Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tijdens De Werking Van Qc1002; Stoppen Van De Qc1002; Bediening Qc2002; Starten Van De Qc2002 - Atlas Copco QAS 325 Volvo Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

QAS 325 Volvo
3.4.2

Tijdens de werking van Qc1002™

Controleer regelmatig volgende punten:
– Controleer de aflezingen op de meters en de lampen.
Vermijd dat de motor zonder brandstof valt. Mocht
dit toch gebeuren, dan kan voorinspuiten het starten
versnellen.
– Controleer of er geen olie-, brandstof- of koelvloeistoflekken zijn.
– Vermijd lange perioden met lage belasting (< 30 %). Dit kan leiden
tot vermogenverlies en hoger olieverbruik van de motor.
– Controleer m.b.v. de generatormeters of de spanning tussen de
fasen gelijk is en de nominale stroom in de derde fase (L3) niet
overschreden wordt.
– Indien er éénfasige belastingen aangesloten zijn aan de
uitgangsklemmen van de generator, zorg er dan voor dat de
belastingen gelijkmatig verdeeld zijn.
Als stroomonderbrekers tijdens de werking worden geactiveerd,
schakel de belasting uit en stop de generator. Controleer en verlaag,
indien nodig, de belasting.
Tijdens de werking mogen de deuren van de
generator slechts kortstondig geopend blijven om
bijv. routinecontroles uit te voeren.
3.4.3

Stoppen van de Qc1002™

Om de eenheid lokaal te stoppen, gaat u als volgt
te werk:
– Schakel de belasting uit.
– Schakel stroomonderbreker Q1 uit.
– Laat de motor gedurende 5 minuten draaien.
– Stop de motor met een druk op de STOP-knop op de Qc1002™
module.
– Zet de startschakelaar S20 in de stand O (UIT) om de spanning van
de Qc1002™ module uit te schakelen.
– Vergrendel de zijdeuren en de deur van het bedienings- en
controlepaneel, om toegang voor onbevoegden te vermijden.
Ga als volgt te werk om de generator te stoppen
wanneer de Qc1002™ module in de stand
staat:
– Schakel de belasting uit.
– Stop de motor door de start/stop-afstandsschakelaar in de stopstand
te zetten of door op de STOP-knop van de Qc1002™ module te
drukken. Wanneer de generator in de aftandsmodus wordt gestopt
met de STOP-knop, gaat hij automatisch over naar de manuele
modus.
– Zet de startschakelaar S20 in de stand O (UIT) om de spanning van
de Qc1002™ module uit te schakelen.
– Vergrendel de zijdeuren en de deur van het bedienings- en
controlepaneel, om toegang voor onbevoegden te vermijden.
46

3.5 Bediening Qc2002™

3.5.1

Starten van de Qc2002™

Om de eenheid lokaal op te starten, gaat u als
volgt te werk:
– Schakel de batterijschakelaar in.
– Schakel stroomonderbreker Q1 uit. Dit is niet nodig als er een
installatieschakelaar geïnstalleerd is tussen Q1 en de belasting.
– Draai schakelaar S20 in stand I (AAN). De Qc2002™ module komt
onder spanning.
– De generator kan manueel worden gestart met een druk op de
START-knop op de Qc2002™ module.
– De generator start een voorverwarmingscyclus die 12 seconden
duurt.
– Na de voorverwarming zal de generator starten. De startpoging zal
maximaal 12 seconden duren.
– Schakel stroomonderbreker Q1 in, als er geen installatieschakelaar
is geïnstalleerd.
Om de eenheid vanop afstand op te starten, gaat u
als volgt te werk:
– Draai schakelaar S20 in stand I (AAN). De Qc2002™ module komt
onder spanning.
– Schakel stroomonderbreker Q1 in.
– Voor start op afstand:
• Zet
de
unit
in
AUTOMATISCH. Start de machine met een externe schakelaar.
of
• Zet de unit in AMF-modus. Druk op de knop AUTOMATISCH.
De machine start automatisch bij een netstoring.
– De generator start een voorverwarmingscyclus die 12 seconden
duurt.
– Na de voorverwarming zal de generator starten. De startpoging zal
maximaal 12 seconden duren.
3.5.2

Tijdens de werking van Qc2002™

Controleer regelmatig volgende punten:
– Controleer de aflezingen op de meters en de lampen.
Vermijd dat de motor zonder brandstof komt te
staan. Mocht dit toch het geval zijn, dient er
gepompt te worden om het starten te versnellen.
– Controleer of er geen olie-, brandstof- of koelvloeistoflekken zijn.
– Vermijd lange perioden met lage belasting (< 30%). In dit geval kan
dit leiden tot een val van de output en een hoger olieverbruik van het
toestel.
– Controleer m.b.v. de generatormeters of de spanning tussen de
fasen gelijk is en de nominale stroom in de derde fase (L3) niet
overschreden wordt.
Eiland-modus.
Druk
op
2954 2440 13
de
knop

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave