Tabel 8. DHCP-informatie
DHCP-optie Veld
Optie 1
Subnet-
masker
Optie 3
IP-adres
router
(standaard-
gateway)
Optie 6
Domeinnaam-
server
(IP-adres)
Optie 15
Domeinnaam De domeinnaam geeft de Network
Optie 66
TFTP-
servernaam
(Trivial File
Transfer
Protocol)
(TFTP of
NFS)
Optie 67
Naam
opstart-
bestand
Optie 211
Protocol
basis-
codeserver
n.v.t.
Subnetadres
(IP-adres
subnet)
n.v.t.
Beginadres
DHCP-pool
(IP-bereik)
Beschrijving
DHCP-opties
Met het subnetmasker kunnen
netwerkapparaten pakketten efficiënt
distribueren over het subnet.
Het IP-adres van de standaardrouter
waarheen de IP-pakketten met een
adres buiten het netwerk worden
verzonden.
Door het IP-adres van de
domeinnaamserver naar clients te
verzenden, kunnen deze naast
IP-adressen ook volledige hostnamen
gebruiken bij de communicatie met
andere apparaten.
Station de mogelijkheid het domein
aan andere apparaten mee te delen.
Als de volledige hostnaam
server.mycompany.com is, is de
domeinnaam mycompany.com.
Het IP-adres van de server waarvan
de Network Station het
besturingssysteem downloadt. Deze
optie biedt de systeemkernel aan bij
gebruik van het NFS-protocol en het
TFTP-protocol. Het NFS-protocol heeft
de voorkeur. U maakt het downloaden
via NFS mogelijk met Optie 211.
De naam van het bestand met het
Network Station-besturingssysteem.
Raadpleeg Tabel 9 op pagina 36 voor
de naam van het opstartbestand.
Deze optie stelt het protocol in voor
het downloaden van de kernel van het
besturingssysteem. Gebruik deze optie
zodat Optie 66 de kernel aanbiedt via
NFS.
Subnetopties
Het IP-adres voor een bepaald subnet.
Voor klasse C-netwerken waarvan het
subnetmasker 255.255.255.0 is, is het
IP-adres gelijk aan het netwerkadres.
Het eerste IP-adres in de pool van
beschikbare adressen.
Waarde in uw netwerk
/NetworkStationV2/
prodbase/[x86 of
ppc]/[bestandsnaam
kernel]
Opmerking: Dit is het
NFS-padnaam.
Raadpleeg Tabel 9 op
pagina 36 voor het
juiste directorypad en
de bestandsnaam van
de kernel.
nfs
Hoofdstuk 2. Microsoft Windows NT
35