Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vloeistofzijdige Toebehoren - Lutz-Jesco MEMDOS SMART LDX Bedieningsvoorschrift

Stappenmotor-membraandoseerpomp
Inhoudsopgave

Advertenties

Stappenmotor-membraandoseerpomp MEMDOS SMART LDX/LAX/LPX
Voor uitleg over ontluchting zie hoofdstuk 11.1.1 „Doseerpomp ontluch-
ten" op pagina 29.
Afb. 16: Doseerkop-ontluchting met slangaansluiting
Voer de volgende stappen uit:
1. Sluit een 4/6 slang op de doseerkop-ontluchting aan.
2. Voer het andere einde van de slang in het doseervat of in een op-
vangbak.
ü
Doseerkop-ontluchting aangesloten.

8.6 Vloeistofzijdige toebehoren

Het volgende hoofdstuk verschaft een overzicht van de installatiemoge-
lijkheden.
Let er op dat deze gebruikershandleiding geen vervanging is voor de bij
de toebehoren meegeleverde handleidingen. Voor aanwijzingen betref-
fende de veiligheid en de exacte montage gelden de overeenkomstige
product begeleidende documenten.
8.6.1 Injectiestuk
Wanneer de persleiding naar een hoofdleiding voert, kan het beste een
injectiestuk toepast worden.
Injectiestukken vervullen een wezenlijke functie:
Doseren van het medium in de hoofdleiding
n
Verhinderen van terugstroming in de persleiding door een terugslag-
n
ventiel
Aanwijzing voor montage:
Injectiestukken in dubbelkogel-uitvoeringen moeten loodrecht van
n
onder in de hoofdleiding ingebouwd worden. Slaginjectiestukken en
veerbelaste injectiestukken zijn naar keuze in te bouwen.
Bij doseervloeistoffen welke neigen naar kristalvorming is het raad-
n
zaam om deze van onder in de hoofdleiding te monteren. Daardoor
wordt verhindert dat er lucht/gasbellen ingesloten worden.
Vele vloeistoffen neigen ertoe om de injectiestukken te verontreinigen
n
waardoor verstoppingen kunnen ontstaan. In zulke gevallen is het aan
te bevelen om een injectiestuk te kiezen welke eenvoudig uitgebouwd
en afgesloten kan worden.
© Lutz-Jesco GmbH 2023
Technische wijzigingen voorbehouden.
230922
8.6.2 Contactwatermeter
De contactwatermeter meet de doorstroming in een leiding en zendt een
impuls naar de doseerpomp die daarop begint te doseren. Ook bij grote
schommelingen in de doorstroming is zo een ideale proportionele dose-
ren mogelijk.
De contactwatermeter wordt op aansluitbus 2 aangesloten (zie hoofdstuk
9.2.2 „Aansluitbus 2" op pagina 22).
8.6.3 Overstortventiel
Overstortventielen vervullen een belangrijke veiligheidsfunctie voor be-
scherming van de doseerpomp en de bijbehorende leidingen en armatu-
ren. De doseerpomp kan een veelvoud van de normaaldruk opleveren.
Door een geblokkeerde persleiding kan het tot uittreding van te doseren
vloeistof leiden.
Ontoelaatbare hoge druk kan ontstaan wanneer:
Afsluiters ondanks lopende doseerpomp gesloten worden
n
Leidingen verstoppen
n
Een overstortventiel opent een by-pass-leiding bij overeenkomstige druk
en beschermt de installatie zo voor schade door te hoge druk.
Aanwijzing voor montage:
De retourleiding van de te doseren vloeistof moet terug naar de do-
n
seertank resp. naar een opvangbak gevoerd worden.
De druk in de doseertank mag niet te groot zijn waardoor de terugge-
n
voerde vloeistof daarin kan komen.
Alternatief kan de vloeistof terug geleid worden in de zuigleiding voor
n
de doseerpomp. In dit geval mag er in de zuigleiding geen terugslag-
ventiel resp. voetventiel aanwezig zijn.
Het overstortventiel moet zo dicht mogelijk bij de doseerkop geïnstal-
n
leerd worden.
8.6.4 Drukhoudventiel
Drukregelkleppen moeten in de volgende gevallen worden gebruikt:
Sterk schommelende systeemdruk heerst
n
De druk aan de zuigzijde hoger is dan de perszijde, resp. wanneer in
n
drukloze leidingen gedoseerd moet worden
In zulke gevallen geeft dit zonder drukhoudventiel onnauwkeurige do-
seerresultaten resp. overdosering. Het drukhoudventiel lost de problemen
op door dat er een gedefinieerde constante tegendruk is.
Een drukhoudventiel is niet altijd nodig wanneer een slang-injectiestuk
gebruikt wordt en de daardoor ontstane tegendruk voldoende is.
8.6.5 Pulsatiedemper
Pulsatiedempers vervullen de volgende functie:
Demping van pulserende vloeistofstromen voor processen die een
n
pulsarme dosering nodig hebben.
Vermindering van de weerstand van de doorstroming bij lange leidin-
n
gen
Bij installatie aan de zuigzijde:
Demping van versnellings-massakrachten en reductie van slijtage
n
aan de doseerpomp.
BA-10005-05-V01
Bedieningsvoorschrift
Vloeistofzijdig installeren
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Memdos smart laxMemdos smart lpx

Inhoudsopgave