2.7.9
Standaardtoepassingen
In de Qc4001™ module kunnen 5 types toepassingen worden
geselecteerd (in kanaal 4320). Een combinatie van elk
toepassingstype met de werkingsmodus resulteert in een specifieke
toepassing.
Afhankelijk van de toepassing moet de gebruiker extra draden
aansluiten op de klemmenstrook X25. Deze klemmenstroken
bevinden zich binnen in het stuurkastje op een DIN-rail. We
verwijzen naar het elektrische schema 9822 0889 73a/02 voor de
correcte verbindingen.
Eilandwerking
Dit werkingstype wordt geselecteerd voor installaties met één of
meer generatoren, maar altijd zonder het net (= autonoom). In de
praktijk kunnen tot 16 generatoren parallel geïnstalleerd worden.
– Gecombineerd met Semi-auto modus = werking met Lokale Start.
De sequenties start/stop/GB sluiten/GB openen kunnen manueel
geactiveerd worden.
– Gecombineerd met Auto-modus = werking met Start vanop afstand.
Het signaal Start vanop afstand kan worden gegeven met een
externe schakelaar of met de interne real time klok (8 start/stop
bevelen kunnen worden gedefinieerd in de kanalen 4710-4780). Na
het starten van de generator zal de onderbrekerschakelaar van de
generator automatisch sluiten.
De generator kan niet worden gestart met een extern
signaal, als de interne real time klok bevelen
ingeschakeld zijn!
Bedrading van de installatie
– Klemmen X25.10/X25.11 moeten worden verbonden. De module
heeft
altijd
een
terugkoppelsignaal
netonderbrekerschakelaar (MB). In Eilandmodus is er geen MB in
het systeem. In dit geval wordt het MB geopend signaal
gesimuleerd met deze verbinding.
– De busraildetectielijnen moeten worden verbonden met de
overeenstemmende besturingsmodule-ingangen.
Plaats bruggen tussen:
– X25.33 (L1) => X25.3
– X25.34 (L2) => X25.4
– X25.35 (L1) => X25.5
(De busrail = voedingskabels tussen GB en last)
– Voor werking met Start vanop Afstand: verbind de RS-schakelaar
met X25.9 & X25.10.
– Voor parallelle toepassingen met andere generatoren: zie
"Parallelschakeling" voor de instelling van de generator voor
parallelschakeling.
2954 2440 13
Automatische inschakeling bij netstoring (AMF)
Deze toepassing is alleen mogelijk in combinatie met de Auto-
modus. Indien de Semi-auto modus is geselecteerd, zal de AMF-
werking NIET werken!
Wanneer het net de gedefinieerde grenzen van spanning/
frequentie/stroomsterkte/snelheid overschrijdt gedurende een
gedefinieerde vertragingstijd, zal de generator de last automatisch
overnemen.
Wanneer de netvoeding binnen de gedefinieerde periode terugkeert
gedurende een gedefinieerde tijd, zal de generator met het net
synchroniseren en de belasting overdragen, alvorens zich los te
koppelen (alleen indien de terugsynchronisatie ingeschakeld is).
De generator zal dan overgaan tot afkoeling en stoppen.
Het is mogelijk om de terugsynchronisatie in/uit te schakelen (in
kanaal 4440).
Bedrading van de installatie
– De verbinding tussen X25.10 & X25.11 moet worden verwijderd.
– De terugkoppellijnen van de netonderbrekerschakelaar moeten
worden aangesloten op X25.10/X25.11/X25.12.
– De sturingslijnen van de netonderbrekerschakelaar moeten worden
aangesloten op X25.13/X25.14/X25.15/X25.16. Deze klemmen
zijn spanningsvrije contacten. De voeding voor de MB moet door de
klant worden geleverd (24 Vdc/230 Vac) (max. vermogen van de
contacten K11, K12 = 250 V/16 A).
– Zorg ervoor dat de verbindingen tussen X25.33 & X25.3; X25.34 &
X25.4; X25.35 & X25.5 verwijderd zijn.
– De netdetectielijnen L1, L2, L3 moeten worden aangesloten op de
klemmen X25.3, X25.4, X25.5 (nulleider van het net wordt niet
nodig
van
de
afgetast).
– Indien terugsynchronisatie geactiveerd is, moeten alle instellingen
voor parallelschakeling (zie "Parallelschakeling") ook worden
nagekeken.
Werking met piekbeperking (PS)
Deze toepassing wordt normaal gebruikt in combinatie met de
Auto-modus.
De generator zal opstarten wanneer het uit het net opgenomen
vermogen (gemeten met een optionele vermogenomvormer = PT)
een gedefinieerd niveau overschrijdt. De generator zal met de bus
synchroniseren, en zal belasting opnemen tot het gedefinieerde
toelaatbare uit het net opgenomen vermogen bereikt wordt.
Wanneer het uit het net opgenomen vermogen onder het
gedefinieerde grensniveau blijft gedurende een gedefinieerde tijd,
zal de generator de belasting overdragen en zich van de bus
loskoppelen. Dan gaat de generator over tot afkoeling.
Bedieningshandleiding
39