Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Clientmigratie; Clientmigratie Voor Dhcp-Clients - IBM Network Station Manager 100 Series Installatiehandleiding

Voor windows nt
Inhoudsopgave

Advertenties

Voorbeeld 3: migratie op een enkele server van de voorkeurenbestanden van het systeem en
twee groepen
Voorbeeld 4: migratie op een enkele server van alle Network Station NVRAM-clients

Clientmigratie

U moet een clientmigratie uitvoeren als u Network Stations hebt die voorheen
werden ondersteund in V1R3, maar die u wilt gaan gebruiken met V2R1. Dit zijn
Series 1000 (8362 - alle modellen) Network Stations en Series 300 (8361-110 en
8362-210) Network Stations.
U voert de clientmigratie uit nadat u de voorkeurenbestanden hebt gemigreerd. U
wordt aangeraden de clientmigratie slechts eenmaal uit te voeren.

Clientmigratie voor DHCP-clients

Voer de volgende stappen uit om uw bestaande DHCP Network Station-clients
migreren naar uw IBM Network Station Manager V2R1-software:
__ 1. Installeer en configureer DHCP zoals beschreven in "DHCP configureren
__ 2. Stel in uw huidige DHCP-configuratie de volgende DHCP-opties in, zodat de
__ 3. Configureer DHCP-optie 211 als een globale parameter met de waarde "nfs"
11. Als u Series 100 Network Stations of Series 300 Twin-Axial Network Stations ondersteunt, moet u deze Network Stations blijven
ondersteunen in V1R3. Als u deze Network Stations start via DHCP, dient u een afzonderlijke klasse voor deze DHCP Network
Station-clients te definiëren. Raadpleeg "Een klasse maken voor de Network Stations" op pagina 38 voor instructies. Geef de
V1R3-waarden op als u de DHCP-opties voor deze klasse configureert, zodat de clients kunnen blijven werken met V1R3.
nsmv2migr -S -G kunstred nieuwsred
Met deze opdracht worden de systeemvoorkeuren en de voorkeurenbestanden
van de groepen kunstred en nieuwsred gemigreerd. V1R3 is geïnstalleerd op de
server waarop u het migratieprogramma uitvoert.
nsmv2migr -C
Met deze opdracht worden alle NVRAM Network Station-clients gemigreerd,
behalve Series 100 (alle modellen) en Series 300 Twin Axial (8361-341). V1R3 is
geïnstalleerd op de server waarop u het migratieprogramma uitvoert.
voor de Network Stations" op pagina 34.
volgende waarden van toepassing zijn op alle Network Stations:
v Optie 66: IP-adres van de opstartserver
v Optie 67: /NetworkStationV2/prodbase/ppc/[bestandsnaam van de kernel]
Raadpleeg Tabel 9 op pagina 36 voor de juiste bestandsnaam voor de
kernel.
of "tftp".
Opmerkingen:
a. Als u "tftp" als opstartprotocol instelt, wordt de kernel gedownload via het
TFTP-protocol. De Network Station schakelt vervolgens voor alle andere
gegevensoverdrachten over op het NFS-protocol.
b. Optie 211 is niet beschikbaar op de DHCP-interface van Microsoft.
Raadpleeg "Microsoft DHCP installeren" op pagina 22 als u wilt weten
hoe u een nieuwe DHCP-optie maakt met Microsoft DHCP.
Hoofdstuk 4. Migreren naar de nieuwe release van IBM Network Station Manager
11
te
61

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor IBM Network Station Manager 100 Series

Inhoudsopgave