Problemen met papierinvoer
Probleem
Papier loopt vast
Verwijder het vastgelopen papier. (Zie
tijdens het
"Papierstoringen verhelpen" op pagina 81.)
afdrukken.
Papier kleeft aan
•
Controleer de maximale papiercapaciteit van
elkaar.
de lade. (Zie "Specificaties van de
afdrukmedia" op pagina 105.)
•
Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt.
(Zie "Specificaties van de afdrukmedia" op
pagina 105.)
•
Haal het papier uit de lade en buig het of
waaier het uit.
•
In vochtige omstandigheden kunnen
bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven
kleven.
Invoerprobleem met
Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in
een aantal vellen
de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier
tegelijk.
van dezelfde soort en hetzelfde formaat en
gewicht.
Afdrukpapier wordt
•
Verwijder eventuele vastgelopen papier in het
niet ingevoerd.
apparaat.
•
Het papier werd niet goed in de lade gelegd.
Verwijder het papier en plaats het op de juiste
manier in de lade.
•
Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het
teveel aan papier.
•
Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat
aan de specificaties van het apparaat voldoet.
(Zie "Specificaties van de afdrukmedia" op
pagina 105.)
Het papier blijft
•
Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het
vastlopen.
teveel aan papier. Gebruik de multifunctionele
lade om af te drukken op speciale materialen.
•
U gebruikt een verkeerde papiersoort.
Gebruik alleen papier dat aan de specificaties
van het apparaat voldoet. (Zie "Specificaties
van de afdrukmedia" op pagina 105.)
•
Misschien zitten er materiaalresten in het
apparaat. Open de voorklep en verwijder de
resten.
Transparanten
Gebruik alleen transparanten die speciaal voor
plakken aan elkaar
laserprinters zijn bedoeld. Verwijder elke
in de
transparant zodra het is uitgevoerd.
papieruitvoerlade.
Enveloppen trekken
Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten
scheef of worden
van de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten
niet goed ingevoerd.
de envelop net raken).
Voorgestelde oplossingen
Problemen oplossen_ 88
Afdrukproblemen
Mogelijke
Probleem
oorzaak
Het apparaat
Het apparaat krijgt
drukt niet af.
geen stroom.
Het apparaat is niet
als standaardprinter
geselecteerd.
Controleer het volgende:
•
De klep aan de voorzijde is niet gesloten. Sluit de
voorklep.
•
Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het
vastgelopen papier. (Zie "Papierstoringen
verhelpen" op pagina 81.)
•
De papierlade is leeg. Plaats papier. (Zie "Papier in
de lade plaatsen" op pagina 53.)
•
Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats de
tonercassette.
•
Verwijder het beschermingsvel op de
transportriem. Raadpleeg de Beknopte
installatiehandleiding.
•
Verwijder de afdichtingstape van de tonercassette.
Raadpleeg de Beknopte installatiehandleiding.
Neem contact op met een medewerker van de
klantenservice als er een systeemfout optreedt.
De
verbindingskabel
tussen de computer
en het apparaat is
niet goed
aangesloten.
De
verbindingskabel
tussen de computer
en het apparaat is
mogelijk defect.
De poortinstelling is
niet juist.
Het apparaat is
mogelijk niet goed
geconfigureerd.
Mogelijk is het
printerstuurprogram
ma niet goed
geïnstalleerd.
Voorgestelde oplossingen
Controleer of het netsnoer is
aangesloten. Controleer de
aan/uit-schakelaar en het
stopcontact.
Selecteer uw printer als de
standaardprinter in Windows.
Maak de kabel van het
apparaat los en sluit hem
opnieuw aan.
Sluit de kabel indien mogelijk
aan op een andere computer
die naar behoren werkt en druk
een document af. U kunt ook
proberen om een andere kabel
voor uw apparaat te gebruiken.
Controleer de
printerinstellingen in Windows
om vast te stellen of de
afdruktaak naar de juiste poort
wordt gestuurd. Als uw
computer meerdere poorten
heeft controleert u of het
apparaat op de juiste poort is
aangesloten.
Controleer de
Voorkeursinstellingen voor
afdrukken om na te gaan of
alle afdrukinstellingen correct
zijn. (zie "Voorkeursinstellingen
openen" op pagina 58.)
Herstel de software van het
apparaat. (Zie "Lokaal
installeren van het
stuurprogramma" op
pagina 30.)