Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veiligheidsvoorschriften Voor Mobiele Generatoren; Inleiding; Algemene Veiligheidsvoorschriften - Atlas Copco QAS 325 Volvo Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

QAS 325 Volvo
1

Veiligheidsvoorschriften voor mobiele generatoren

Lees deze voorschriften aandachtig, alvorens de generator te slepen, te hijsen, in gebruik te nemen, te herstellen of onderhoudswerkzaamheden uit te
voeren.

1.1 Inleiding

Het is de politiek van Atlas Copco om klanten veilige, betrouwbare en
efficiënte producten te leveren. Factoren waarmee rekening werd gehouden,
zijn onder andere:
-
het geplande en voorspelbare toekomstige gebruik van de producten en de
omgeving waarin ze zullen moeten werken,
-
toepasselijke regels, normen en voorschriften,
-
de verwachte levensduur van een goed onderhouden product,
-
de handleiding steeds voorzien van de meest recente informatie.
Lees, voor het omgaan met het product, aandachtig de bijbehorende
handleiding. Deze geeft niet alleen gedetailleerde instructies over de werking,
maar ook specifieke informatie in verband met veiligheid, preventief
onderhoud, enz.
Houd de handleiding steeds bij de machine en binnen handbereik van het
bedieningspersoneel.
Houd ook rekening met de veiligheidsvoorschriften van de motor en eventuele
andere apparatuur, die afzonderlijk worden opgestuurd of die worden vermeld
op de apparatuur of onderdelen van de machine.
Het betreft hier algemene veiligheidsvoorschriften en om die reden zullen
enkele ervan niet altijd van toepassing zijn op uw installatie.
Alleen personen die beschikken over de juiste kennis, zijn gerechtigd de Atlas
Copco apparatuur te bedienen, af te stellen, te onderhouden en te repareren.
Het is de verantwoordelijkheid van het management, om de juiste mensen met
de juiste kennis en gerichte opleidingen aan te stellen voor elk type
werkzaamheden.
Vaardigheidsniveau 1: Bediener
Een bediener is opgeleid in alle aspecten van de bediening van de machine met
behulp van de bedieningselementen en is op de hoogte van de
veiligheidsvoorschriften.
Vaardigheidsniveau 2: Mechanische monteur
Een mechanische monteur is opgeleid in de bediening van de machine en heeft
op dit gebied dezelfde kennis als de bediener. Daarbij echter is de mechanische
monteur
ook
opgeleid
in
reparatiewerkzaamheden, die worden beschreven in de bedieningshandleiding
en mag hij instellingen wijzigen van het besturings- en veiligheidssysteem.
Een mechanische monteur mag echter geen werkzaamheden uitvoeren aan
onderdelen die onder elektrische spanning staan.
Vaardigheidsniveau 3: Elektrische monteur
Een elektrische monteur is opgeleid en heeft dezelfde kennis als de bediener en
de mechanische monteur. Daarbij echter mag de elektrische monteur ook
werkzaamheden uitvoeren aan de diverse ingebouwde elektrische systemen
van de machine. Met inbegrip van onderdelen die onder elektrische spanning
staan.
Vaardigheidsniveau 4: Specialist van de fabrikant
Dit is een hoogopgeleide specialist, die wordt gestuurd door de fabrikant of
zijn vertegenwoordiger, om gecompliceerde reparaties of wijzigingen aan de
apparatuur uit te voeren.
Over het algemeen adviseren wij, dat niet meer dan twee personen de
apparatuur bedienen; de aanwezigheid van meer bedieningspersonen kan
leiden tot gevaarlijke situaties. Neem altijd maatregelen om ongewenste
personen weg te houden van de machine en zorg ervoor dat er zich geen
gevaarlijke situaties kunnen voordoen.
Er wordt van het personeel verwacht, dat zij tijdens het transporteren,
bedienen, onderhouden, repareren en reviseren van de Atlas Copco apparatuur
gebruik maken van de erkende regels der techniek en rekening houden met alle
relevante plaatselijke veiligheidsvoorschriften en -voorzieningen. Deze
publicatie geeft een overzicht van de speciale veiligheidsvoorschriften en -
maatregelen, die hoofdzakelijk gelden voor Atlas Copco apparatuur.
Het niet opvolgen van deze veiligheidsvoorschriften kan leiden tot gevaar voor
personen, milieu en installaties:
-
het in gevaar brengen van personen door mechanische, elektrische en
chemische invloeden,
-
het in gevaar brengen van het milieu door het lekken van olie,
oplosmiddelen of andere stoffen,
6
het
uitvoeren
van
onderhouds-
-
het in gevaar brengen van installaties door het optreden van storingen.
Atlas Copco wijst alle verantwoordelijkheid van de hand voor schade of letsel
als gevolg van het niet in acht nemen van deze voorschriften, onoplettendheid
en roekeloosheid tijdens het transporteren, bedienen, onderhouden, repareren
en reviseren van de Atlas Copco apparatuur, ook wanneer dit niet uitdrukkelijk
werd vermeld in deze handleiding.
De fabrikant is ook niet aansprakelijk voor schade die is ontstaan door het
gebruik van niet-originele onderdelen en voor wijzigingen, toevoegingen of
veranderingen, die zijn aangebracht zonder de voorafgaande schriftelijke
toestemming van de fabrikant.
Als een bepaald voorschrift uit deze handleiding niet overeenkomt met de
plaatselijke wetgeving, moet de strengste van beide regels worden nageleefd.
Deze veiligheidsvoorschriften mogen niet worden geïnterpreteerd als
suggesties, aanbevelingen of aanmoedigingen voor het overtreden van de
toepasselijke wetten en reglementen.

1.2 Algemene veiligheidsvoorschriften

1
De eigenaar is ervoor verantwoordelijk, dat de machine in een veilige staat
van werking wordt gehouden. Onderdelen en toebehoren van de machine
moeten worden vervangen, indien ze ontbreken of geen veilige werking
meer kunnen garanderen.
2
De werkleider of verantwoordelijke persoon moet zich te allen tijde ervan
overtuigen, dat alle instructies met betrekking tot de werking en het
onderhoud van de machine en installatie strikt worden opgevolgd. Ook
dient hij ervoor te zorgen, dat de machine met alle toebehoren en
veiligheidsvoorzieningen, alsook de aangesloten apparatuur in goede staat
zijn, vrij van abnormale slijtage en dat alle onderdelen in originele staat
zijn en naar behoren functioneren.
3
Wanneer er een vermoeden bestaat of wanneer er aanwijzingen zijn dat
een onderdeel in de machine oververhit is geraakt, dient u de machine uit
te schakelen. U mag echter geen inspectieluiken openen, voordat
voldoende afkoeltijd in acht is genomen. Zo wordt voorkomen dat
oliedamp spontaan zou ontvlammen door de toevoer van lucht.
en
4
Normale waarden (bijv. drukken, temperaturen, toerentallen, enz.) dienen
duurzaam te worden aangegeven.
5
Gebruik de machine alleen voor het doel, waarvoor zij werd geconstrueerd
en binnen de toegestane grenzen (drukken, temperaturen, toerentallen,
enz.).
6
Houd de machine en installatie schoon door regelmatig olie, stof en andere
afzettingen te verwijderen.
7
Inspecteer en reinig de warmteoverdrachtsoppervlakken (koelers,
tussenkoelers,
watermantels,
bedrijfstemperatuur te voorkomen. Zie het onderhoudsschema.
8
Alle regeluitrustingen en beveiligingen moeten zorgvuldig onderhouden
worden, zodat zij goed functioneren. Ze mogen niet worden uitgeschakeld.
9
Druk- en temperatuurmeters dienen regelmatig te worden gecontroleerd
op hun nauwkeurigheid. Ze moeten worden vervangen, als de afwijking de
toegestane tolerantie overschrijdt.
10 Beveiligingen moeten worden getest, zoals beschreven wordt in het
onderhoudsschema van de handleiding, om te zien of zij nog in goede staat
verkeren.
11 Volg de aanwijzingen op, die op de stickers en infolabels staan.
12 Wanneer stickers of infolabels zijn verdwenen of beschadigd, moeten ze
om veiligheidsredenen worden vervangen.
13 Houd de werkomgeving schoon. Het gebrek aan orde kan de kans op
ongevallen vergroten.
14 Draag beschermende kleding, wanneer u aan de machine werkt. Dit zijn,
afhankelijk van de aard van de werkzaamheden: veiligheidsbril,
oorbeschermers,
veiligheidshandschoenen, beschermende kleding, veiligheidsschoenen.
Draag geen lang, los haar (bescherm lang haar met een haarnet) of losse
kleding of sieraden.
15 Neem voorzorgsmaatregelen tegen het ontstaan van brand. Ga voorzichtig
om met brandstof, olie en antivriesmiddel, omdat dit brandbare stoffen
enz.)
om
een
veiligheidshelm
(met
beschermend
toename
van
de
vizier),
2954 2440 13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave