een defecte katalysator draagt bij aan luchtverontreiniging en kan de prestatie van de motor nadelig beïnvloeden. Voor vervanging moet een origineel Honda-onderdeel of gelijkwaardig onderdeel worden gebruikt.
Pagina 111
Specificaties Voornaamste onderdelen ■ Cilinderinhoud 108 cm Totale lengte 1.925 mm Boring x slag 50,0 x 55,1 mm Totale breedte 690 mm Compressieverhouding 9,5:1 Totale hoogte 1.115 mm Loodvrije benzine Brandstof Aanbevolen: 91 RON of hoger Wielbasis 1.290 mm Alcoholhoudende Minimale bodemspeling 160 mm ETHANOL tot 10 volumeprocent brandstoffen...
Pagina 112
Gebruikscategorie band snellingsbak- Sneeuw Niet toegestaan oliereservoir Na demontage 0,12 L Bromfiets Niet toegestaan Aanbevolen Honda DOT 3- of DOT 4-remvloeistof Voor 200 kPa (2,00 kgf/cm Bandenspanning remvloeistof (alleen bestuurder) Achter 225 kPa (2,25 kgf/cm Bandenspanning Voor 200 kPa (2,00 kgf/cm...
Pagina 113
Specificaties Lampen Specificaties aanhaalmoment ■ ■ Koplamp 12 V-35/35 W Olieaftapplug 20 N·m (2,0 kgf·m) Remlicht/achterlicht 12 V-21/5 W Aftapbout voor motorolie 24 N·m (2,4 kgf·m) Richtingaanwijzer voor 12 V-10 W × 2 Richtingaanwijzer achter 12 V-10 W × 2 Parkeerlicht 12 V-5 W ×...