Stappenmotor-membraandoseerpomp MEMDOS SMART LDX/LAX/LPX
Voer de volgende stappen uit:
1. Open de ontluchtingsschroef een volle slag (op de doseerkop kijkend
tegenwijzerzin = linksom).
2. Druk Menu.
3. Kies met
of
het menupunt
4. Druk Start en houdt de toets ingedrukt.
4
De doseerpomp begint met de hoogste frequentie te verpompen.
5. Laat de toets Start los, zodra een continue doorstroming zonder
luchtbellen uit de ontluchtings-aansluiting van de doseerkop is.
4
De doseerpomp stop met verpompen.
6. Sluit de ontluchtingsschroef.
ü
Doseerpomp is ontlucht.
i
In het geval van sterk uitgassende vloeistoffen is het aan te
bevelen om een continue uitstroming in te stellen. Open de
ontluchtingsschroef zo ver dat ongeveer 1 druppel per 1 - 3
slagen ontsnapt en sluit een afvoer hierop aan.
11.1.2 Doseerpomp kalibreren
3,1
Kalibreren
:
Slagvolume:
0,223 ml
:
Capaciteit:
0,000 liter
Invoer
Reset
Afb. 43: Doseerpomp kalibreren
In afhankelijkheid van het ingezette doseermedium en de heersende
vloeistofdruk zijn de theoretische en de werkelijk gemeten capaciteit op
elkaar af te stemmen.
De doseerpomp begint te pompen zodra op Start wordt gedrukt. Het
verpompte volume moet worden opgevangen en gemeten met een drai-
nagevat. Aansluitend wordt de meetwaarde ingevoerd met de functie
Invoer en doorgegeven aan de pomp. De doseerpomp is daarna geka-
libreerd. Door op de knop Reset te drukken, worden de invoergegevens
teruggezet naar de fabrieksinstelling.
11.2 Bedrijfsmodi
De doseerpomp biedt de volgende bedrijfsvormen:
Handmatig: Manuele instelling van de capaciteit.
n
Impuls: Aansturing van de slagfrequentie en aantal slagen in afhan-
n
kelijkheid van het aantal impulsen en de impulsafstand.
Analoog: Aansturing van de capaciteit over een 0/4 – 20 mA signaal
n
Batch: Aansturing van de hoeveelheid via handmatig starten, een ex-
n
terne impuls of in intervallen.
Bedrijfsvoering
30
Ontluchten
en druk OK.
Wed
14:10
0
Slagen
Start
11.2.1 Handmatig (Handbediening)
11.2.1.1 Bedrijfsmodus kiezen
Voer de volgende stappen uit:
1. Druk op Instellingen in het startscherm.
2. In het hoofdmenu selecteert u Bedrijfsmodus.
3. Selecteer in het menu Bedrijfsmodus Handmatig.
4. Bevestig de selectie door indrukken van de √.
4
U keert terug naar het hoofdmenu en op het startscherm verschijnt
het symbool van de bedrijfsmodus Handmatig.
ü
Bedrijfsmodus Handmatig ingesteld.
11.2.1.2 Doseerpomp starten
1. In het startscherm drukt u op Start.
4
De doseerpomp begint direct te doseren. De huidige capaciteit
wordt automatisch op het display weergegeven.
2. Stel met + en - de gewenste slagfrequentie in om zo de hoeveelheid
te verhogen of verlagen.
ü
Doseerpomp gestart.
11.2.1.3 Doseerpomp stoppen
è
Druk in het startscherm op Stop.
ü
Doseerpomp gestopt.
i
Het indrukken van Menu onderbreekt de dosering niet!
Pas na het wisselen in een andere bedrijfsmodus stopt de
doseerpomp met behulp van het menu.
11.2.2 Impuls
Impuls
In de bedrijfsmodus
gen van de doseerpomp in afhankelijkheid van het aantal impulsen en de
impulsafstand aan het bij impulsingang (zie hoofdstuk 9.2.2.2 „Impulsin-
gang (alleen LDX/LPX)" op pagina 22) aangelegde impulssignaal gere-
geld.
11.2.2.1 Bedrijfsmodus kiezen
Voer de volgende stappen uit:
1. Druk op Menu in het startscherm.
2. In het hoofdmenu selecteert u Bedrijfsmodus.
3. Selecteer in het menu Bedrijfsmodus Impuls.
4
De doseerpomp geeft de huidige configuratie van de parameters
van de bedrijfsvorm aan.
4. Bevestig de selectie door indrukken van de √.
4
U keert terug naar het hoofdmenu en op het startscherm verschijnt
het symbool van de bedrijfsmodus Impuls.
ü
Bedrijfsmodus Impuls ingesteld
BA-10005-05-V01
Bedieningsvoorschrift
worden de slagfrequentie en het aantal sla-
© Lutz-Jesco GmbH 2023