Figuur 7. Een subnet definiëren
__ 6. Kies File->Save om de instellingen op te slaan.
__ 7. Start de IBM DHCP-service om uw wijzigingen door te voeren. Raadpleeg
Een klasse maken voor de Network Stations: De meeste bedrijven gebruiken
netwerken met Network Stations, PC's en UNIX-werkstations. Door een klasse voor
38
IBM Network Station Manager V2R1 voor Windows NT - Installatiehandleiding
Het venster Subnet Parameters verschijnt met de tab Subnet
Definition.
__ b. Geef uw netwerkwaarden uit Tabel 8 op pagina 35 op in de
desbetreffende invoervelden.
v Geef een bereik van IP-adressen op waaruit DHCP adressen voor
uw Network Stations kan toewijzen.
v Geef op hoe lang een client een IP-adres mag gebruiken.
v Geef een bereik van uitgesloten IP-adressen op.
U sluit een enkel IP-adres uit door het in beide velden te typen. Klik
op Add.
Sluit IP-adressen uit voor alle netwerkapparaten die een permanent
of vast IP-adres hebben. Zo voorkomt u adresconflicten in het
netwerk. Sluit de IP-adressen van de volgende apparaten uit:
– Opstartservers, configuratieservers, HTTP-servers,
domeinnaamservers
– Routers en netwerkprinters
– Network Stations die opstarten met NVRAM
__ c. Klik op de tab DHCP Options.
__ d. Selecteer in de lijst Available Options de DHCP-opties uit Tabel 8 op
pagina 35 en geef de waarden voor uw netwerk op bij Option Value.
Waarden die u hier opgeeft, vervangen de waarden die u eerder hebt
opgegeven. Klik op OK om terug te gaan naar het hoofdvenster.
"Servers en services op Windows NT Server 4.0 starten en stoppen" op
pagina 49 voor instructies.